Campus

Coca Cola met kogels

Vietcong, Bin Laden of kindsoldaat, iedereen gebruikt hem. Een Palestijn uit er schietend in de lucht zijn vreugde mee en ook links cultfiguur Che Guevera zou zonder zijn AK-47 een stuk minder revoluties hebben ontketend.

/strong>

Voor het Legermuseum in Delft is de cultstatus van de kalasjnikov reden voor een expositie, die vanmiddag feestelijk wordt geopend door niemand minder dan Generaal Kalasjnikov zelf.

De kraakheldere, inmiddels 84-jarige generaal, gebruikt de expositie in Delft om nog eens in Nederland te kijken. Toen het IJzeren Gordijn rond moedertje Rusland hing, mocht hij als nationaal staatsgeheim nooit reizen.

Dit in tegenstelling tot zijn ‘kind’. ,,Het is de Coca Cola van de Russen”, zo vertelt de samensteller van de expositie. ,,Het is het grootste militaire exportproduct. Trots? De generaal zei dat hij liever een grasmaaier had bedacht.”

Het wapen is in alle smaken en uitvoeringen te bezichtigen. Neem de Russische AK-47 in een uitvoering van kinky geel berkenhout. En wat handig, de Chinezen hebben er een uitklapbare cocktailprikker aan vastgemaakt. ,,Werkt goed op korte afstand, als je kogels bijna op zijn, of om gevangenen te bedwingen”, aldus de samensteller.

De kalasjnikov dankt zijn succes aan het Herman Brood-principe: beter goed gejat dan slecht verzonnen. De generaal combineerde in 1947 het beste van bestaande geweren met veiligheidspal, repeteerschot en een afzuigkap om de luchtdruk uit de loop te halen. Russische slordigheid deed de rest, het wapen is zo slecht in elkaar gezet dat er verder niks meer fout kan gaan.

Aan elk wapen kleeft een verhaal, zo blijkt bij rondleiding langs de tientallen geweren die staan opgesteld. De Nederlanders op Nieuw Guinea waren de eerste westerlingen die door de AK-47 onder vuur werden genomen. En zo hebben de Israëliërs na bloedige kennismaking zelf hun AK-47 nagemaakt.

Collectoritems zijn een door de generaal gesigneerd exemplaar, ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag, of een voor de IRA bestemd geweer, in 1965 onderschept. Ook leuk is een heus kalasjnikovbouwpakket, voor de knutselaars onder ons.

Dat er ook bloed kleeft aan het wapen wil het museum niet uit de weg gaan. Een blok schietzeep toont wat de kogel bij binnendringen voor schade aanricht. De kogel maakt door zijn zwaartepunt achter het midden een stevige koprol en neemt daarbij alles op zijn weg mee.

De bezinningsruimte koelt het nog resterende gevoel van ‘ik wil ook oorlogje spelen’ af met een gefotografeerde schedel als eindpunt aan de tentoonstelling. Dit is echt. (RZ)

Vietcong, Bin Laden of kindsoldaat, iedereen gebruikt hem. Een Palestijn uit er schietend in de lucht zijn vreugde mee en ook links cultfiguur Che Guevera zou zonder zijn AK-47 een stuk minder revoluties hebben ontketend.

Voor het Legermuseum in Delft is de cultstatus van de kalasjnikov reden voor een expositie, die vanmiddag feestelijk wordt geopend door niemand minder dan Generaal Kalasjnikov zelf.

De kraakheldere, inmiddels 84-jarige generaal, gebruikt de expositie in Delft om nog eens in Nederland te kijken. Toen het IJzeren Gordijn rond moedertje Rusland hing, mocht hij als nationaal staatsgeheim nooit reizen.

Dit in tegenstelling tot zijn ‘kind’. ,,Het is de Coca Cola van de Russen”, zo vertelt de samensteller van de expositie. ,,Het is het grootste militaire exportproduct. Trots? De generaal zei dat hij liever een grasmaaier had bedacht.”

Het wapen is in alle smaken en uitvoeringen te bezichtigen. Neem de Russische AK-47 in een uitvoering van kinky geel berkenhout. En wat handig, de Chinezen hebben er een uitklapbare cocktailprikker aan vastgemaakt. ,,Werkt goed op korte afstand, als je kogels bijna op zijn, of om gevangenen te bedwingen”, aldus de samensteller.

De kalasjnikov dankt zijn succes aan het Herman Brood-principe: beter goed gejat dan slecht verzonnen. De generaal combineerde in 1947 het beste van bestaande geweren met veiligheidspal, repeteerschot en een afzuigkap om de luchtdruk uit de loop te halen. Russische slordigheid deed de rest, het wapen is zo slecht in elkaar gezet dat er verder niks meer fout kan gaan.

Aan elk wapen kleeft een verhaal, zo blijkt bij rondleiding langs de tientallen geweren die staan opgesteld. De Nederlanders op Nieuw Guinea waren de eerste westerlingen die door de AK-47 onder vuur werden genomen. En zo hebben de Israëliërs na bloedige kennismaking zelf hun AK-47 nagemaakt.

Collectoritems zijn een door de generaal gesigneerd exemplaar, ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag, of een voor de IRA bestemd geweer, in 1965 onderschept. Ook leuk is een heus kalasjnikovbouwpakket, voor de knutselaars onder ons.

Dat er ook bloed kleeft aan het wapen wil het museum niet uit de weg gaan. Een blok schietzeep toont wat de kogel bij binnendringen voor schade aanricht. De kogel maakt door zijn zwaartepunt achter het midden een stevige koprol en neemt daarbij alles op zijn weg mee.

De bezinningsruimte koelt het nog resterende gevoel van ‘ik wil ook oorlogje spelen’ af met een gefotografeerde schedel als eindpunt aan de tentoonstelling. Dit is echt. (RZ)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.