Opinie

Collegegeldverhoging is ‘studentje pesten’

De TU Delft wil een topuniversiteit zijn. Dit streven is destijds neergelegd in een strategienota, die aangeeft wat de doelstellingen van de TU zijn.

De eensgezindheid die bestaat over deze strategische visie is begrijpelijk, want in het boekje zoals dat er nu ligt, kan iedereen iets van zijn of haar gading vinden.

Dat een plan wordt opgesteld, maar vervolgens niet wordt uitgewerkt en soms zelfs in de lade verdwijnt, is heel herkenbaar maar geen voorbeeld van goed beleid. Het is dan ook van belang dat uitvoering wordt gegeven aan de doelstellingen van de strategienota. Om uitvoering aan plannen te geven is het noodzakelijk dat deze worden geconcretiseerd.

Maar, zodra invulling moet worden gegeven aan de ideeën uit de strategienota blijkt iedereen dat op zijn eigen wijze te doen. Het geven van een goede invulling aan redelijk vage doelstellingen is moeilijk, maar onontbeerlijk om niet met het beleid in de lucht te blijven zweven. Een debat over deze invulling is tot nog toe aan de TU achterwege gebleven. Toch heeft het college van bestuur al wel de uitvoering ter hand genomen.

Hier verschijnen de beren op de weg. Neem de collegegelden als voorbeeld. Of deze hoog moeten zijn of niet, zou heel simpel kunnen volgen uit de richting die wij als universiteit kiezen voor onze instelling. Willen wij een aanbod ontwikkelen voor een koopkrachtige vraag? Of willen wij een aanbod toegesneden op de behoeften van studenten en de samenleving?

De minister van Onderwijs geeft de universiteit steeds meer ruimte om eigen beleid te maken en meer commercieel te werken. De keuze is nu aan ons. Wàt willen we aanbieden en voor wiè?

De eerste vraag gaat over de opleidingen. Daarover bestaat redelijke eensgezindheid. We willen in ieder geval technische opleidingen blijven aanbieden, en in hoeverre die integrerend of monodisciplinair moeten zijn is een discussie die nu onder meer gevoerd wordt in het kader van het ARTD-advies.
Welke studenten?

De tweede vraag gaat over welke studenten wij hier willen opleiden. Deze vraag komt nu pregnant naar voren met de vaststelling van de hoogte van het collegegeld voor voormalige auditoren en buitenlanders.

Het college van bestuur heeft door zijn beleid van de afgelopen tijd laten zien wat voor studenten het graag ziet op de TU, hoewel het zich hier nooit daadwerkelijk over heeft uitgelaten. Met name voor hoogbegaafde potentiële studenten moeten lokkertjes worden georganiseerd en keer op keer duikt het bindend studieadvies op (daarmee kunnen de ‘kneusjes’ worden geweerd).

Nu heeft men weer een nieuw middel om het soort instroom van studenten te bepalen, het collegegeld. En dat het college vanbestuur dit middel wil gebruiken heeft het bij monde van zijn voorzitter duidelijk laten merken. Deze zei in de universiteitsraad met zoveel woorden dat er voor dure auto’s een grote markt is en voor een dure studie dus ook.

Er is nu een moment gekomen om te beslissen voor wie deze universiteit bedoeld is. Daar kunnen we dan ons toelatingsbeleid en prijskaartje op aanpassen. Natuurlijk kunnen we, als universiteitsraad, doen alsof deze collegegeldverhoging een losstaand feit is, maar ik denk dat we dan onze plaats in het universiteitsbestuur niet waardig zijn. Als we er nu voor opteren om het collegegeld, in tegenstelling tot andere universiteiten, hoger te maken om daarmee de luxe-markt te bedienen, moeten we het collegegeld op den duur naar vijf- tot tienduizend gulden willen verhogen, ook voor de gewone studenten. We kunnen er ook voor kiezen met andere instellingen in de pas te blijven of misschien zelfs het collegegeld te verlagen.

De universiteit wordt nog steeds voor het allergrootste deel betaald door de samenleving en dáárvoor moeten we dus werken. Wij moeten tegen zo gering mogelijke kosten goede opleidingen aanbieden voor technisch geïnteresseerde vwo-abituriënten, die een verantwoordelijke rol kunnen en willen spelen in de publieke en private sectoren. Een collegegeldverhoging naar 3600 gulden, die uit financieel oogpunt niet nodig is, is dan ook geen goed beleid maar puur studentje pesten.

De TU Delft wil een topuniversiteit zijn. Dit streven is destijds neergelegd in een strategienota, die aangeeft wat de doelstellingen van de TU zijn. De eensgezindheid die bestaat over deze strategische visie is begrijpelijk, want in het boekje zoals dat er nu ligt, kan iedereen iets van zijn of haar gading vinden.

Dat een plan wordt opgesteld, maar vervolgens niet wordt uitgewerkt en soms zelfs in de lade verdwijnt, is heel herkenbaar maar geen voorbeeld van goed beleid. Het is dan ook van belang dat uitvoering wordt gegeven aan de doelstellingen van de strategienota. Om uitvoering aan plannen te geven is het noodzakelijk dat deze worden geconcretiseerd.

Maar, zodra invulling moet worden gegeven aan de ideeën uit de strategienota blijkt iedereen dat op zijn eigen wijze te doen. Het geven van een goede invulling aan redelijk vage doelstellingen is moeilijk, maar onontbeerlijk om niet met het beleid in de lucht te blijven zweven. Een debat over deze invulling is tot nog toe aan de TU achterwege gebleven. Toch heeft het college van bestuur al wel de uitvoering ter hand genomen.

Hier verschijnen de beren op de weg. Neem de collegegelden als voorbeeld. Of deze hoog moeten zijn of niet, zou heel simpel kunnen volgen uit de richting die wij als universiteit kiezen voor onze instelling. Willen wij een aanbod ontwikkelen voor een koopkrachtige vraag? Of willen wij een aanbod toegesneden op de behoeften van studenten en de samenleving?

De minister van Onderwijs geeft de universiteit steeds meer ruimte om eigen beleid te maken en meer commercieel te werken. De keuze is nu aan ons. Wàt willen we aanbieden en voor wiè?

De eerste vraag gaat over de opleidingen. Daarover bestaat redelijke eensgezindheid. We willen in ieder geval technische opleidingen blijven aanbieden, en in hoeverre die integrerend of monodisciplinair moeten zijn is een discussie die nu onder meer gevoerd wordt in het kader van het ARTD-advies.
Welke studenten?

De tweede vraag gaat over welke studenten wij hier willen opleiden. Deze vraag komt nu pregnant naar voren met de vaststelling van de hoogte van het collegegeld voor voormalige auditoren en buitenlanders.

Het college van bestuur heeft door zijn beleid van de afgelopen tijd laten zien wat voor studenten het graag ziet op de TU, hoewel het zich hier nooit daadwerkelijk over heeft uitgelaten. Met name voor hoogbegaafde potentiële studenten moeten lokkertjes worden georganiseerd en keer op keer duikt het bindend studieadvies op (daarmee kunnen de ‘kneusjes’ worden geweerd).

Nu heeft men weer een nieuw middel om het soort instroom van studenten te bepalen, het collegegeld. En dat het college vanbestuur dit middel wil gebruiken heeft het bij monde van zijn voorzitter duidelijk laten merken. Deze zei in de universiteitsraad met zoveel woorden dat er voor dure auto’s een grote markt is en voor een dure studie dus ook.

Er is nu een moment gekomen om te beslissen voor wie deze universiteit bedoeld is. Daar kunnen we dan ons toelatingsbeleid en prijskaartje op aanpassen. Natuurlijk kunnen we, als universiteitsraad, doen alsof deze collegegeldverhoging een losstaand feit is, maar ik denk dat we dan onze plaats in het universiteitsbestuur niet waardig zijn. Als we er nu voor opteren om het collegegeld, in tegenstelling tot andere universiteiten, hoger te maken om daarmee de luxe-markt te bedienen, moeten we het collegegeld op den duur naar vijf- tot tienduizend gulden willen verhogen, ook voor de gewone studenten. We kunnen er ook voor kiezen met andere instellingen in de pas te blijven of misschien zelfs het collegegeld te verlagen.

De universiteit wordt nog steeds voor het allergrootste deel betaald door de samenleving en dáárvoor moeten we dus werken. Wij moeten tegen zo gering mogelijke kosten goede opleidingen aanbieden voor technisch geïnteresseerde vwo-abituriënten, die een verantwoordelijke rol kunnen en willen spelen in de publieke en private sectoren. Een collegegeldverhoging naar 3600 gulden, die uit financieel oogpunt niet nodig is, is dan ook geen goed beleid maar puur studentje pesten.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.