Campus

Bemiddelaar tussen ruziemakers

Joris Heerkens begeleidt ondernemingen en aandeelhouders bij fusies en overnames. De elektrotechnicus werkt zich door vuistdikke dossiers, analyseert de markt, brengt partijen bij elkaar en bezweert ruzies tussen aandeelhouders met zijn bedrijf PhiDelphi.

Naam: Joris Heerkens (50)
Woonplaats:
Hilversum
Verliefd/verloofd/getrouwd: getrouwd
Studie: Elektrotechniek
Afstudeerjaar: 1985
Afstudeerrichting: Schakeltechniek
Loopbaan: Van 1985 tot en met 1988 werkte Joris Heerkens bij Océ van der Grinten. Daarna volgde hij een jaar een mba-opleiding op Insead in Fontainebleau. Van 1989 tot en met 1992 werkte hij bij IMCG BV. Daarna maakte hij een jaar een wereldreis. In 1994 werd hij directeur van Anchor Datacomm en vanaf 1998 was hij freelance consultant. In 2001 richtte hij samen met een partner PhiDelphi Corporate Finance op.

In de bosrijke omgeving rond Villa Hestia in Hilversum fluiten vogels in de ruisende bomen naast het statige pand. Maar hoe rustig de omgeving ook is, binnen bezweert Joris Heerkens geregeld gecompliceerde ruzies. Als begeleider van fusies en overnames voor zijn bedrijf PhiDelphi komt Heerkens soms in aanraking met aandeelhouders die elkaar niet kunnen luchten of zien.
“Vijf jaar geleden wilden twee oprichters hun bedrijf graag verkopen, maar zij hadden knallende ruzie. Projectbesprekingen kon ik nooit tegelijkertijd met hen voeren, omdat ze elkaar fysiek niet meer wilden tegenkomen”, zegt Heerkens. “Ik sprak ze dus altijd na elkaar en als ik ze moest bellen, maakte ik zorgvuldig aantekeningen, zodat ze mij niet tegen elkaar konden uitspelen. Ik mocht geen enkele voorkeur laten blijken, wilde ik het project laten slagen. Ik moest precies tussen hen in blijven staan. Als die ruzie zou exploderen, raakte het bedrijf helemaal de controle kwijt. Het was mijn taak om het juist onder de meest gunstige voorwaarden te verkopen.”

Dat was best lastig, maar Heerkens wist de ruzie lang genoeg te bezweren om de verkoop door te laten gaan. “Ik probeerde er tijdens gesprekken achter te komen waarom zij zich zo tegenover elkaar gedroegen. Ik wilde weten waar de risico’s zaten. Zo dachten zij allebei dat ze een grotere bijdrage aan het bedrijf hadden geleverd dan de ander, terwijl ze waarschijnlijk nooit zo groot hadden kunnen worden zonder elkaar. Ik hoefde hun problemen niet op te lossen, maar moest wel rekening houden met die gevoeligheden. En ik moest ervoor zorgen dat de koper niet achter die ruzies kwam.”

Feestmoment
De opluchting was groot toen hij bij de notaris zat voor de laatste handtekening onder het verkoopcontract. Maar een feestmoment was het niet. “Ik had twee volmachten, omdat zij elkaar ook daar niet wilden zien. Ze konden het niet vieren, terwijl ze toch allebei niet meer hoefden te werken na de verkoop. Het was een mooi bedrijf, dat was het wrange eraan. Maar ik was allang blij dat ze elkaar niet in de haren waren gevlogen en dat het me gelukt was om de verkoop zo gunstig mogelijk voor allebei te regelen.”
Het voorbeeld van de ruziënde aandeelhouders is extreem in de praktijk van PhiDelphi. Heerkens begeleidde ook veel andere bedrijven bij fusies en verkoop, zoals Achmea,

Panasonic en Van Hessen – een bedrijf dat varkens en schapendarmen naar China brengt, waar ze worden schoongemaakt en klaargemaakt voor de worstenindustrie. Heerkens begeleidde de overdracht van de aandelen naar het management en een investeringsmaatschappij. “Van Hessen is het grootste bedrijf ter wereld in varkens en schapendarmen. Het is een gek vak, maar er gaan wel honderden miljoenen euro’s in om.”

Heerkens komt kortom met veel verschillende bedrijven in aanraking. Maar zijn werkwijze verschilt niet. “Ik moet een klik hebben met de mensen voor wie ik werk. Spanning en emoties kunnen een grote rol spelen bij fusies en verkoop. Ik zit mensen graag dicht op de huid om er zo achter te komen hoe ze in het spel zitten en waarom. Anders kan ik ze niet goed helpen. Onze ontmoetingen zijn daarom intensief. We moeten elkaar vertrouwen. Al die verschillende aspecten maken dit vak zo leuk.”

Soldeerboutridder
Corporate finance is misschien op het eerste gezicht een uitzonderlijk vak voor een elektrotechnicus. Toch is het voor Heerkens niet meer dan logisch. “Toen ik ging studeren was de keuze snel gemaakt. Ik was goed in de bètavakken. Op de lagere school sloopte ik al een buizenradio uit elkaar om te zien hoe alles werkte. Ik voelde een enorme triomf toen ik de magneet uit de luidspreker haalde.” Toch was hij geen ‘soldeerboutridder’ op de faculteit elektrotechniek, zegt hij. “Want zij hielden meer van knutselen en ik was vooral gefascineerd door de theorie.”

Wel voelde hij weinig verwantschap met de ‘nerds’ op de faculteit. “Die term kenden we destijds nog niet, maar dat waren ze wel degelijk. Met maatschappelijke zaken waren ze minder bezig, terwijl ik zelf ook veel interesse had in organisaties en economie. Mijn studiegenoten waren vooral geobsedeerd door hun eigen vakgebied.”

Heerkens deelde die obsessie niet en koos er daarom voor om zijn afstuderen fulltime bij Philips te doen. “Dat was uitzonderlijk, want dat deed niemand in die tijd. Ik vond het geweldig om te zien hoe dynamisch een bedrijf kon zijn. De maatschappelijke relevantie werd me meteen duidelijk. Ik wilde werken op het snijvlak van techniek, strategie, bedrijfskunde en marketing.”
Als eerste ging hij aan de slag bij Océ. Ook daar werd meteen zijn bredere belangstelling duidelijk. “Bij Océ zaten slimme ingenieurs die knappe dingen deden, maar ik wilde liever niet alleen maar met techniek bezig zijn. Ik maakte liever de vertaalslag tussen de slimme ingenieurs en marketing. Want je kunt nog zulke mooie dingen maken, ze moeten ook worden afgenomen.”

Haaien
Na een aantal jaren werkervaring wilde Heerkens meer weten over de dynamiek in grote bedrijven. Maar alleen aan zijn werkervaring bij Océ en zijn studie-ervaring bij elektrotechniek had hij niet genoeg. Hij volgde een jaar lang een mba-opleiding bij het internationaal gerenommeerde Insead in Fontainebleau. Vierduizend studenten meldden zich aan voor tweehonderd studieplekken. Met zeventig man volgde hij colleges over bedrijfskunde, gedrag, case analyses en kreeg hij les van topprofessoren. “Daar zat ik in een collegezaal met zeventig haaien die niets liever deden dan de professoren en de andere studenten op de proef te stellen. Het was er zo anders dan in Delft. Studenten kwamen van allerlei studierichtingen, achtergronden, werkervaring en culturen. Vanaf dag één was er een enorme competitie om de beste cijfers tussen alle studenten. Iedereen werkte keihard en leefde intensief. Er zaten zoveel onwaarschijnlijk slimme mensen. Ik scoorde gemiddeld, maar het was een waanzinnige tijd. Ik heb daar veel geleerd.”

Bij elektrotechniek leerde hij complexe modellen berekenen en hoe je in een brij van informatie op een analytische wijze de kern vindt. Samen met zijn nieuw geleerde mba-vaardigheden begon hij zijn nieuwe baan bij een adviesbureau. “Het was geweldig om alles wat ik had geleerd nu eindelijk in de praktijk te brengen.” Heerkens kreeg pittige opdrachten. Zo moest hij erachter komen waarom een bedrijf tijdens shutdowns in chemische fabrieken het niet voor elkaar kreeg om het onderhoud binnen acht weken gedaan te krijgen. “Ik kwam erachter dat de vaklieden die je nodig had tijdens shutdowns schaars waren omdat veel bedrijven op precies hetzelfde moment hun fabrieken voor onderhoud moeten sluiten. Iedereen trekt dan in die weken aan dezelfde mensen voor het onderhoud. En wie minder betaalt, krijgt slechter personeel. Bovendien werden die onderhoudsprojecten ingericht op de basisscope, zonder het meerwerk mee te rekenen. Terwijl ze door jarenlange ervaring heus wel wisten hoeveel meerwerk elk onderhoudsproject nodig had. Ik heb dat verhaal goed geconstrueerd, met cijfers en analyses. Dat was nodig, want de verantwoordelijke manager was moeilijk te overtuigen en zonder een goed onderbouwd verhaal was dat nooit gelukt. Daarna hebben ze de werkwijze omgegooid.”

Rollercoaster
Heerkens werkte die periode zo hard, dat vakanties erbij inschoten en hij altijd overwerkte. Na een tijdje had hij er genoeg van en ging een jaar op reis. Daarna werd hij freelancer en kreeg hij de reorganisatie van een noodlijdend hightech bedrijf voor zijn kiezen. “Dat was een rollercoasterperiode. Het bedrijf stond er heel slecht voor. Er werkten honderd man, en dat werd in een paar jaar teruggebracht naar 25. Door al die reorganisaties werd het weer winstgevend, maar op langere termijn bleef het perspectiefloos. Tegen Azië viel niet op te concurreren. Maar ik vond het vooral op persoonlijk vlak lastig. Ik ben geen verandermanager. Iedere keer als je een bedrijf kleiner maakt, gooi je energie en vertrouwen overboord. Het personeel wordt er angstig en mat van. Het was een avontuur zonder succes en het zette me erg aan het denken over hoe ik verder wilde.”

Na twee jaar verder freelancen kwam hij een oud-collega tegen die voor zichzelf wilde beginnen. Het was de start van PhiDelphi. “Dit is mijn laatste baan. Ik vind dit vak zo leuk dat ik het nog heel lang wil volhouden. De combinatie van de dynamiek van bedrijven, de inhoudelijke analyses en de dienstbaarheid maken dit vak zo interessant. Ik wil mensen graag helpen en dat is in veel gevallen niet makkelijk. Ik wil voor de klant de beste transactie realiseren, maar niet ten koste van alles. Al die afwegingen die je maakt, zorgen voor de dynamiek in dit werk. En als de transactie ondanks alle obstakels lukt, is dat fantastisch.”

James Camerons nieuwste film speelt zich volledig af op de wonderlijke wereld Pandora. Vier meter lange blauwe mensachtigen met platte neuzen en gele ogen leven er in wonderlijke harmonie met andere vreemde schepsels zoals dino-achtige wildebrassen van het formaat olifant, vliegende dino’s ter grootte van een stadsbus en reptielachtige paarden. Het landschap is ronduit spectaculair met bomen zo groot als wolkenkrabbers, diepe valleien en zwevende bergen – in de lucht hangende rotsblokken van honderden meters groot die alleen door lianen met elkaar verbonden zijn. De Na’vi, zoals de inwoners heten, leven een eenvoudig bestaan in harmonie met de natuur.

Glijvlucht

De film begint met de aankomst van een aardse versterkingsploeg die uit hun cryo-slaap gewekt worden. Al bij de glijvlucht komt de menselijke aanwezigheid in beeld: een mijn in het oerwoud oogt als een open wond, uitgegraven door monsterlijk grote graafmachines en vrachtwagens op zoek naar delfstoffen. Even verder landt het ruimtevaartuig op een omheinde militaire basis vol futuristisch wapentuig en vuilbekkende officiers.

Het probleem is dat een grote stam inboorlingen zich aan de voet van een megaboom gevestigd heeft waaronder zich een immense voorraad van de begeerde delfstof Unobtainium (‘Onverkrijgbarium’) bevindt. De blauwe reuzen moeten dus verkassen, maar hoe? Men heeft zijn hoop gevestigd op hybride infiltranten, wezens die in het lab gekweekt zijn uit een mix van menselijk en Na’vi dna en die via geperfectioneerde telepathie als in een droom bediend worden door hun ‘bestuurder’. Dat de marinier in een rolstoel Jake Sulley (Sam Worthington) hiervoor wordt ingevlogen, berust op toeval. Men had zijn tweelingbroer gekloond met Na’vi bloed, maar die is intussen overleden. Jake is genetisch weliswaar de perfecte keuze, maar verder is hij vrijwel onvoorbereid. Dat blijkt meteen bij de eerste sessie, wanneer zijn geest bezit neemt van de reusachtige blauwe avatar en hij weer kan lopen. Wat heet, hij rent er in pyjama euforisch vandoor met de infuusslangen nog achter zich aan.

Romance

De infiltranten moeten contact maken met de Na’vi en hen ervan overtuigen dat het beter is om te vertrekken. Want dat de graafmachines komen, lijdt geen twijfel. “Een massaslachting is natuurlijk vervelend”, zegt de projectleider empathisch, “maar aandeelhouders vinden rode kwartaalcijfers nog veel erger.”
Zo komt Jake in de vorm van zijn blauwe avatar Jakesully bij de Na’vi terecht, waar hij onder de hoede genomen wordt door de jonge vrouw Neytiri. Natuurlijk ontspint zich tussen hen een romance, die aanvankelijk ook hinder ondervindt van Jake’s onervarenheid. Hij kan niet eens uit een boom springen of een paard berijden, laat staan een vliegende draak. Terwijl dat allemaal wel basisvaardigheden zijn voor een beetje Na’vi vent.
Geleidelijk aan begint het verhaal te draaien. Jake’s droom wordt steeds meer zijn werkelijkheid en de Na‘vi zijn vrienden, terwijl de werkelijkheid op de militaire basis zich tot een nachtmerrie ontwikkelt als de ijzervretende kolonel Quaritch Jake van verraad beticht.

Aanvoerder

Jake ontwikkelt zich zelfs tot aanvoerder van de Na’vi tegen de oprukkende mensheid. Dan gaat het van dik hout. Oprukkende helikopters in het lage ochtendlicht roepen herinneringen op aan de film ‘Apocalypse now’, en dat is ook precies wat de Na’vi te wachten staat. “Wie op je grondstoffen zit, verklaar je de oorlog en dan vernietig je ze”, vat de projectleider de strategie samen. Het is oorlog tussen het vreemde maar holistische natuurvolk met pijl en boog en de agressieve, kortzichtige en vraatzuchtige indringers die, zo horen we terloops, hun eigen aarde al hebben verspeeld.

Het verhaal is simpel genoeg, maar de visuele uitwerking van het vreemde Pandora en de geavanceerde techniek van de Sky-people (mensen) zijn ronduit spectaculair. Daarnaast is Camerons sciencefictionfilm een krachtig protest tegen de neoconservatieve kapitalistische houding. Na deze film hoop je dat de speurtocht naar buitenaards leven nooit iets zal opleveren.

’Avatar’ 3D, Mustsee Delft dagelijks 13.00, 16.30 en 20.00 uur.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.