Campus

Chemische industrie is conservatief

Prof.dr. Jacob Moulijn geniet wereldfaam op het gebied van monolieten, die de chemische industrie nu eindelijk wil gaan gebruiken. Mede voor dit onderzoek krijgt Moulijn dit jaar de Simon Stevin Meesterprijs, de hoogste onderscheiding van STW.

/strong>

,,Ik geef met Kerstmis altijd een boekenbon of zo aan mijn medewerkers en dan verbaas ik me steeds weer over het aantal.” Jacob Moulijn kwam tien jaar geleden naar Delft om een nieuwe onderzoeksgroep industriële katalyse op te zetten. Inmiddels geeft hij leiding aan een club van zo’n vijftien promovendi, acht postdocs, twee twaio’s, drie technici, dertien gastonderzoekers en vier vaste onderzoekers waarvan er één, dr. Freek Kapteijn, recent tot Van Leeuwenhoekhoogleraar is benoemd.

Slechts een kwart van alle onderzoekers van zijn groep wordt door de TU betaald. De rest van het geld komt van bedrijven, de onderzoekfinanciers NWO en STW, het ministerie van Economische zaken en van de Europese Unie. Dat betekent veel besprekingen over soms kleine projecten. Voor al die bezoekers staat dan ook een doos met verschillende soorten thee op tafel en in de hoek van zijn kamer staat een koffie- en een espresso-automaat.

,,Om het aantal projectbesprekingen te verminderen proberen we op de terreinen waar we goed in zijn een expertisecentrum oprichten. Bedrijven kunnen dan een deel van een groter project financieren. Een consortium van bedrijven betaalt zo gezamenlijk de ontwikkeling van fundamentelere kennis die ze ieder voor zich weer voor andere productieprocessen gebruiken.”

In een nieuw expertisecentrum dat Moulijn wil opzetten moet onderzoek naar monolieten plaatsvinden, een onderwerp waar zijn onderzoeksgroep al sinds 1990 mee bezig is. Een monoliet is een keramische reactor met kleine, parallelle kanaaltjes met katalysatoren op de wand. Monolieten zorgen voor een efficiëntere katalyse van chemische processen en voor minder bijproducten. In de auto-industrie worden zij al zo’n vijftien jaar toegepast. Moulijns groep probeert de monolieten ook geschikt te maken voor toepassingen in de chemische industrie. ,,We hebben op dit vakgebied een redelijk unieke expertise, omdat we er niet alleen aan kunnen rekenen, maar ook op redelijk grote schaal experimenten doen.”

De industrie begint inmiddels interesse te krijgen in monolieten. ,,Sinds kort zie je dat bedrijven steeds meer octrooien aanvragen op toepassingen van monolieten.” Toch had Moulijn gedacht dat bedrijven de nieuwe techniek eerder zouden oppikken. ,,Bedrijven zijn conservatief. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen. Acht jaar geleden deden we bij DSM de eerste proeven en zagen dat de monolieten hun werk goed deden. We snapten op een aantal punten echter nog niet goed waarom en dan is opschalen riskant. Maar inmiddels zijn al die problemen opgehelderd. Toch zeggen veel bedrijven nog steeds: eerst zien en dan geloven. Daarom zijn we nu als universitaireonderzoekers bezig met experimenten op een veel grotere schaal dan ik had gedacht dat nodig zou zijn.”

Edelmetalen

,,Het miljoen van STW komt precies op het goede moment”, vertelt Moulijn. ,,Ik was net van plan om weer eens wat nieuws op te zetten en het eerste geld dat je voor iets nieuws zoekt, is het moeilijkst te vinden.”

Verder hoopt Moulijn dat ook een octrooi van zijn onderzoeksgroep vrij te besteden onderzoeksgeld zal opleveren. Het gaat om een octrooi op een monoliet met ribbels waarmee het gelukt is om gas en vloeistof tegen elkaar in te laten stromen. Hiermee kun je bijvoorbeeld meer zwavel uit een gas verwijderen met een kortere reactorbuis en minder katalysator.

Normaal is het het lastigst om het laatste restje zwavel uit een gas te verwijderen, omdat er tijdens het proces H2S wordt gevormd dat de katalysator deactiveert. In het nieuwe reactorontwerp zorgt de vloeistofstroom dat de afvalstoffen naar de andere kant worden weggevoerd. Daardoor kun je aan het eind van de reactor extra gevoelige en dure edelmetalen inzetten om het laatste restje zwavel uit de luchtbellen te verwijderen.

,,We hebben ook een proces in de aanbieding om schadelijke cfk’s om te zetten in het onschadelijke difluormethaan en zoutzuur. Met een multidisciplinair team hebben we dit proces ontwikkeld in een vrij korte tijdsperiode, vier tot vijf jaar. Maar of dat proces ook daadwerkelijk gebruikt gaat worden, hangt ervan af of minister Pronk de inzameling van de cfk’s gaat regelen.” Alleen dan is dit proces commercieel interessant.

Moulijn heeft er geen problemen mee dat zijn proces tot nu toe niet gebruikt wordt. ,,Ik lobby niet voor zo’n fabriek. Dat zou veel tijd kosten en die tijd gebruik ik liever voor onderwijs en onderzoek. Wetenschappelijk gezien was het een leuk project dat veel spin-offs leverde. Bovendien vonden studenten het een erg leuk onderwerp, er zijn er zo’n vijftien op afgestudeerd.”

Robots

Al krijgt hij de Simon Stevin Meesterprijs voor zijn onderzoek, Moulijn blijft benadrukken dat hij onderwijs minstens even leuk en belangrijk vindt. ,,Ik geef op het moment zo’n zes college-uren in de week. Je leert zelf ook veel van onderwijs; door ergens over te vertellen krijg je dingen op een rij en houd je je kennis paraat.”

,,Ik probeer nu mijn managementtaken wat te verminderen. Ik heb management altijd al leuk gevonden en op de Universiteit van Amsterdam ben ik zelfs decaan geweest, maar je kunt je tijd maar één keer besteden. En dan vind ik onderwijs, onderzoek en privéleven belangrijker dan managementtaken. Daarom draag ik nu het voorzitterschap van de afdeling DelftChemTech over aan de hoogleraar Gijs Ooms. Tot september neemt decaan Karel Luyben de taken tijdelijk waar.”

Moulijns nieuwste uitdaging is het chemische onderzoeksbedrijf Advantium, dat de TU Delft samen met de andere TU’s en een aantal bedrijven opricht. ,,We gaan daarvoor nieuwe apparatuurontwikkelen waarmee je met robots veel katalysatoren tegelijk kunt testen. Dat is technisch heel uitdagend.” Hij heeft daar al allerlei ideetjes voor, maar kan er vanwege de octrooibelangen niets over vertellen.

Prof.dr. Jacob Moulijn geniet wereldfaam op het gebied van monolieten, die de chemische industrie nu eindelijk wil gaan gebruiken. Mede voor dit onderzoek krijgt Moulijn dit jaar de Simon Stevin Meesterprijs, de hoogste onderscheiding van STW.

,,Ik geef met Kerstmis altijd een boekenbon of zo aan mijn medewerkers en dan verbaas ik me steeds weer over het aantal.” Jacob Moulijn kwam tien jaar geleden naar Delft om een nieuwe onderzoeksgroep industriële katalyse op te zetten. Inmiddels geeft hij leiding aan een club van zo’n vijftien promovendi, acht postdocs, twee twaio’s, drie technici, dertien gastonderzoekers en vier vaste onderzoekers waarvan er één, dr. Freek Kapteijn, recent tot Van Leeuwenhoekhoogleraar is benoemd.

Slechts een kwart van alle onderzoekers van zijn groep wordt door de TU betaald. De rest van het geld komt van bedrijven, de onderzoekfinanciers NWO en STW, het ministerie van Economische zaken en van de Europese Unie. Dat betekent veel besprekingen over soms kleine projecten. Voor al die bezoekers staat dan ook een doos met verschillende soorten thee op tafel en in de hoek van zijn kamer staat een koffie- en een espresso-automaat.

,,Om het aantal projectbesprekingen te verminderen proberen we op de terreinen waar we goed in zijn een expertisecentrum oprichten. Bedrijven kunnen dan een deel van een groter project financieren. Een consortium van bedrijven betaalt zo gezamenlijk de ontwikkeling van fundamentelere kennis die ze ieder voor zich weer voor andere productieprocessen gebruiken.”

In een nieuw expertisecentrum dat Moulijn wil opzetten moet onderzoek naar monolieten plaatsvinden, een onderwerp waar zijn onderzoeksgroep al sinds 1990 mee bezig is. Een monoliet is een keramische reactor met kleine, parallelle kanaaltjes met katalysatoren op de wand. Monolieten zorgen voor een efficiëntere katalyse van chemische processen en voor minder bijproducten. In de auto-industrie worden zij al zo’n vijftien jaar toegepast. Moulijns groep probeert de monolieten ook geschikt te maken voor toepassingen in de chemische industrie. ,,We hebben op dit vakgebied een redelijk unieke expertise, omdat we er niet alleen aan kunnen rekenen, maar ook op redelijk grote schaal experimenten doen.”

De industrie begint inmiddels interesse te krijgen in monolieten. ,,Sinds kort zie je dat bedrijven steeds meer octrooien aanvragen op toepassingen van monolieten.” Toch had Moulijn gedacht dat bedrijven de nieuwe techniek eerder zouden oppikken. ,,Bedrijven zijn conservatief. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen. Acht jaar geleden deden we bij DSM de eerste proeven en zagen dat de monolieten hun werk goed deden. We snapten op een aantal punten echter nog niet goed waarom en dan is opschalen riskant. Maar inmiddels zijn al die problemen opgehelderd. Toch zeggen veel bedrijven nog steeds: eerst zien en dan geloven. Daarom zijn we nu als universitaireonderzoekers bezig met experimenten op een veel grotere schaal dan ik had gedacht dat nodig zou zijn.”

Edelmetalen

,,Het miljoen van STW komt precies op het goede moment”, vertelt Moulijn. ,,Ik was net van plan om weer eens wat nieuws op te zetten en het eerste geld dat je voor iets nieuws zoekt, is het moeilijkst te vinden.”

Verder hoopt Moulijn dat ook een octrooi van zijn onderzoeksgroep vrij te besteden onderzoeksgeld zal opleveren. Het gaat om een octrooi op een monoliet met ribbels waarmee het gelukt is om gas en vloeistof tegen elkaar in te laten stromen. Hiermee kun je bijvoorbeeld meer zwavel uit een gas verwijderen met een kortere reactorbuis en minder katalysator.

Normaal is het het lastigst om het laatste restje zwavel uit een gas te verwijderen, omdat er tijdens het proces H2S wordt gevormd dat de katalysator deactiveert. In het nieuwe reactorontwerp zorgt de vloeistofstroom dat de afvalstoffen naar de andere kant worden weggevoerd. Daardoor kun je aan het eind van de reactor extra gevoelige en dure edelmetalen inzetten om het laatste restje zwavel uit de luchtbellen te verwijderen.

,,We hebben ook een proces in de aanbieding om schadelijke cfk’s om te zetten in het onschadelijke difluormethaan en zoutzuur. Met een multidisciplinair team hebben we dit proces ontwikkeld in een vrij korte tijdsperiode, vier tot vijf jaar. Maar of dat proces ook daadwerkelijk gebruikt gaat worden, hangt ervan af of minister Pronk de inzameling van de cfk’s gaat regelen.” Alleen dan is dit proces commercieel interessant.

Moulijn heeft er geen problemen mee dat zijn proces tot nu toe niet gebruikt wordt. ,,Ik lobby niet voor zo’n fabriek. Dat zou veel tijd kosten en die tijd gebruik ik liever voor onderwijs en onderzoek. Wetenschappelijk gezien was het een leuk project dat veel spin-offs leverde. Bovendien vonden studenten het een erg leuk onderwerp, er zijn er zo’n vijftien op afgestudeerd.”

Robots

Al krijgt hij de Simon Stevin Meesterprijs voor zijn onderzoek, Moulijn blijft benadrukken dat hij onderwijs minstens even leuk en belangrijk vindt. ,,Ik geef op het moment zo’n zes college-uren in de week. Je leert zelf ook veel van onderwijs; door ergens over te vertellen krijg je dingen op een rij en houd je je kennis paraat.”

,,Ik probeer nu mijn managementtaken wat te verminderen. Ik heb management altijd al leuk gevonden en op de Universiteit van Amsterdam ben ik zelfs decaan geweest, maar je kunt je tijd maar één keer besteden. En dan vind ik onderwijs, onderzoek en privéleven belangrijker dan managementtaken. Daarom draag ik nu het voorzitterschap van de afdeling DelftChemTech over aan de hoogleraar Gijs Ooms. Tot september neemt decaan Karel Luyben de taken tijdelijk waar.”

Moulijns nieuwste uitdaging is het chemische onderzoeksbedrijf Advantium, dat de TU Delft samen met de andere TU’s en een aantal bedrijven opricht. ,,We gaan daarvoor nieuwe apparatuurontwikkelen waarmee je met robots veel katalysatoren tegelijk kunt testen. Dat is technisch heel uitdagend.” Hij heeft daar al allerlei ideetjes voor, maar kan er vanwege de octrooibelangen niets over vertellen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.