Artistiek leider Ton Simons, tweevoudig winnaar van de Nederlandse Choreografie Prijs, regisseerde voor De Rotterdamse Dansgroep een dansvoorstelling gebaseerd op duetten.
Vierdejaars bouwkunde student Guus Peters en tweede jaars IO-ster Philomeen Engels bezochten In the room the women come and go talking of Michelangelo in de Rotterdamse schouwburg.
Engels: ,,Het stuk was opgedeeld in vijftien losstaande delen. In elk deel werd er op een bepaald thema, zoals liefde of haat gedanst op muziek van Mozart. Als er bijvoorbeeld haat werd uitgebeeld dan was de muziek heel druk, werd er gestampt op de vloer, maakten ze van gestrekte armen zwaarden en sprongen dicht langs elkaar heen.”
Peters: ,,Dit was mijn eerste bezoek aan een dansvoorstelling. Ik was wel eens naar een musical geweest, maar dit was toch echt heel anders. Er zat geen verhaal achter en het werkte dus ook niet naar een climax toe. Het ging echt alleen om de dans en de muziek. Ik vond het geweldig om de dansers te horen als de muziek even stil was. Je hoorde dan echt de voeten op de vloer dreunen, de hijgende ademhaling, en soms zelfs de botten kraken.”
Engels: ,,De aankleding was heel sober. Er was totaal geen decor en ook de kleding van de dansers was erg normaal.”
Peters: ,,Omdat er erg veel op het podium te zien was, stoorde dit toch niet. Op een gegeven moment stonden drie koppeltjes in drie spotlampen compleet verschillende bewegingen te maken op de muziek terwijl het toch bij elkaar paste.”
Engels: ,,Er werd ook goed gebruik gemaakt van lichteffecten. Tijdens een stuk had een van de dansers een grote lamp in zijn handen. Hij bescheen hiermee de andere dansers waardoor lange schaduwen op het podium ontstonden.”
Peters: ,,Ik vond het echt heel mooi om te zien. De verhalen achter de dans bleven mij echter vaak onduidelijk. Ik heb ook nog steeds geen flauw idee waar die titel nou precies op slaat.”
Artistiek leider Ton Simons, tweevoudig winnaar van de Nederlandse Choreografie Prijs, regisseerde voor De Rotterdamse Dansgroep een dansvoorstelling gebaseerd op duetten. Vierdejaars bouwkunde student Guus Peters en tweede jaars IO-ster Philomeen Engels bezochten In the room the women come and go talking of Michelangelo in de Rotterdamse schouwburg.
Engels: ,,Het stuk was opgedeeld in vijftien losstaande delen. In elk deel werd er op een bepaald thema, zoals liefde of haat gedanst op muziek van Mozart. Als er bijvoorbeeld haat werd uitgebeeld dan was de muziek heel druk, werd er gestampt op de vloer, maakten ze van gestrekte armen zwaarden en sprongen dicht langs elkaar heen.”
Peters: ,,Dit was mijn eerste bezoek aan een dansvoorstelling. Ik was wel eens naar een musical geweest, maar dit was toch echt heel anders. Er zat geen verhaal achter en het werkte dus ook niet naar een climax toe. Het ging echt alleen om de dans en de muziek. Ik vond het geweldig om de dansers te horen als de muziek even stil was. Je hoorde dan echt de voeten op de vloer dreunen, de hijgende ademhaling, en soms zelfs de botten kraken.”
Engels: ,,De aankleding was heel sober. Er was totaal geen decor en ook de kleding van de dansers was erg normaal.”
Peters: ,,Omdat er erg veel op het podium te zien was, stoorde dit toch niet. Op een gegeven moment stonden drie koppeltjes in drie spotlampen compleet verschillende bewegingen te maken op de muziek terwijl het toch bij elkaar paste.”
Engels: ,,Er werd ook goed gebruik gemaakt van lichteffecten. Tijdens een stuk had een van de dansers een grote lamp in zijn handen. Hij bescheen hiermee de andere dansers waardoor lange schaduwen op het podium ontstonden.”
Peters: ,,Ik vond het echt heel mooi om te zien. De verhalen achter de dans bleven mij echter vaak onduidelijk. Ik heb ook nog steeds geen flauw idee waar die titel nou precies op slaat.”
Comments are closed.