UD%s en UHD%s van onze universiteit moeten inspirerend, stimulerend, initiërend, flexibel en breed inzetbaar zijn. Dat las ik tenminste in een personeelsadvertentie.
Da%s niet niks. Nog wel niet zo moeilijk als People Manager met Helikopterview zoals in de advertentie ernaast, maar tóch. De eerste drie termen begrijp ik, en gelukkig, ik geloof dat ik ze allemaal ben. ‘Flexibel%, zo legde vervolgens een correspondent in de afdeling Technische Natuurkunde mij uit, is vakjargon voor ‘bereid om over te werken%.
Wel, dat wist ik niet, maar okee, dat zit ook wel snor. Nee, het is die brede inzetbaarheid die me zorgen baart. Ben ik dat? Wíl ik dat eigenlijk wel zijn?
Getver, nee. De afgelopen twee maanden heb ik natuurlijk wel iets aan onderwijs en onderzoek gedaan, maar me toch voornamelijk met nieuwbouw beziggehouden, een onderzoekvoorstel geschreven, een student geholpen met haar stageplaats, een middagsymposium georganiseerd, in het afdelingsbestuur vergaderd, publikaties geteld, de begroting opgesteld, een annual report geschreven, en met sollicitanten gepraat. Allemaal dingen die me nul komma nul opleveren in het financiële verdeelmodel, maar jongen, breed inzetbaar dat het is!
Zo breed, dat ik om verdere opkomende weeïgheid te bestrijden, besloot om weer eens een weekendje overzee door te brengen. ‘Wat is er nu op zoo%n schapeneiland te beleven’, schamperde men tegen mijn voorvader Jac. P. toen hij op Texel een baan als schoolhoofd accepteerde. Nou, dat wist hij wel. En ik ook. Verstand op nul, waddenwind tegen de opstaande kraag, lekker. En logeren bij een schoolvriendin van vroeger die logeerde in de boerderij van weer een andere schoolvriendin van vroeger. (Ingewikkeld? Niet als je breed inzetbaar bent.) Hout in de haard, cognacje bij de koffie, gure wind met veel schapen daarin. Wat is er mooier?
De volgende dag zwierven mijn vriendin en ik door de duinen, kwamen een verkleinde versie van voorvader tegen % was het brons op? % en belandden bij de vuurtoren. Daaronder staat strandpaviljoen Panorama. Net was mijn brede inzetbaarheid bijna helemaal weggewaaid, of ik werd getroffen door een nieuwe aanval. Toen we binnenstapten zag ik plotseling rechts van me een ballenbak. Een soort zandbak met vrolijke gekleurde plastic ballen waarin peuters rondwaadden % papsnoeten dus, met een duidelijke affectie voor technologie. Een doelgroep.
Opeens moest ik denken aan de vitrinewedstrijd, waarvan ons laboratorium nu al weken in de ban is. Een goed studenteninitiatief: gooi die ondergestofte ouwe rommel uit de vitrines en richt ze vóór de Voorjaarsvoorlichting opnieuw in; de vakgroep met de mooiste vitrine krijgt een prijs. Natuurlijk! Ik stort onze vitrine vol met ballen. Tastbaarder modellen van atomen zijn er niet, en de interne structuur der materie is mooi aan de zijkant te zien. Scholieren en hun ouders mogen er dan natuurijk aan schudden (= temperatuurverhoging) of er andere ballen insmijten (= inslagen van versnelde atomen) of er voor mijn part doorheen waden (= niks; maar kennelijk leuk). Wat een jeugdig elanbrengt het over op de bezoekers. En wat leerzaam. Ha, we steken die prijs in onze zak.
Mijn vriendin bekeek mijn attaque met welwillende interesse % zo zijn vriendinnen % maar had niet in de gaten hoe mijn brede hersenen nog verder verbreedden bij het zien van de koksjongen die vrolijk de patat in de frituur gooide. Mannen in witte pakken. Dát is het. De TUD moet promoteams het land insturen in witte pakken. Moet nu claimen dat het de TUD was die toen in de Bijlmer rondliep, gauw, voordat de CIA het alsnog doet. Dit heeft publicitair veel uitstraling: 1. De TUD is er altijd razendsnel bij. 2. Techniek is overal. 3. Aan de TUD weten we meer dan anderen. En bovendien: 4. We hebben mannen genoeg. Let op, de studenten zullen binnenstromen.
De karaf wijn in Panorama deed wonderen. Langzaam loste mijn inzetbaarheid weer op tot een normale breedtemaat. Het bestellingenmeisje had mijn verzoek ‘karaf wijn’ aanvankelijk verstaan als ‘caffeïnevrij’. We grinnikten. Maar ik wist dat het een laatste poging van het Opperwezen aan de Julianalaan was om mij in de volle breedte paraat te houden.
UD%s en UHD%s van onze universiteit moeten inspirerend, stimulerend, initiërend, flexibel en breed inzetbaar zijn. Dat las ik tenminste in een personeelsadvertentie. Da%s niet niks. Nog wel niet zo moeilijk als People Manager met Helikopterview zoals in de advertentie ernaast, maar tóch. De eerste drie termen begrijp ik, en gelukkig, ik geloof dat ik ze allemaal ben. ‘Flexibel%, zo legde vervolgens een correspondent in de afdeling Technische Natuurkunde mij uit, is vakjargon voor ‘bereid om over te werken%.
Wel, dat wist ik niet, maar okee, dat zit ook wel snor. Nee, het is die brede inzetbaarheid die me zorgen baart. Ben ik dat? Wíl ik dat eigenlijk wel zijn?
Getver, nee. De afgelopen twee maanden heb ik natuurlijk wel iets aan onderwijs en onderzoek gedaan, maar me toch voornamelijk met nieuwbouw beziggehouden, een onderzoekvoorstel geschreven, een student geholpen met haar stageplaats, een middagsymposium georganiseerd, in het afdelingsbestuur vergaderd, publikaties geteld, de begroting opgesteld, een annual report geschreven, en met sollicitanten gepraat. Allemaal dingen die me nul komma nul opleveren in het financiële verdeelmodel, maar jongen, breed inzetbaar dat het is!
Zo breed, dat ik om verdere opkomende weeïgheid te bestrijden, besloot om weer eens een weekendje overzee door te brengen. ‘Wat is er nu op zoo%n schapeneiland te beleven’, schamperde men tegen mijn voorvader Jac. P. toen hij op Texel een baan als schoolhoofd accepteerde. Nou, dat wist hij wel. En ik ook. Verstand op nul, waddenwind tegen de opstaande kraag, lekker. En logeren bij een schoolvriendin van vroeger die logeerde in de boerderij van weer een andere schoolvriendin van vroeger. (Ingewikkeld? Niet als je breed inzetbaar bent.) Hout in de haard, cognacje bij de koffie, gure wind met veel schapen daarin. Wat is er mooier?
De volgende dag zwierven mijn vriendin en ik door de duinen, kwamen een verkleinde versie van voorvader tegen % was het brons op? % en belandden bij de vuurtoren. Daaronder staat strandpaviljoen Panorama. Net was mijn brede inzetbaarheid bijna helemaal weggewaaid, of ik werd getroffen door een nieuwe aanval. Toen we binnenstapten zag ik plotseling rechts van me een ballenbak. Een soort zandbak met vrolijke gekleurde plastic ballen waarin peuters rondwaadden % papsnoeten dus, met een duidelijke affectie voor technologie. Een doelgroep.
Opeens moest ik denken aan de vitrinewedstrijd, waarvan ons laboratorium nu al weken in de ban is. Een goed studenteninitiatief: gooi die ondergestofte ouwe rommel uit de vitrines en richt ze vóór de Voorjaarsvoorlichting opnieuw in; de vakgroep met de mooiste vitrine krijgt een prijs. Natuurlijk! Ik stort onze vitrine vol met ballen. Tastbaarder modellen van atomen zijn er niet, en de interne structuur der materie is mooi aan de zijkant te zien. Scholieren en hun ouders mogen er dan natuurijk aan schudden (= temperatuurverhoging) of er andere ballen insmijten (= inslagen van versnelde atomen) of er voor mijn part doorheen waden (= niks; maar kennelijk leuk). Wat een jeugdig elanbrengt het over op de bezoekers. En wat leerzaam. Ha, we steken die prijs in onze zak.
Mijn vriendin bekeek mijn attaque met welwillende interesse % zo zijn vriendinnen % maar had niet in de gaten hoe mijn brede hersenen nog verder verbreedden bij het zien van de koksjongen die vrolijk de patat in de frituur gooide. Mannen in witte pakken. Dát is het. De TUD moet promoteams het land insturen in witte pakken. Moet nu claimen dat het de TUD was die toen in de Bijlmer rondliep, gauw, voordat de CIA het alsnog doet. Dit heeft publicitair veel uitstraling: 1. De TUD is er altijd razendsnel bij. 2. Techniek is overal. 3. Aan de TUD weten we meer dan anderen. En bovendien: 4. We hebben mannen genoeg. Let op, de studenten zullen binnenstromen.
De karaf wijn in Panorama deed wonderen. Langzaam loste mijn inzetbaarheid weer op tot een normale breedtemaat. Het bestellingenmeisje had mijn verzoek ‘karaf wijn’ aanvankelijk verstaan als ‘caffeïnevrij’. We grinnikten. Maar ik wist dat het een laatste poging van het Opperwezen aan de Julianalaan was om mij in de volle breedte paraat te houden.
Comments are closed.