Verwende-kinderengedragIn het artikel ‘Sport en cultuur zonder verwende-kinderengedrag’ (Delta 29) komen de ideeën van de directeur van het sport- en cultuurcentrum Raymond Browne naar voren.
Browne stelt twee dingen: de student moet als klant gezien worden en de studenten moeten af van de ‘klaagcultuur’. Opgeteld betekent dat: de klant moet niet klagen.
Deze houding is onbegrijpelijk. Normaliter geldt: de klant is koning en er moet dus naar de klant geluisterd worden. Georganiseerde klachtafhandeling zorgt voor kwaliteitsbewaking. Zelfs de NS heeft een klantenservice.
Hoe komt het eigenlijk dat deze klaagcultuur is ontstaan? Door het wanbeleid van de afgelopen jaren én door het feit dat er met de klachten niets gedaan werd.
Tot voor kort verzamelde de Delftse studentensportfederatie Dssf klachten, maar de Dssf moet zich dit jaar concentreren op de ontwikkelingen op beleidsniveau, om te redden wat er te redden valt.
Daarom deze oproep aan iedereen: klaag met hernieuwde kracht. Zeur over kantinetijden, lichten die te vroeg uitgaan, docenten die niet aanwezig zijn, problemen met velden, glas in de zaal, schrale douches en de manier waarop met materiaal wordt omgegaan. Want het kind is koning.
Arend Pool en Boudewijn Wisse, Dssf-bestuur 2004-2005
Verwende-kinderengedrag (2)
Sommige redeneringen in het artikel ‘Sport en cultuur zonder verwende-kinderengedrag’ (Delta 29) zijn krom, en het imago van de student is daar de dupe van.
Het is flauw om de studenten enkel als zeurende, verwende kinderen naar voren te laten komen. De inzet van studenten, die ik om mij heen zie, is over het algemeen creatief en opbouwend.
En het is niet juist om een kleine groep illegale sporters meer aandacht te geven dan zesduizend welwillende, eerlijke studenten.
Misschien moeten niet de studenten van hun klaagcultuur af, maar moet Raymond Browne af van zijn studenten-zijn-vervelende-kinderen-complex.
Erik Huijs, student
Verwende-kinderengedrag
In het artikel ‘Sport en cultuur zonder verwende-kinderengedrag’ (Delta 29) komen de ideeën van de directeur van het sport- en cultuurcentrum Raymond Browne naar voren. Browne stelt twee dingen: de student moet als klant gezien worden en de studenten moeten af van de ‘klaagcultuur’. Opgeteld betekent dat: de klant moet niet klagen.
Deze houding is onbegrijpelijk. Normaliter geldt: de klant is koning en er moet dus naar de klant geluisterd worden. Georganiseerde klachtafhandeling zorgt voor kwaliteitsbewaking. Zelfs de NS heeft een klantenservice.
Hoe komt het eigenlijk dat deze klaagcultuur is ontstaan? Door het wanbeleid van de afgelopen jaren én door het feit dat er met de klachten niets gedaan werd.
Tot voor kort verzamelde de Delftse studentensportfederatie Dssf klachten, maar de Dssf moet zich dit jaar concentreren op de ontwikkelingen op beleidsniveau, om te redden wat er te redden valt.
Daarom deze oproep aan iedereen: klaag met hernieuwde kracht. Zeur over kantinetijden, lichten die te vroeg uitgaan, docenten die niet aanwezig zijn, problemen met velden, glas in de zaal, schrale douches en de manier waarop met materiaal wordt omgegaan. Want het kind is koning.
Arend Pool en Boudewijn Wisse, Dssf-bestuur 2004-2005
Verwende-kinderengedrag (2)
Sommige redeneringen in het artikel ‘Sport en cultuur zonder verwende-kinderengedrag’ (Delta 29) zijn krom, en het imago van de student is daar de dupe van.
Het is flauw om de studenten enkel als zeurende, verwende kinderen naar voren te laten komen. De inzet van studenten, die ik om mij heen zie, is over het algemeen creatief en opbouwend.
En het is niet juist om een kleine groep illegale sporters meer aandacht te geven dan zesduizend welwillende, eerlijke studenten.
Misschien moeten niet de studenten van hun klaagcultuur af, maar moet Raymond Browne af van zijn studenten-zijn-vervelende-kinderen-complex.
Erik Huijs, student
Comments are closed.