Onderwijs

Bèta-studenten kiezen voor algemene universiteiten

Mijnbouw, maritieme techniek en technische natuurkunde zijn de grote verliezers, volgens de jongste vooraanmeldingscijfers.Vrijwel alle Delftse universitaire opleidingen hebben volgens de vooraanmeldingscijfers van 23 juni te kampen met een tanende belangstelling van de abituriënten.

In totaal zijn er 217 minder aanmeldingen, een afname van elf procent. De TU in Eindhoven trekt vier procent (48) minder studenten, Twente maar één procent (10 studenten).

In Delft toont alleen materiaalkunde een percentueel spectaculaire stijging van vijfenzeventig procent. Door het kleine aantal studenten dat elk jaar materiaalkunde kiest, komt dat neer op zes extra inschrijvingen.

Voor alle technische universiteiten geldt een daling in de natuurkundestudenten. Deze afname komt ten goede aan de algemene universiteiten. Vooral Leiden, Utrecht en Groningen zijn onder deze studenten in trek. Zij trekken ook veel meer wiskundestudenten dan de TU’s.

Collegevoorzitter De Voogd ziet geen reden voor paniek in de teruglopende vooraanmeldingscijfers, gezien het uitstelgedrag van met name randstedelijke studenten. ,,De cijfers vertonen een grillig beeld, maar de ervaring van de afgelopen jaren leert dat we ons niet direct zorgen hoeven te maken. Het late inschrijven is een fenomeen waar we nog geen verklaring voor hebben.”

Doordat veel vwo-ers steeds later hun keuze maken kan een aanvankelijk sterke daling van de belangstelling uiteindelijk nog resulteren in een record aantal inschrijvingen. Deze tendens blijkt uit de weergegeven tabel. Zo leek lucht- en ruimtevaarttechniek op 25 juni 1999 af te stevenen op een terugval in het aantal eerstejaars. Uiteindelijk begonnen in augustus echter 352 mensen aan de studie, 67 meer dan in 1998.

Mijnbouw, maritieme techniek en technische natuurkunde zijn de grote verliezers, volgens de jongste vooraanmeldingscijfers.

Vrijwel alle Delftse universitaire opleidingen hebben volgens de vooraanmeldingscijfers van 23 juni te kampen met een tanende belangstelling van de abituriënten. In totaal zijn er 217 minder aanmeldingen, een afname van elf procent. De TU in Eindhoven trekt vier procent (48) minder studenten, Twente maar één procent (10 studenten).

In Delft toont alleen materiaalkunde een percentueel spectaculaire stijging van vijfenzeventig procent. Door het kleine aantal studenten dat elk jaar materiaalkunde kiest, komt dat neer op zes extra inschrijvingen.

Voor alle technische universiteiten geldt een daling in de natuurkundestudenten. Deze afname komt ten goede aan de algemene universiteiten. Vooral Leiden, Utrecht en Groningen zijn onder deze studenten in trek. Zij trekken ook veel meer wiskundestudenten dan de TU’s.

Collegevoorzitter De Voogd ziet geen reden voor paniek in de teruglopende vooraanmeldingscijfers, gezien het uitstelgedrag van met name randstedelijke studenten. ,,De cijfers vertonen een grillig beeld, maar de ervaring van de afgelopen jaren leert dat we ons niet direct zorgen hoeven te maken. Het late inschrijven is een fenomeen waar we nog geen verklaring voor hebben.”

Doordat veel vwo-ers steeds later hun keuze maken kan een aanvankelijk sterke daling van de belangstelling uiteindelijk nog resulteren in een record aantal inschrijvingen. Deze tendens blijkt uit de weergegeven tabel. Zo leek lucht- en ruimtevaarttechniek op 25 juni 1999 af te stevenen op een terugval in het aantal eerstejaars. Uiteindelijk begonnen in augustus echter 352 mensen aan de studie, 67 meer dan in 1998.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.