Ik heb een plan. Werken aan een nieuwe set normen. En grenzen aangeven. Eindelijk grenzen aangeven. Zo moet het lukken. Na anderhalve week was het beeld me wel duidelijk. Het moet …
Nee. Misschien zo:
“Ik herken het helemaal”, zegt collega A. “Je kunt overwegen er een tijdje helemaal uit te stappen. Ik heb er veel baat bij gehad.” Alles in mij verzet zich. Ze ziet het. Ze herhaalt: “Je kunt er even uit stappen. Ik kan een afspraak maken.” We zitten in de koffiehoek van de Library. Ze zou feedback geven voor m’n R&O. Door wat me een week geleden gebeurde, is het een ander gesprek. Ik …
Of nee. Zo:
Het gaat veranderen. Er zijn veel plannen voor het central international office. Goede plannen. We hadden een heidag. Uitdagingen zat. Almaar groei van het aantal studenten. Huisvesting merkt het. Het introduction program. De HR-afdeling ploetert nog met losse systemen. Front office wordt meer spin in het web. We gaan minder improviseren en gaten vullen. Dat laatste komt mij goed uit, want …
Nee joh. Zo maar:
Dus een blind paard kon het zien aankomen. De kribbigheid. De vermoeidheid. De geuite onmacht. Wie kan elke week dagdelen inspringen, taken overnemen, zijn eigen taken op tijd blijven doen, foutjes recht breien, overzicht houden, een collega inwerken, je ook nog verantwoordelijk voelen voor ….? Nou? Wie? Superman! Maar kijk in de spiegel. Staat daar …
Of misschien zo:
Met een stralend gezicht vreselijke dingen zeggen. Daar is collega B goed in. Even uitvallen? Kan gebeuren. “Maar er is er maar één verantwoordelijk en dat ben jij. Je had eerder aan de bel moeten trekken. Grenzen moeten stellen.” Ik sputter. Zij maakt korte metten. Het is twee weken na …
Nee, toch maar:
Hoog tijd om eindelijk consequent grenzen aan te geven. En te stoppen met minstens een 8,5 te halen. En op te houden elk probleem te willen oplossen. Op naar een nieuwe norm. Moeilijk ja. Maar als ik mijn collega’s nou vraag om …. Dat als tóch weer per ongeluk te snel, te gretig …. Dat ze dan roepen: Hé Huisman, kappen nou! Ik ben op weg terug. Terug van bijna niet weggeweest.
Vrij naar: ‘Mijn eeuwige begin’ van Rabih Alameddine.
Comments are closed.