Opinie

Brigitte Slot

Eind juli meldde ‘NRC Handelsblad’ dat de TU Delft promovendi wil inzetten als docent in de bovenbouw van het vwo. De aio’s krijgen hiervoor een spoedcursus didactische vaardigheden, waarna ze een schooljaar lang aan de slag mogen en ter compensatie gedeeltelijk worden vrijgesteld van onderwijstaken op de universiteit.

br />
De TU Delft denkt zo twee vliegen in één klap te slaan. Door bijna-generatiegenoten voor de klas te zetten, verwacht men bij scholieren de belangstelling voor technische studies aan te wakkeren en tegelijkertijd een bijdrage te leveren aan het oplossen van het lerarentekort. Dit plan rammelt aan alle kanten. Want wie is hier eigenlijk mee gediend?

Niet de aio’s. Die worden geacht binnen vier jaar een proefschrift af te leveren en getuige het schrikbarend lage aio-rendement is dat al moeilijk genoeg. Aio’s moeten in alle rust kunnen broeden op een wetenschappelijk probleem, ze moeten de tijd hebben om het zoveelste writer’s block te overwinnen en de ruimte krijgen om briljante gedachten in één adem uit te kunnen werken.

Dat zal niet echt vlotten met het vooruitzicht dat er om tien over half twee per openbaar vervoer moet worden afgereisd naar Schiedam-West, Leidschendam-Voorburg, of welke andere schoollocatie in de regio dan ook. Bovendien is lesgeven aan 16- tot 18-jarigen totaal andere koek dan college geven op de universiteit.

Het middelbaar onderwijs zelf is evenmin geholpen met de universitaire hulptroepen. Het is een illusie te denken dat de instant leraren uit Delft zullen slagen waar dat de reguliere docenten niet lukt: een substantiële toename van het aantal bètastudenten. En, nog erger, de jeugdige wonderdocenten worden voor een habbekrats ter beschikking gesteld. Elke econoom kan uitleggen wat hiervan de gevolgen zijn. Een product of dienst is net zo veel waard als de prijs waarmee de laagste aanbieder genoegen neemt. Dit betekent dat de inzet van aio’s in het middelbaar onderwijs eerder tot lagere lerarensalarissen zal leiden dan tot hogere. En dat wilden we nu net niet.

De middelbare scholieren zelf zijn ook niet gebaat bij het plan. Het is niet de jeugdigheid van de docent die inspireert, maar de liefde voor het vak, kennis en ervaring, mededogen met de muizenissen van een adolescent. Stuk voor stuk kwaliteiten die juist een zekere mate van senioriteit vragen.

Half oktober komt het college van bestuur van de TU met een tweede versie van het plan. Als men nu even één stap verder denkt kan dat even voor de hand liggend als briljant worden. Zet geen aio’s voor de klas, maar de allerbeste docenten die de universiteit in huis heeft. Beroemde hoogleraren, zoals bijvoorbeeld de econoom Arnold Heertje die na zijn pensionering op een gymnasium is gaan lesgeven. Briljante uhd’s, docenten met de Leermeesterprijs. Voor mijn part % om er maar meteen een generatiekwestie van te maken % universitaire vijftigplussers, de vroege babyboomers die zich straks toch maar stierlijk gaan vervelen op hun boerderijtje in Frankrijk en daarvoor van overheidswege worden gesubsidieerd met riante pre-pensioenregelingen waarvan de aio’s van nu alleen maar kunnen dromen.

Drs. Brigitte Slot is macro-econoom, en werkt aan een proefschrift waarop zij in 2004 aan de TU Delft hoopt te promoveren.

Eind juli meldde ‘NRC Handelsblad’ dat de TU Delft promovendi wil inzetten als docent in de bovenbouw van het vwo. De aio’s krijgen hiervoor een spoedcursus didactische vaardigheden, waarna ze een schooljaar lang aan de slag mogen en ter compensatie gedeeltelijk worden vrijgesteld van onderwijstaken op de universiteit.

De TU Delft denkt zo twee vliegen in één klap te slaan. Door bijna-generatiegenoten voor de klas te zetten, verwacht men bij scholieren de belangstelling voor technische studies aan te wakkeren en tegelijkertijd een bijdrage te leveren aan het oplossen van het lerarentekort. Dit plan rammelt aan alle kanten. Want wie is hier eigenlijk mee gediend?

Niet de aio’s. Die worden geacht binnen vier jaar een proefschrift af te leveren en getuige het schrikbarend lage aio-rendement is dat al moeilijk genoeg. Aio’s moeten in alle rust kunnen broeden op een wetenschappelijk probleem, ze moeten de tijd hebben om het zoveelste writer’s block te overwinnen en de ruimte krijgen om briljante gedachten in één adem uit te kunnen werken.

Dat zal niet echt vlotten met het vooruitzicht dat er om tien over half twee per openbaar vervoer moet worden afgereisd naar Schiedam-West, Leidschendam-Voorburg, of welke andere schoollocatie in de regio dan ook. Bovendien is lesgeven aan 16- tot 18-jarigen totaal andere koek dan college geven op de universiteit.

Het middelbaar onderwijs zelf is evenmin geholpen met de universitaire hulptroepen. Het is een illusie te denken dat de instant leraren uit Delft zullen slagen waar dat de reguliere docenten niet lukt: een substantiële toename van het aantal bètastudenten. En, nog erger, de jeugdige wonderdocenten worden voor een habbekrats ter beschikking gesteld. Elke econoom kan uitleggen wat hiervan de gevolgen zijn. Een product of dienst is net zo veel waard als de prijs waarmee de laagste aanbieder genoegen neemt. Dit betekent dat de inzet van aio’s in het middelbaar onderwijs eerder tot lagere lerarensalarissen zal leiden dan tot hogere. En dat wilden we nu net niet.

De middelbare scholieren zelf zijn ook niet gebaat bij het plan. Het is niet de jeugdigheid van de docent die inspireert, maar de liefde voor het vak, kennis en ervaring, mededogen met de muizenissen van een adolescent. Stuk voor stuk kwaliteiten die juist een zekere mate van senioriteit vragen.

Half oktober komt het college van bestuur van de TU met een tweede versie van het plan. Als men nu even één stap verder denkt kan dat even voor de hand liggend als briljant worden. Zet geen aio’s voor de klas, maar de allerbeste docenten die de universiteit in huis heeft. Beroemde hoogleraren, zoals bijvoorbeeld de econoom Arnold Heertje die na zijn pensionering op een gymnasium is gaan lesgeven. Briljante uhd’s, docenten met de Leermeesterprijs. Voor mijn part % om er maar meteen een generatiekwestie van te maken % universitaire vijftigplussers, de vroege babyboomers die zich straks toch maar stierlijk gaan vervelen op hun boerderijtje in Frankrijk en daarvoor van overheidswege worden gesubsidieerd met riante pre-pensioenregelingen waarvan de aio’s van nu alleen maar kunnen dromen.

Drs. Brigitte Slot is macro-econoom, en werkt aan een proefschrift waarop zij in 2004 aan de TU Delft hoopt te promoveren.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.