De studentenraad (sr) heeft een belangrijk punt gescoord. Buitenlandse studenten komen vanaf dit studiejaar ook in aanmerking voor financiële ondersteuning indien zij door ziekte of onderwijskundige overmacht studievertraging oplopen.
/strong>
Nederlandse studenten kunnen bij studievertraging een beroep doen op de Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (RFOS). Voorwaarde hierbij is wel dat het oponthoud is veroorzaakt door ziekte, zwangerschap, familieomstandigheden of onderwijskundige overmacht.
De centrale studentenraad vond het niet juist dat deze regeling alleen gold voor Nederlandse studenten en niet voor buitenlandse. ,,De TU Delft heeft internationalisering hoog in het vaandel staan en daarom vonden wij een dergelijk onderscheid tussen deze twee groepen studenten onterecht”, aldus Victor Joosten, lid van de commissie Reglementen Studentenzaken en Organisatie. ,,Afgelopen jaar heeft de toenmalige sr de kwestie aangekaart. Hij vond dat er ook een financiële ondersteuning moest komen voor buitenlandse studenten met studievertraging.”
Voorspelbare risico’s
Het lukte de sr het onderwerp in december 1999 op de agenda te krijgen. In oktober dit jaar resulteerde dit initiatief in de Regeling Financiële Ondersteuning Buitenlandse Studenten die in de wandelgangen afgekort wordt tot FOBS.
Het is een beperktere regeling dan de RFOS. Buitenlandse studenten komen alleen in aanmerking voor ondersteuning bij studievertraging in geval van ziekte en onderwijskundige overmacht. Volgens drs. Mark Waanders, beleidsmedewerker internationalisering van onderwijs-, onderzoek- en studentenbeleid, is bewust gekozen voor een beperkte regeling. ,,RFOS is een wettelijke regeling. FOBS is een eigen initiatief van de TU en wordt betaald uit eigen middelen. Wij hoeven dit dus niet te doen, maar we zien het als een extra serviceverlening naar de buitenlandse studenten toe. Het is echter geen sociaal vangnet voor alle denkbare problemen.”
Uitgangspunt bij het opzetten van de FOBS was dat voorspelbare risico’s uitgesloten moesten worden. Zwangerschap viel volgens het college van bestuur in deze categorie. Familieomstandigheden vormen een ander verhaal volgens Waanders. Nederlandse studenten die te maken krijgen met een ziek familielid zijn veelal een paar weken uit de roulatie en pakken daarna snel de draad weer op. Anders ligt het als een Indonesische student te maken krijgt met familieproblemen. Vaak moet hij of zij terugkeren naar huis en de studie onderbreken. ,,Het is financieel niet haalbaar om zo’n student dan maanden te gaan ondersteunen.”
De beperkte regeling heeft ook als doel te voorkomen dat de kosten onbeheersbaar worden. ,,Studentendecanen waren daar huiverig voor. Om die reden hebben wij bijvoorbeeld psychische problemen ook uitgesloten en gekozen voor duidelijke toelatingscriteria waaroverniet te veel discussie kan ontstaan. Nogmaals: de FOBS is niet meer dan een financiële tegemoetkoming voor specifieke gevallen en geen sociale uitkering.”
Ondanks deze beperkingen is de sr tevreden over de invoering van de FOBS. Joosten: ,,Alleen vinden wij het een minpuntje dat een student een gemiddelde studievoortgang moet hebben van 70 procent. Maar over drie jaar wordt de regeling geëvalueerd en wellicht stelt de sr dan dit punt nogmaals ter discussie. Het is ons in ieder geval gelukt de FOBS te realiseren en wij vinden dat daarbij een rechtsongelijkheid tussen Nederlandse en buitenlandse studenten voor een groot deel is weggenomen.”
De studentenraad (sr) heeft een belangrijk punt gescoord. Buitenlandse studenten komen vanaf dit studiejaar ook in aanmerking voor financiële ondersteuning indien zij door ziekte of onderwijskundige overmacht studievertraging oplopen.
Nederlandse studenten kunnen bij studievertraging een beroep doen op de Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (RFOS). Voorwaarde hierbij is wel dat het oponthoud is veroorzaakt door ziekte, zwangerschap, familieomstandigheden of onderwijskundige overmacht.
De centrale studentenraad vond het niet juist dat deze regeling alleen gold voor Nederlandse studenten en niet voor buitenlandse. ,,De TU Delft heeft internationalisering hoog in het vaandel staan en daarom vonden wij een dergelijk onderscheid tussen deze twee groepen studenten onterecht”, aldus Victor Joosten, lid van de commissie Reglementen Studentenzaken en Organisatie. ,,Afgelopen jaar heeft de toenmalige sr de kwestie aangekaart. Hij vond dat er ook een financiële ondersteuning moest komen voor buitenlandse studenten met studievertraging.”
Voorspelbare risico’s
Het lukte de sr het onderwerp in december 1999 op de agenda te krijgen. In oktober dit jaar resulteerde dit initiatief in de Regeling Financiële Ondersteuning Buitenlandse Studenten die in de wandelgangen afgekort wordt tot FOBS.
Het is een beperktere regeling dan de RFOS. Buitenlandse studenten komen alleen in aanmerking voor ondersteuning bij studievertraging in geval van ziekte en onderwijskundige overmacht. Volgens drs. Mark Waanders, beleidsmedewerker internationalisering van onderwijs-, onderzoek- en studentenbeleid, is bewust gekozen voor een beperkte regeling. ,,RFOS is een wettelijke regeling. FOBS is een eigen initiatief van de TU en wordt betaald uit eigen middelen. Wij hoeven dit dus niet te doen, maar we zien het als een extra serviceverlening naar de buitenlandse studenten toe. Het is echter geen sociaal vangnet voor alle denkbare problemen.”
Uitgangspunt bij het opzetten van de FOBS was dat voorspelbare risico’s uitgesloten moesten worden. Zwangerschap viel volgens het college van bestuur in deze categorie. Familieomstandigheden vormen een ander verhaal volgens Waanders. Nederlandse studenten die te maken krijgen met een ziek familielid zijn veelal een paar weken uit de roulatie en pakken daarna snel de draad weer op. Anders ligt het als een Indonesische student te maken krijgt met familieproblemen. Vaak moet hij of zij terugkeren naar huis en de studie onderbreken. ,,Het is financieel niet haalbaar om zo’n student dan maanden te gaan ondersteunen.”
De beperkte regeling heeft ook als doel te voorkomen dat de kosten onbeheersbaar worden. ,,Studentendecanen waren daar huiverig voor. Om die reden hebben wij bijvoorbeeld psychische problemen ook uitgesloten en gekozen voor duidelijke toelatingscriteria waaroverniet te veel discussie kan ontstaan. Nogmaals: de FOBS is niet meer dan een financiële tegemoetkoming voor specifieke gevallen en geen sociale uitkering.”
Ondanks deze beperkingen is de sr tevreden over de invoering van de FOBS. Joosten: ,,Alleen vinden wij het een minpuntje dat een student een gemiddelde studievoortgang moet hebben van 70 procent. Maar over drie jaar wordt de regeling geëvalueerd en wellicht stelt de sr dan dit punt nogmaals ter discussie. Het is ons in ieder geval gelukt de FOBS te realiseren en wij vinden dat daarbij een rechtsongelijkheid tussen Nederlandse en buitenlandse studenten voor een groot deel is weggenomen.”
Comments are closed.