De tegenstelling tussen creationisme en (biologische) evolutie kwam naar voren in het interview met Hooimeijer in Delta nr.9 van 14 maart. Omdat het aan de TU niet wemelt van biologen, hierbij wat aanvullende informatie.
br />
Ernst Mayr, een van de meest vooraanstaande biologen op het gebied van de evolutietheorie, onderscheidt vijf theorieën van Darwin: 1) empirische evolutie – soorten zijn veranderd in de tijd; 2) gemeenschappelijk afstamming – soorten in dezelfde taxonomische groep hebben een algemene voorouder; 3) gradualisme – soorten veranderen stap voor stap; 4) speciatie – hoe ontstaan nieuwe soorten; 5) natuurlijke selectie – het evolutionaire mechanisme dat verantwoordelijk is voor de evolutie van soorten.
Verschillende vormen van creationisme maken tegen verschillende theorieën bezwaar, de meeste tegen de eerste theorie (de soorten die we nu zien zijn niet door evolutie ontstaan, er is geen evolutie geweest). Sommige anderen zeggen dat het geheel van evolutietheorie klopt, maar dat er een God is die aan het begin van de evolutie stond, of dat er een God is die alles stuurt. De stap van geloven in een God naar geloven in het scheppingsverhaal uit de bijbel wordt dus niet door alle gelovigen als vanzelfsprekend gezien.
Mayr geeft, in een niet zo obscuur boekje, One long argument (1991), een uitleg waarom Darwins’ ideeën kunnen conflicteren met christelijke opvattingen. Hij onderscheidt een geloof in een constante wereld (de wereld is recentelijk ontstaan), een geloof in een gecreëerde wereld (de wereld of gedeelten ervan zijn geschapen), een geloof in schepping (de wereld is door een almachtige God geschapen), en een geloof in een speciale positie van de mens in de biotische wereld.
In het afgelopen jaar heeft in het BIO-nieuws, een krant van biologen in Nederland, een uitgebreide discussie over creationisme plaatsgevonden naar aanleiding van plannen om de evolutietheorie niet in examens van het vwo op te nemen. Ik zou geïnteresseerden aanraden van deze discussie kennis te nemen. Verder is er op Internet een talk.origins groep waar dezelfde materie op een wat minder hoffelijke wijze wordt bediscussieerd.
Persoonlijk vind ik dat iedereen moet geloven wat hij of zij wil. Het irritante aan sommige creationisten is evenwel niet dat ze niet in de evolutie geloven, maar dat hun geloof (ongeloof?) leidt tot het dwingen van anderen om hun visie over te nemen. Dit heeft in de Verenigde Staten geleid tot het op grote schaal verbieden van het geven van onderwijs over de evolutietheorie. Ik ken daarentegen weinig biologen die het tegengestelde proberen.
Ten slotte wil ik graag opmerken dat er ook in de sociale wetenschappen evolutionaire theorieën bestaan die inhoudelijk niets met Darwin te maken hebben, maar in de structuur van de theorie, en in de focus op veranderingsprocessen, overeenkomsten met Darwins’ theorieën hebben.
(Zie ook mijn homepage ophttp://www.sepa.tudelft.nl/~afd_ba/evolu.html)].
De tegenstelling tussen creationisme en (biologische) evolutie kwam naar voren in het interview met Hooimeijer in Delta nr.9 van 14 maart. Omdat het aan de TU niet wemelt van biologen, hierbij wat aanvullende informatie.
Ernst Mayr, een van de meest vooraanstaande biologen op het gebied van de evolutietheorie, onderscheidt vijf theorieën van Darwin: 1) empirische evolutie – soorten zijn veranderd in de tijd; 2) gemeenschappelijk afstamming – soorten in dezelfde taxonomische groep hebben een algemene voorouder; 3) gradualisme – soorten veranderen stap voor stap; 4) speciatie – hoe ontstaan nieuwe soorten; 5) natuurlijke selectie – het evolutionaire mechanisme dat verantwoordelijk is voor de evolutie van soorten.
Verschillende vormen van creationisme maken tegen verschillende theorieën bezwaar, de meeste tegen de eerste theorie (de soorten die we nu zien zijn niet door evolutie ontstaan, er is geen evolutie geweest). Sommige anderen zeggen dat het geheel van evolutietheorie klopt, maar dat er een God is die aan het begin van de evolutie stond, of dat er een God is die alles stuurt. De stap van geloven in een God naar geloven in het scheppingsverhaal uit de bijbel wordt dus niet door alle gelovigen als vanzelfsprekend gezien.
Mayr geeft, in een niet zo obscuur boekje, One long argument (1991), een uitleg waarom Darwins’ ideeën kunnen conflicteren met christelijke opvattingen. Hij onderscheidt een geloof in een constante wereld (de wereld is recentelijk ontstaan), een geloof in een gecreëerde wereld (de wereld of gedeelten ervan zijn geschapen), een geloof in schepping (de wereld is door een almachtige God geschapen), en een geloof in een speciale positie van de mens in de biotische wereld.
In het afgelopen jaar heeft in het BIO-nieuws, een krant van biologen in Nederland, een uitgebreide discussie over creationisme plaatsgevonden naar aanleiding van plannen om de evolutietheorie niet in examens van het vwo op te nemen. Ik zou geïnteresseerden aanraden van deze discussie kennis te nemen. Verder is er op Internet een talk.origins groep waar dezelfde materie op een wat minder hoffelijke wijze wordt bediscussieerd.
Persoonlijk vind ik dat iedereen moet geloven wat hij of zij wil. Het irritante aan sommige creationisten is evenwel niet dat ze niet in de evolutie geloven, maar dat hun geloof (ongeloof?) leidt tot het dwingen van anderen om hun visie over te nemen. Dit heeft in de Verenigde Staten geleid tot het op grote schaal verbieden van het geven van onderwijs over de evolutietheorie. Ik ken daarentegen weinig biologen die het tegengestelde proberen.
Ten slotte wil ik graag opmerken dat er ook in de sociale wetenschappen evolutionaire theorieën bestaan die inhoudelijk niets met Darwin te maken hebben, maar in de structuur van de theorie, en in de focus op veranderingsprocessen, overeenkomsten met Darwins’ theorieën hebben.
(Zie ook mijn homepage ophttp://www.sepa.tudelft.nl/~afd_ba/evolu.html)].
Comments are closed.