Een werkgroep probeert een blauwdruk te schrijven voor een convenant dat een einde moet maken aan gevaarlijke confrontaties tussen roeiers en beroepsschippers.
Delen
Dat is vrijdag 3 april besloten op een door de Zuid-Hollandse Roeibond (ZHRB) georganiseerde bijeenkomst over onveiligheid op het Rijn-Schiekanaal. In de werkgroep zitten de provincie Zuid-Holland, de beroepsschippersvereniging Schuttevaer, de Zuid-Hollandse Roeibond (ZHRB), roeiers uit Delft en/of Den Haag en Leidse roeiers.
Volgens ZHRB-woordvoerder Jappe Zijlstra is een flinke stap gezet bij het veiliger varen op het kanaal. Al jaren zitten roeiers en beroepsschippers elkaar letterlijk in het vaarwater. “Het is een lastig proces, maar er is duidelijk draagvlak om te komen tot een convenant”, aldus Zijlstra. “Er was met veertig mensen van onder meer roeiverenigingen, politie, gemeente Delft, provincie en binnenschippers een grote opkomst. Er zijn veel dingen besproken en de sfeer was goed.”
Wel ontstonden geregeld ‘heftige discussies’ die aangaven dat er behoefte is aan wederzijds begrip en bewustwording. “Zo vinden de schippers dat elke roeiboot een marifoon aan boord zou moeten hebben, zodat roeiers het weten als een binnenschip een ander inhaalt.” Voor de roeiers is dat geen haalbare kaart: “Er zijn veel roeiboten, dat wordt te duur.” Tegelijk bleek dat schippers bang zijn ongelukken te maken en dat roeiers veel eerder al in de dode hoek van een schippers zitten dan ze denken.
Via een convenant (‘niet per se meer regels’) zouden wederzijdse scholing, bewustwording, het gelijktrekken en het navolgen van regels geregeld moeten worden. Zijlstra hoopt dat er nog dit jaar een convenant ligt.
Comments are closed.