Onderwijs

Commissie-Rullmann: beter onderwijs cruciaal voor overleven TU Delft

Zonder ingrijpende vernieuwing en verbetering van het onderwijs zal de TU Delft steeds minder studenten trekken en de concurrentieslag met buitenlandse universiteiten verliezen, stelt de commissie Onderwijsportfolio.

/strong>

Vorige maand gooide collegelid Paul Rullmann de knuppel in het hoenderhok: de TU had een ‘acuut en groot reputatie c.q. kwaliteitsprobleem’, en dat had in de allereerste plaats te maken met het onderwijs.

Nu ligt er de tussenrapportage ‘Focus op Onderwijs’: een pleidooi om de fixatie op onderzoek los te laten en in te zetten op beter, aantrekkelijker onderwijs. Zonder voldoende toestroom van studenten uit binnen- en buitenland komt het voortbestaan van de universiteit in gevaar, stelt de commissie. Onderwijs dat de studenten uitdaagt, met een goede ondersteuning, moet het tij keren.

Sinds 1994 heeft de TU tientallen miljoenen geïnvesteerd in de vernieuwing en verbetering van het onderwijs. Tot een hogere positie in de rankings of op de arbeidsmarkt heeft dat echter niet geleid. Als redenen noemt de commissie onder meer het feit dat de organisatie draait om onderzoek, het gebrek aan structurele steun voor onderwijsvernieuwing en de verdeeldheid over de vraag wat goed onderwijs is. Ook leeft bij velen de opvatting dat het geen slechte zaak is dat veertig procent van de studenten afvalt: zo blijven de besten over. Commissievoorzitter Paul Rullmann denkt echter dat nogal wat studenten niet afhaken omdat ze intellectueel onder de maat zijn, maar omdat de opleiding hen tegenvalt.

Het rapport telt tientallen voorstellen. Het onderwijs dient beter aan te sluiten op het studiehuis: meer zelfstandig werken, minder ‘eerst leren, dan toepassen’. De didactische kwaliteit van de docenten moet omhoog. Intensievere begeleiding en meer keuzevrijheid voor studenten. De commissie oppert ook voorzichtig de invoering van een prestatiecontract voor studenten.

Het opzetten van een accreditatiesysteem met de collega-universiteiten van de Idea-league wordt ook bepleit, om zo het nieuwe Nederlandse accreditatiestelsel op Europees niveau te tillen. Zowel buitenlandse studenten in Delft als Delftse studenten die naar het buitenland gaan, moeten veel meer ondersteuning krijgen.

Het onderwijs moet flexibel genoeg zijn om binnen een master de verschillende doelgroepen (vwo, hts, buitenland) optimaal te bedienen. De TU Delft moet zowel specialisten als breed inzetbare ingenieurs afleveren.

Er zullen keuzes moeten worden gemaakt, voorspelt Rullmann. ,,Misschien moeten we masters samenvoegen, en binnen die masters meer flexibiliteit bieden.” Als topprioriteiten noemt hij ‘de onderwijsorganisatie op orde krijgen’ en ‘de bachelor laten aansluiten op de werkwijze in het studiehuis’.

www.tudelft.nl/onderwijsportfolio . .

Discussiebijeenkomst in de aula op vrijdag 14 maart, van 9.00 tot 12.00 uur

Zonder ingrijpende vernieuwing en verbetering van het onderwijs zal de TU Delft steeds minder studenten trekken en de concurrentieslag met buitenlandse universiteiten verliezen, stelt de commissie Onderwijsportfolio.

Vorige maand gooide collegelid Paul Rullmann de knuppel in het hoenderhok: de TU had een ‘acuut en groot reputatie c.q. kwaliteitsprobleem’, en dat had in de allereerste plaats te maken met het onderwijs.

Nu ligt er de tussenrapportage ‘Focus op Onderwijs’: een pleidooi om de fixatie op onderzoek los te laten en in te zetten op beter, aantrekkelijker onderwijs. Zonder voldoende toestroom van studenten uit binnen- en buitenland komt het voortbestaan van de universiteit in gevaar, stelt de commissie. Onderwijs dat de studenten uitdaagt, met een goede ondersteuning, moet het tij keren.

Sinds 1994 heeft de TU tientallen miljoenen geïnvesteerd in de vernieuwing en verbetering van het onderwijs. Tot een hogere positie in de rankings of op de arbeidsmarkt heeft dat echter niet geleid. Als redenen noemt de commissie onder meer het feit dat de organisatie draait om onderzoek, het gebrek aan structurele steun voor onderwijsvernieuwing en de verdeeldheid over de vraag wat goed onderwijs is. Ook leeft bij velen de opvatting dat het geen slechte zaak is dat veertig procent van de studenten afvalt: zo blijven de besten over. Commissievoorzitter Paul Rullmann denkt echter dat nogal wat studenten niet afhaken omdat ze intellectueel onder de maat zijn, maar omdat de opleiding hen tegenvalt.

Het rapport telt tientallen voorstellen. Het onderwijs dient beter aan te sluiten op het studiehuis: meer zelfstandig werken, minder ‘eerst leren, dan toepassen’. De didactische kwaliteit van de docenten moet omhoog. Intensievere begeleiding en meer keuzevrijheid voor studenten. De commissie oppert ook voorzichtig de invoering van een prestatiecontract voor studenten.

Het opzetten van een accreditatiesysteem met de collega-universiteiten van de Idea-league wordt ook bepleit, om zo het nieuwe Nederlandse accreditatiestelsel op Europees niveau te tillen. Zowel buitenlandse studenten in Delft als Delftse studenten die naar het buitenland gaan, moeten veel meer ondersteuning krijgen.

Het onderwijs moet flexibel genoeg zijn om binnen een master de verschillende doelgroepen (vwo, hts, buitenland) optimaal te bedienen. De TU Delft moet zowel specialisten als breed inzetbare ingenieurs afleveren.

Er zullen keuzes moeten worden gemaakt, voorspelt Rullmann. ,,Misschien moeten we masters samenvoegen, en binnen die masters meer flexibiliteit bieden.” Als topprioriteiten noemt hij ‘de onderwijsorganisatie op orde krijgen’ en ‘de bachelor laten aansluiten op de werkwijze in het studiehuis’.

www.tudelft.nl/onderwijsportfolio . .

Discussiebijeenkomst in de aula op vrijdag 14 maart, van 9.00 tot 12.00 uur

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.