Onderwijs

Clubs weten weinig van plannen sportcentrum

Veel sportverenigingen zijn niet op de hoogte van de veranderingen die bij het sportcentrum op stapel staan. Studentenraadsfractie Oras zegt dat zij door meerdere verenigingen is benaderd met de vraag wat de invoering van het businessplan, dat vorig jaar is opgesteld, voor hen inhoudt.

br />
Volgens Boris Gooskens van Oras, die geen clubs bij naam wil noemen, weten veel verenigingen bijvoorbeeld niet dat zij straks sponsorcontracten moeten afsluiten met de TU. Die contracten met rechten en plichten komen in plaats van de huidige subsidies die de universiteit de verenigingen geeft.

Clubs die wel weten dat hun relatie met de TU zal veranderen, vragen zich volgens Gooskens af hoe de onderhandelingen over de sponsorcontracten gaan verlopen. “De kaders waarbinnen dat moet gebeuren, zijn al gesteld. Het bedrag dat de TU een vereniging geeft, wordt bijvoorbeeld afhankelijk van het aantal leden en het niveau waarop de sport wordt beoefend. Maar hoe dat precies vorm krijgt, is nog niet bekend”, weet Gooskens.

Hij zit namens Oras in een werkgroep die zich bezighoudt met de invoering van het businessplan en die voor het einde van het jaar duidelijkheid zal geven over de invulling van de sponsorcontracten. In januari of februari kunnen dan de onderhandelingen beginnen.

Ondanks de nog bestaande onduidelijkheid vindt Gooskens het een taak van het sportcentrum om de sportverenigingen op de hoogte te houden van alle plannen. “We hebben aangedrongen op een duidelijke en snelle communicatie.”

Het hoofd van het sportcentrum Raymond Browne erkent dat verenigingen nu niet allemaal structureel op de hoogte worden gehouden. Dat moet beter, vindt hij. “We denken eraan een jaarlijkse workshopdag te houden om de verenigingen te informeren, of om een nieuwsbrief te maken. En van Oras willen we graag een klachten-top-tien krijgen.”

Dat alles moet voorkomen dat kennis verloren gaat. Browne ziet namelijk dat door de jaarlijkse bestuurswisselingen bij de sportclubs veel kennis verloren gaat. “Vooral bij de kleinere verenigingen is dat een probleem. De grote clubs zijn beter in staat tot continuïteit.”

De voorzitter van roeivereniging Proteus-Eretes, Wouter Buschgens, bevestigt dat. “Als grootste studentensportvereniging is Proteus-Eretes al in een heel vroeg stadium betrokken bij het businessplan. Maar in de loop van het proces werd duidelijk dat de overige sportverenigingen minder op de hoogte waren van de ontwikkelingen.”

Boris Gooskens van Oras maakt zich er intussen hard voor dat

‘een normaal functionerende vereniging’ geen negatieve gevolgen ondervindt van de nieuwe sponsorrelatie met de TU. “Aanvullende financiering vanuit het bedrijfsleven dient te allen tijde mogelijk te blijven en studentenorganisaties moeten hun onafhankelijkheid behouden.” (SB)

Studentenraadsfractie Oras zegt dat zij door meerdere verenigingen is benaderd met de vraag wat de invoering van het businessplan, dat vorig jaar is opgesteld, voor hen inhoudt.

Volgens Boris Gooskens van Oras, die geen clubs bij naam wil noemen, weten veel verenigingen bijvoorbeeld niet dat zij straks sponsorcontracten moeten afsluiten met de TU. Die contracten met rechten en plichten komen in plaats van de huidige subsidies die de universiteit de verenigingen geeft.

Clubs die wel weten dat hun relatie met de TU zal veranderen, vragen zich volgens Gooskens af hoe de onderhandelingen over de sponsorcontracten gaan verlopen. “De kaders waarbinnen dat moet gebeuren, zijn al gesteld. Het bedrag dat de TU een vereniging geeft, wordt bijvoorbeeld afhankelijk van het aantal leden en het niveau waarop de sport wordt beoefend. Maar hoe dat precies vorm krijgt, is nog niet bekend”, weet Gooskens.

Hij zit namens Oras in een werkgroep die zich bezighoudt met de invoering van het businessplan en die voor het einde van het jaar duidelijkheid zal geven over de invulling van de sponsorcontracten. In januari of februari kunnen dan de onderhandelingen beginnen.

Ondanks de nog bestaande onduidelijkheid vindt Gooskens het een taak van het sportcentrum om de sportverenigingen op de hoogte te houden van alle plannen. “We hebben aangedrongen op een duidelijke en snelle communicatie.”

Het hoofd van het sportcentrum Raymond Browne erkent dat verenigingen nu niet allemaal structureel op de hoogte worden gehouden. Dat moet beter, vindt hij. “We denken eraan een jaarlijkse workshopdag te houden om de verenigingen te informeren, of om een nieuwsbrief te maken. En van Oras willen we graag een klachten-top-tien krijgen.”

Dat alles moet voorkomen dat kennis verloren gaat. Browne ziet namelijk dat door de jaarlijkse bestuurswisselingen bij de sportclubs veel kennis verloren gaat. “Vooral bij de kleinere verenigingen is dat een probleem. De grote clubs zijn beter in staat tot continuïteit.”

De voorzitter van roeivereniging Proteus-Eretes, Wouter Buschgens, bevestigt dat. “Als grootste studentensportvereniging is Proteus-Eretes al in een heel vroeg stadium betrokken bij het businessplan. Maar in de loop van het proces werd duidelijk dat de overige sportverenigingen minder op de hoogte waren van de ontwikkelingen.”

Boris Gooskens van Oras maakt zich er intussen hard voor dat

‘een normaal functionerende vereniging’ geen negatieve gevolgen ondervindt van de nieuwe sponsorrelatie met de TU. “Aanvullende financiering vanuit het bedrijfsleven dient te allen tijde mogelijk te blijven en studentenorganisaties moeten hun onafhankelijkheid behouden.” (SB)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.