Campus

Bietser

Ik probeer al wekenlang m’n laatste sigaret te roken, maar ik kom er niet aan toe. Op een of andere manier blijk ik altijd de laatste weg te geven aan een bietser.

Een bietser is iemand die naar eigen zeggen niet rookt, maar soms wel. Uit zelfbescherming koopt hij zelf nooit een pakje sigaretten, want dat zou hij zomaar per ongeluk helemaal zelf kunnen oproken. Hij weet waarschijnlijk niet eens waar hij zo’n pakje kan kopen.

Een fervent bietser is te herkennen aan het onzekere hanggedrag rond eerlijke, stevige rokers. Op sluwe wijze probeert hij graantjes mee te pikken van de gezelligheid, die het rookcircuit kenmerkt. En dat terwijl iedere doorgewinterde roker zijn of haar gram rijkelijk betaald heeft met een groot percentage van de eerlijk verdiende studiebeurs. Want een pakje sigaretten gaat niet in de koude kleren zitten: er worden tegenwoordig flinke geldbedragen neergeteld voor een beetje ademnood.

Vroeger, toen ik zelf nog niet rookte, was ik ook bietser. Ik had een hekel aan rokers en zij ook aan mij. Pas toen ik mijn eerste pakje zelf kocht, begon ik een hekel te krijgen aan bietsers.

Dit is een ontwikkeling die elke bietser zal doormaken. Rokers zijn inmiddels al zo ver ontwikkeld en beginnen in te zien dat roken geen zin meer heeft. Wanneer we dadelijk niet meer in de trein, op het station, of op de faculteit mogen roken, is de gezelligheid er vanaf en stoppen we natuurlijk.

En dan zijn we ook eindelijk van de bietsers af. De geplande rookzuilen op de stations zijn slechts afleidingmanoeuvres voor hen. De enigen, die je dadelijk nog rond die rookzuilen zult zien hangen, zijn bietsers: onzeker op zoek naar de rokers. Maar die zijn dan echt gestopt.

Ik probeer al wekenlang m’n laatste sigaret te roken, maar ik kom er niet aan toe. Op een of andere manier blijk ik altijd de laatste weg te geven aan een bietser. Een bietser is iemand die naar eigen zeggen niet rookt, maar soms wel. Uit zelfbescherming koopt hij zelf nooit een pakje sigaretten, want dat zou hij zomaar per ongeluk helemaal zelf kunnen oproken. Hij weet waarschijnlijk niet eens waar hij zo’n pakje kan kopen.

Een fervent bietser is te herkennen aan het onzekere hanggedrag rond eerlijke, stevige rokers. Op sluwe wijze probeert hij graantjes mee te pikken van de gezelligheid, die het rookcircuit kenmerkt. En dat terwijl iedere doorgewinterde roker zijn of haar gram rijkelijk betaald heeft met een groot percentage van de eerlijk verdiende studiebeurs. Want een pakje sigaretten gaat niet in de koude kleren zitten: er worden tegenwoordig flinke geldbedragen neergeteld voor een beetje ademnood.

Vroeger, toen ik zelf nog niet rookte, was ik ook bietser. Ik had een hekel aan rokers en zij ook aan mij. Pas toen ik mijn eerste pakje zelf kocht, begon ik een hekel te krijgen aan bietsers.

Dit is een ontwikkeling die elke bietser zal doormaken. Rokers zijn inmiddels al zo ver ontwikkeld en beginnen in te zien dat roken geen zin meer heeft. Wanneer we dadelijk niet meer in de trein, op het station, of op de faculteit mogen roken, is de gezelligheid er vanaf en stoppen we natuurlijk.

En dan zijn we ook eindelijk van de bietsers af. De geplande rookzuilen op de stations zijn slechts afleidingmanoeuvres voor hen. De enigen, die je dadelijk nog rond die rookzuilen zult zien hangen, zijn bietsers: onzeker op zoek naar de rokers. Maar die zijn dan echt gestopt.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.