Wie giftige stoffen onder het wegdek verstopt, heeft geen vuilnisbelt of stortplaats meer nodig. Mooi idee, maar kosten en consequenties van deze oplossing zijn vaak onduidelijk.
,,Er is veel koudwatervrees.”
In de fundering van een busbaan bij Maastricht zijn sterk vervuilde stoffen verwerkt. Bewust, want dergelijk hergebruik levert weinig gevaar voor milieu en volksgezondheid op. Toch wordt deze techniek nog weinig toegepast. ,,Veel gerenommeerde aannemers hebben nog koudwatervrees”, meent Francisca Felix, die in april bij de subfaculteit civiele techniek op dit onderwerp hoopt te promoveren. ,,De aannemers kennen de mogelijkheden van immobilisatie van vervuilde stoffen in beton, maar zijn nog terughoudend. Ze zijn bang voor de publieke opinie.”
Naast de publieke opinie is ook de wetgeving een obstakel. Zo bestaat er bijvoorbeeld een wettelijke terugnameplicht die zegt dat de aannemer de gebruikte materialen weer moet terugnemen bij de ontmanteling van het object. ,,Ook na vijftig jaar nog. Wanneer daar schadelijke stoffen bij zitten, betekent dat dus een risico voor de aannemer.” Kleinere aannemers zijn volgens Felix eerder bereid deze gok te wagen.
De keuze tussen hergebruik of storten is vrij complex. ,,Het bevoegd gezag is vaak in onzekerheid over de consequenties van dergelijk hergebruik. De technische mogelijkheden zijn er, het is veelal economisch haalbaar en voldoet vaak aan de wettelijke eisen uit het bouwstoffenbesluit.” Toch weten ook organisaties als de stichting Natuur en Milieu niet of ze de techniek goedkeuren. Een dergelijke diffuse verspreiding van gevaarlijke afvalstoffen kan volgens hen riskant zijn. Een eenduidig standpunt nemen ze echter niet in.
Baggerspecie
Assen die vrijkomen bij de verbranding van huishoudelijk afval kunnen op weinig manieren worden hergebruikt. Zinkslakken blijven over bij de zinkproductie, net als koepelovenstof bij staalfabrieken. Hetzelfde geldt voor baggerspecie, dat vaak vervuild is met zware metalen als cadmium, nikkel of chroom. Deze stoffen worden nu veelal gestort op speciale stortplaatsen, die zijn onderworpen aan strenge veiligheidseisen. Op de Maasvlakte bijvoorbeeld. En daar blijven ze dan tot het einde der tijden liggen.
Veel van dergelijke stortplaatsen hebben we niet in Nederland, en de overheid is niet van plan nieuwe aan te leggen. De overheid ziet namelijk wel wat in immobilisatie. Gooi de afvalstoffen bijvoorbeeld met wat cement en water in een betonmolen, en er ontstaat een blok beton. Regen en oppervlaktewater kunnen nu plotseling veel minder makkelijk doordringen tot de verontreinigde stoffen, waardoor het milieugevaar aanzienlijk kleiner wordt.
Naast verwerking in beton bestaat er ook een thermische variant, waarbij de afvalstoffen worden verwarmd en direct weer afgekoeld, waardoor een harde substantie ontstaat. En is het dan nog niet helemaal zeker dat er geen gevaarlijke stoffen vrijkomen, dan kan er altijd nog een beschermend stuk folie worden aangebracht.
Deze immobilisatietechniek heeft een groot voordeel: er zijn minder isolatievoorzieningen nodig op de stortplaatsen. Dit nieuwe materiaal is bovendien bruikbaar voor mooie stukjes nieuwe infrastructuur, zoals bijvoorbeeld de Maastrichtse busbaan.
Dijkverzwaring
Om de beleidsmaker te ondersteunen bij zijn keuze voor of tegen beton met afvalstoffen ontwikkelde Felix een beslissingsmodel. ,,Stel er is een bedrijf dat een grote hoeveelheid afvalstoffen over heeft. Dit bedrijf stapt naar de provincie om te vragen of deze stoffen gebruikt mogen worden voor een dijkverzwaring. Met behulp van mijn model kan de provincie vervolgens de effecten van verschillende mogelijkheden inschatten”, vertelt Felix. ,,Daarna pas verleent de provincie een vergunning, tenzij er natuurlijk grote gevaren voor het milieu ontstaan en er dus beter gestort kan worden.”
Voordat schadelijke stoffen verdwijnen in de dijk of busbaan bij u in de buurt, moeten duurzaamheidsproeven met de blokken met ingesloten milieuonvriendelijke stof gedaan worden. ,,De blokken worden blootgesteld aan extreme omstandigheden als erosie, water, hitte en vorst om te kijken welke hoeveelheden van componenten er nog vrijkomen.” Dergelijke proeven kosten aanzienlijk wat tijd, ongeveer drie maanden. De resultaten worden meegenomen in Felix’ model, en afgewogen tegen alle relevante kosten en baten, inclusief productiekosten, transportafstanden en energiegebruik.
Felix deed een fictieve case, en trommelde enkele beleidsmakers, experts en eigenaren van afvalstoffen op om haar model te beoordelen en over de uitkomsten te discussiëren. ,,Ze vonden het bruikbaar. Het model levert precies het inzicht dat ze misten, vooral de kwantificering van de langetermijneffecten vonden ze sterk.” Voor de toekomst verwacht Felix dan ook dat de obstakels langzaam verdwijnen. ,,Ik denk dat er steeds meer afvalstoffen op deze manier zullen worden verwerkt.” Over enkele jaren zijn veel schadelijke stoffen veilig opgeborgen in ons wegennet.
Wie giftige stoffen onder het wegdek verstopt, heeft geen vuilnisbelt of stortplaats meer nodig. Mooi idee, maar kosten en consequenties van deze oplossing zijn vaak onduidelijk. ,,Er is veel koudwatervrees.”
In de fundering van een busbaan bij Maastricht zijn sterk vervuilde stoffen verwerkt. Bewust, want dergelijk hergebruik levert weinig gevaar voor milieu en volksgezondheid op. Toch wordt deze techniek nog weinig toegepast. ,,Veel gerenommeerde aannemers hebben nog koudwatervrees”, meent Francisca Felix, die in april bij de subfaculteit civiele techniek op dit onderwerp hoopt te promoveren. ,,De aannemers kennen de mogelijkheden van immobilisatie van vervuilde stoffen in beton, maar zijn nog terughoudend. Ze zijn bang voor de publieke opinie.”
Naast de publieke opinie is ook de wetgeving een obstakel. Zo bestaat er bijvoorbeeld een wettelijke terugnameplicht die zegt dat de aannemer de gebruikte materialen weer moet terugnemen bij de ontmanteling van het object. ,,Ook na vijftig jaar nog. Wanneer daar schadelijke stoffen bij zitten, betekent dat dus een risico voor de aannemer.” Kleinere aannemers zijn volgens Felix eerder bereid deze gok te wagen.
De keuze tussen hergebruik of storten is vrij complex. ,,Het bevoegd gezag is vaak in onzekerheid over de consequenties van dergelijk hergebruik. De technische mogelijkheden zijn er, het is veelal economisch haalbaar en voldoet vaak aan de wettelijke eisen uit het bouwstoffenbesluit.” Toch weten ook organisaties als de stichting Natuur en Milieu niet of ze de techniek goedkeuren. Een dergelijke diffuse verspreiding van gevaarlijke afvalstoffen kan volgens hen riskant zijn. Een eenduidig standpunt nemen ze echter niet in.
Baggerspecie
Assen die vrijkomen bij de verbranding van huishoudelijk afval kunnen op weinig manieren worden hergebruikt. Zinkslakken blijven over bij de zinkproductie, net als koepelovenstof bij staalfabrieken. Hetzelfde geldt voor baggerspecie, dat vaak vervuild is met zware metalen als cadmium, nikkel of chroom. Deze stoffen worden nu veelal gestort op speciale stortplaatsen, die zijn onderworpen aan strenge veiligheidseisen. Op de Maasvlakte bijvoorbeeld. En daar blijven ze dan tot het einde der tijden liggen.
Veel van dergelijke stortplaatsen hebben we niet in Nederland, en de overheid is niet van plan nieuwe aan te leggen. De overheid ziet namelijk wel wat in immobilisatie. Gooi de afvalstoffen bijvoorbeeld met wat cement en water in een betonmolen, en er ontstaat een blok beton. Regen en oppervlaktewater kunnen nu plotseling veel minder makkelijk doordringen tot de verontreinigde stoffen, waardoor het milieugevaar aanzienlijk kleiner wordt.
Naast verwerking in beton bestaat er ook een thermische variant, waarbij de afvalstoffen worden verwarmd en direct weer afgekoeld, waardoor een harde substantie ontstaat. En is het dan nog niet helemaal zeker dat er geen gevaarlijke stoffen vrijkomen, dan kan er altijd nog een beschermend stuk folie worden aangebracht.
Deze immobilisatietechniek heeft een groot voordeel: er zijn minder isolatievoorzieningen nodig op de stortplaatsen. Dit nieuwe materiaal is bovendien bruikbaar voor mooie stukjes nieuwe infrastructuur, zoals bijvoorbeeld de Maastrichtse busbaan.
Dijkverzwaring
Om de beleidsmaker te ondersteunen bij zijn keuze voor of tegen beton met afvalstoffen ontwikkelde Felix een beslissingsmodel. ,,Stel er is een bedrijf dat een grote hoeveelheid afvalstoffen over heeft. Dit bedrijf stapt naar de provincie om te vragen of deze stoffen gebruikt mogen worden voor een dijkverzwaring. Met behulp van mijn model kan de provincie vervolgens de effecten van verschillende mogelijkheden inschatten”, vertelt Felix. ,,Daarna pas verleent de provincie een vergunning, tenzij er natuurlijk grote gevaren voor het milieu ontstaan en er dus beter gestort kan worden.”
Voordat schadelijke stoffen verdwijnen in de dijk of busbaan bij u in de buurt, moeten duurzaamheidsproeven met de blokken met ingesloten milieuonvriendelijke stof gedaan worden. ,,De blokken worden blootgesteld aan extreme omstandigheden als erosie, water, hitte en vorst om te kijken welke hoeveelheden van componenten er nog vrijkomen.” Dergelijke proeven kosten aanzienlijk wat tijd, ongeveer drie maanden. De resultaten worden meegenomen in Felix’ model, en afgewogen tegen alle relevante kosten en baten, inclusief productiekosten, transportafstanden en energiegebruik.
Felix deed een fictieve case, en trommelde enkele beleidsmakers, experts en eigenaren van afvalstoffen op om haar model te beoordelen en over de uitkomsten te discussiëren. ,,Ze vonden het bruikbaar. Het model levert precies het inzicht dat ze misten, vooral de kwantificering van de langetermijneffecten vonden ze sterk.” Voor de toekomst verwacht Felix dan ook dat de obstakels langzaam verdwijnen. ,,Ik denk dat er steeds meer afvalstoffen op deze manier zullen worden verwerkt.” Over enkele jaren zijn veel schadelijke stoffen veilig opgeborgen in ons wegennet.
Comments are closed.