WindmolenparkIn het bericht ‘Windmolenpark’ (Delta 30) wordt gemeld dat Delft en Pijnacker-Nootdorp een windmolenpark willen oprichten dat maar liefst 40.5
00 megawatt uur jaarlijks moet opleveren. De lezer wordt echter een beetje misleid door het gebruik van grote getallen. Het bericht roept daardoor meteen de vraag op waarom we dit niet meteen elders in Nederland ook invoeren. De reductie van co2 staat immers nog steeds op de politieke agenda.
Welnu, 40.500 megawatt uur dekt voor beide gemeenten, aangenomen dat er niet meer dan 200 duizend inwoners zijn, een jaarlijks verbruik van circa 200 kilowatt uur per inwoner, wat minder is dan een kwart van het jaarlijkse elektriciteitsverbruik per inwoner. Bovendien gaat deze eenvoudige veronderstelling er ook van uit dat windenergie beschikbaar is wanneer je het als gebruiker nodig hebt, wat natuurlijk vaak niet het geval is. Windenergie levert uiteindelijk dus een vrij bescheiden bijdrage.
Gemiddeld gezien leveren duurzame energiebronnen een bijdrage van circa vijf procent ten opzichte van het totale energie verbruik in Nederland.
E. Schrama, universitair hoofddocent bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en het Delft institute for earth oriented space research.
Aula
Enkele passages in het artikel ‘Promovendi eisen zomervakantie op’ (Delta 30) bevreemden ons zeer. Er wordt in dit artikel door de promovendivereniging onder andere beweerd dat de beperkte beschikbaarheid van de Senaatszaal de grootste bottleneck is voor extra promotievertraging.
De praktijk is als volgt: het Aula Congrescentrum biedt de TU per jaar ongeveer 210 promotiemogelijkheden aan. Voor het grootste gedeelte is dat op maandagen en dinsdagen, maar ook andere dagen in de week kunnen en worden voor promoties gebruikt.
Van deze 210 mogelijkheden worden per jaar gemiddeld 180 mogelijkheden benut. Opvallend hierbij is dat er in de eerste paar maanden van het jaar aanzienlijk minder promoties plaatsvinden dan in het najaar, waardoor er opties onbenut blijven. Ik kan mij dus niet goed voorstellen dat de beschikbaarheid van de Senaatszaal de belangrijkste oorzaak van de vertraging zou kunnen zijn.
Overigens is het geen enkel probleem om in de maanden juli en augustus promoties in het Aula Congrescentrum te laten plaatsvinden, maar van deze mogelijkheid wordt door de TU geen gebruik gemaakt vanwege het feit dat het in die periode vrij lastig is de commissiesbij elkaar te halen.
Het gebruik van een collegezaal voor promoties tenslotte behoort wat ons betreft zeker tot de mogelijkheden.
Corrie van der Drift, hoofd aula.
Windmolenpark
In het bericht ‘Windmolenpark’ (Delta 30) wordt gemeld dat Delft en Pijnacker-Nootdorp een windmolenpark willen oprichten dat maar liefst 40.500 megawatt uur jaarlijks moet opleveren. De lezer wordt echter een beetje misleid door het gebruik van grote getallen. Het bericht roept daardoor meteen de vraag op waarom we dit niet meteen elders in Nederland ook invoeren. De reductie van co2 staat immers nog steeds op de politieke agenda.
Welnu, 40.500 megawatt uur dekt voor beide gemeenten, aangenomen dat er niet meer dan 200 duizend inwoners zijn, een jaarlijks verbruik van circa 200 kilowatt uur per inwoner, wat minder is dan een kwart van het jaarlijkse elektriciteitsverbruik per inwoner. Bovendien gaat deze eenvoudige veronderstelling er ook van uit dat windenergie beschikbaar is wanneer je het als gebruiker nodig hebt, wat natuurlijk vaak niet het geval is. Windenergie levert uiteindelijk dus een vrij bescheiden bijdrage.
Gemiddeld gezien leveren duurzame energiebronnen een bijdrage van circa vijf procent ten opzichte van het totale energie verbruik in Nederland.
E. Schrama, universitair hoofddocent bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en het Delft institute for earth oriented space research.
Aula
Enkele passages in het artikel ‘Promovendi eisen zomervakantie op’ (Delta 30) bevreemden ons zeer. Er wordt in dit artikel door de promovendivereniging onder andere beweerd dat de beperkte beschikbaarheid van de Senaatszaal de grootste bottleneck is voor extra promotievertraging.
De praktijk is als volgt: het Aula Congrescentrum biedt de TU per jaar ongeveer 210 promotiemogelijkheden aan. Voor het grootste gedeelte is dat op maandagen en dinsdagen, maar ook andere dagen in de week kunnen en worden voor promoties gebruikt.
Van deze 210 mogelijkheden worden per jaar gemiddeld 180 mogelijkheden benut. Opvallend hierbij is dat er in de eerste paar maanden van het jaar aanzienlijk minder promoties plaatsvinden dan in het najaar, waardoor er opties onbenut blijven. Ik kan mij dus niet goed voorstellen dat de beschikbaarheid van de Senaatszaal de belangrijkste oorzaak van de vertraging zou kunnen zijn.
Overigens is het geen enkel probleem om in de maanden juli en augustus promoties in het Aula Congrescentrum te laten plaatsvinden, maar van deze mogelijkheid wordt door de TU geen gebruik gemaakt vanwege het feit dat het in die periode vrij lastig is de commissiesbij elkaar te halen.
Het gebruik van een collegezaal voor promoties tenslotte behoort wat ons betreft zeker tot de mogelijkheden.
Corrie van der Drift, hoofd aula.
Comments are closed.