Bill Rossen en Jerôme Schalkwijk zijn gekozen tot docent en afstudeerder van het afgelopen studiejaar. De laatste studeerde af met een tien.
Hoogleraar petroleumwinning Rossen is ‘aangenaam verrast’ door zijn uitverkiezing tot beste docent van de TU Delft 2011. “We zijn erg vereerd bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Het is de tweede keer in twee jaar tijd dat deze faculteit de beste docent heeft.”
In 2009 was Susanne Rudolph de beste. Haar leidinggevende toen was Bill Rossen. Zijn studenten typeren Rossen als ‘een inspirerende en enthousiaste docent met oneindig geduld en geniale praktijkvoorbeelden’.
Rossen weet nog niet hoe hij de gewonnen vijfduizend euro voor onderwijsverbetering gaat inzetten. Ook voor de tweeduizend euro die hij zelf mag houden, heeft hij nog geen bestemming. Voor zijn eigen lessen deed Rossen van medegenomineerde Peter Naaijen een idee op: studenten belonen die de meeste fouten in zijn college vinden. “Briljant.”
Ook briljant is Jerôme Schalkwijk (24), die in september 2010 aan de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) afstudeerde op lage wolken. Die hebben een grote afkoelende invloed op ons klimaat, omdat ze zonlicht terugkaatsen. Wat gebeurt er met de wolken als de aarde opwarmt door klimaatverandering? Komen er dan minder, en wordt de opwarming daardoor versterkt, of gebeurt het omgekeerde?
Wetenschappers van TNW gebruiken supercomputers om daarachter te komen. Samen met de computer graphics-groep van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica paste Schalkwijk het simulatieprogramma zodanig aan dat het kan draaien op de grafische kaart (GPU) van een gewone pc. Dat maakt het volgens de voordracht mogelijk ‘om snelle wolkensimulaties uit te voeren op een lokaal werkstation’.
Schalkwijk ontwikkelde ook ‘een abstract conceptueel model van het wolkentype cumulus, waardoor het probleem minder complex werd maar toch zijn essentie behield’, aldus TNW.
Schalkwijk is inmiddels alweer een jaar bezig met zijn promotie, waarvoor hij vier dagen in de week in Delft zit en één dag bij het KNMI. De bedoeling is dat hij GPU-simulaties gaat uitvoeren voor het Nederlandse weer.
Een bestemming voor de gewonnen tweeduizend euro heeft de promovendus nog niet. Hij had er niet op gerekend te winnen. Dat terwijl Schalkwijk niet minder dan een tien haalde voor zijn afstuderen. Ook op de middelbare school was hij al de beste van zijn jaar.
Heeft Schalkwijk nog een wijze les voor de studenten van nu? “Gewoon hard werken”, is zijn advies. “Sporten heb ik er ook altijd naast gedaan. Dat houdt je hoofd helder.”
Vooral Engeland, Italië en Letland snijden in het budget voor hoger onderwijs en onderzoek, stelt de Europese vereniging van hogescholen en universiteiten EUA. In nog eens negen landen zien de instellingen hun budget tot tien procent krimpen.
Nederland staat in het rijtje van landen waar het wel meevalt, samen met de Scandinavische landen, Zwitserland en Polen: er wordt niet of weinig bezuinigd. De EUA noemt ook vier landen waarin toegezegde investeringen zijn geschrapt, waaronder België.
Slechts twee landen steken extra geld in het hoger onderwijs: Frankrijk en Duitsland. Portugal doet dat ook, maar gaat waarschijnlijk wel snijden in het salaris van docenten.
De EUA heeft bekeken of de budgetten groeien of krimpen, maar meldt niets over hun omvang. Uit cijfers van de economische samenwerkingsorganisatie OESO blijkt dat Frankrijk en Duitsland vooral een inhaalslag maken, omdat ze momenteel per student minder uitgeven dan bijvoorbeeld Nederland en Groot-Brittannië, en veel minder dan Noorwegen, Denemarken en Zweden.
Ook staat er niet bij waarop er bezuinigd wordt. In Groot-Brittannië moeten studenten zo’n tienduizend euro collegegeld gaan betalen, waardoor de universiteiten naar verhouding weinig zullen merken van de slinkende overheidsuitgaven: de studenten vangen de klap op.
In Nederland en Noorwegen groeit het aantal studenten, meldt de EUA, terwijl het budget licht achteruit gaat en het collegegeld vrijwel gelijk blijft. Ook dat is een bezuiniging, maar het stof moet nog neerdalen: het is niet duidelijk welk effect het zal hebben.
Publieke financiering vormt ongeveer driekwart van de inkomsten van het Europese hoger onderwijs. Het is nog niet bekend wat er is gebeurd met de investeringen van het bedrijfsleven in het hoger onderwijs. De data zijn complexer en moeilijker te verzamelen, aldus de EUA.
Hoewel de crisis geen directe impact lijkt te hebben op deze ‘derde geldstroom’, melden verschillende landen toch dat nieuwe samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven moeilijker van de grond komen. In Portugal, Nederland en Groot-Brittannië zijn volgens de EUA gevallen bekend waarin projecten zijn stopgezet.

Comments are closed.