Om in 2030 CO2-neutraal te zijn, moet de TU bij elk besluit de milieu-impact meewegen, zegt professor Andy van den Dobbelsteen. ‘We moeten de milieulast een prijs geven.”
Soms is het dweilen met de kraan open. Zonnepanelen, dubbele beglazing; alles trek je uit de kast om CO2-uitstoot te reduceren, en dan staat er een verwarming te loeien terwijl het snikheet is. Het is een klap in het gezicht van Andy van den Dobbelsteen, hoogleraar Climate Design & Sustainability (faculteit Bouwkunde) en sinds 1 januari coördinator duurzaamheid van de TU.
“Het afgelopen jaar heb ik het meerdere malen meegemaakt bij Bouwkunde. Iemand – ik neem aan een gebouwbeheerder – draait de radiatoren vol open waardoor het 24 graden wordt. Je moet zo’n knop op stand 2 of 3 zetten, dan wordt het 20 graden. Misschien moeten we die radiatorknoppen maar vervangen door exemplaren waarop de temperatuur vermeld staat.”
Het zou zomaar een van de aanbevelingen kunnen worden die Van den Dobbelsteen op papier zet voor het college van bestuur (cvb). Hij werkt een stappenplan uit dat ertoe moet leiden dat de universiteit in 2030 CO2-neutraal is. Nul uitstoot is niet haalbaar, maar de uitstoot kan flink gereduceerd en wat resteert moet gecompenseerd worden, bijvoorbeeld door de aanplant van bos.
‘Deelplekken hebben grote voordelen’
In 2019 bedroeg de uitstoot van de TU ruim 49 duizend ton CO2-equivalenten. Dat is inclusief de uitstoot veroorzaakt door het woon-werkverkeer van alle studenten en medewerkers en het eten dat op de campus geconsumeerd wordt. Om die allemaal te compenseren zou je jaarlijks een gebied van ongeveer anderhalf maal het oppervlak van de gemeente Delft moeten beplanten met bomen (3645 hectare).
Volgende maand worden de cijfers voor 2020 bekend. Verwacht u dat de uitstoot veel lager zal zijn door de lockdown?
“Waarschijnlijk valt het tegen. Het aandeel veroorzaakt door het woon-werkverkeer en door de reizen naar het buitenland voor congresbezoek zal veel lager zijn. En ook het deel veroorzaakt door de voedselconsumptie. Al is bij deze laatste factor alleen maar sprake van een verschuiving van de uitstoot van campus naar thuis. Maar alle gebouwen werden gewoon verwarmd en verlicht, ook al zaten er in sommige panden maar enkele mensen. De universiteit gaat daar nog niet slim mee om.”
Door de coronacrisis heeft iedereen zich bekwaamd in het telewerken en onderwijs geven of krijgen op afstand. Vergemakkelijkt dit het streven naar een CO2-neutrale campus?
“Het was lange tijd not done om thuis te werken. Je werd erop aangekeken als je niet om 9.00 uur op kantoor was. Dat is nu niet meer zo. We hebben ontdekt dat we ook productief kunnen zijn als we deels thuis werken. Dat heeft grote voordelen. Twee à drie dagen per week op het werk, en de rest van de tijd vanuit huis werken; ik ben er een groot voorstander van. Niet alleen vermindert de uitstoot van reisbewegingen, je kunt ook af met minder vierkante meter werkruimte.”
Nu snijdt u een gevoelig onderwerp aan. Pleit u voor meer flexplekken?
“Veel mensen willen graag hun eigen bureau met hun plant en fotolijstjes. Maar deelplekken hebben grote voordelen. Bij Bouwkunde is het al gemeengoed. Lang niet iedereen is tegelijk op kantoor, dus je kunt door deelplekken te creëren af met kleinere kantoorruimtes. Dit is zeker een onderwerp dat weer volop ter sprake zal komen en waar Campus & Real Estate en het cvb over zullen nadenken. Ik denk ook dat de plannen die er waren voor het creëren van grote collegezalen – er was sprake van nieuwe collegezalen voor honderd tot tweehonderd studenten – nu in een ander licht worden bekeken. Corona heeft aangetoond dat veel hoorcolleges online kunnen.”
‘In Bouwkunde-kantine alleen vegetarisch eten verkopen’
Wat moet er verder gebeuren om over krap tien jaar CO2-neutraal te zijn?
“Bij elk project en bij elke aanbesteding moet de milieu-impact meegewogen worden. Dat begint bijvoorbeeld al in de kantine. In het najaar, als het collegejaar hopelijk weer enigszins normaal van start gaat, willen we experimenteren met de prijzen van eten in kantines, waarbij vlees- en andere dierlijke producten duurder zijn en niet-dierlijke producten goedkoper. En het plan is om de kantine van Bouwkunde alleen maar vegetarisch eten te laten verkopen.
“Daarnaast moeten we de milieulast een prijs geven. 130 euro per ton CO2 is realistisch. We zeggen niet, ‘je mag dit niet en je mag dat niet’. Prima als je vliegt naar een conferentie in een ver land, maar het kost wel wat. Geld dat ter compensatie apart wordt gezet, kan gebruikt worden om projecten te financieren die elders de milieulast verlagen. Het is het principe van een CO2-taks. Zo’n taks zal er hoe dan ook komen in Europa. Wij lopen er met ons plan op vooruit.”
Comments are closed.