In de grote najaars- en wintertentoonstelling van De Kunsthal staat deze keer eens geen kunstenaar, maar een onderwerp centraal. Ruim honderd schilderijen van Hollandse en Vlaamse meesters geven in ‘Jezus in de Gouden Eeuw’ een chronologisch overzicht van het leven van Jezus.
/strong>
Het mag veilig gesteld worden dat geen onderwerp, op misschien de gebruikelijke stillevens van een schaal met appels of een vaas met bloemen na, zo vaak geschilderd is als Jezus.
Toch spelen religieuze schilderijen een relatief kleine rol in Nederlandse musea. Het grootste deel van de schilderijen van Rembrandt met Jezus als onderwerp, zijn in het buitenland terecht gekomen. En op de druk bezochte tentoonstelling ‘Glorie van de Gouden Eeuw’ in het Rijskmuseum is geen afbeelding van Jezus te vinden. Dat is vreemd, want na de beeldenstorm in 1566 was de christelijke schilderkunst bloeiender dan ooit. In de schilderijen van de late zestiende en zeventiende eeuw vormde het leven van Christus zelfs één van de belangrijkste thema’s.
De Kunsthal heeft voor ‘Jezus in de Gouden Eeuw’ een groot aantal Hollandse en Vlaamse werken weten te bemachtigen, afkomstig uit collecties van musea, particulieren en kerken. De tentoonstelling biedt echter zeker geen representatief overzicht, want veel altaarstukken zijn nog in gebruik en konden niet tentoongesteld worden. De tentoonstelling moet meer gezien worden als een chronologisch overzicht van het leven van Jezus. Bovendien geeft de expositie een goed beeld van Hollandse en Vlaamse schilderkunst in de late zestiende en zeventiende eeuw.
Rembrandt
Bijzonder is dat de nadruk niet ligt op werk van grote meesters als Rembrandt, Vermeer en Hals, maar dat ook werk van minder bekende schilders uit de Gouden Eeuw ruimschoots vertegenwoordigd is.
Je hoeft geen gelovige te zijn om de afbeeldingen in de tentoonstelling te begrijpen. De meeste schilderijen gaan gepaard met bijbelpassages, die de achtergrond van het afgebeelde tafereel nog eens haarfijn uit de doeken doen.
Evenmin is geloof (of kennis ervan) nodig om de tentoonstelling aan te laten spreken. Veel schilderijen zijn een juweel op zich, maar % interessanter nog – bovendien geven de werken een cultuurhistorisch overzicht van de uiteenlopende opvattingen over de bijbel die de kunstenaars er in de Gouden Eeuw op na hielden.
Zo schildert Adriaen van de Venne een schijnbaar objectieve versie van %Christus en de overspelige vrouw. Lodewijk Finson beeldt op zijn versie van de bijbelpassage echter een derde persoon af, die Jezus verwijtend aankijkt, waarschijnlijk omdat deze het opneemt voor de vrouw.
Opvallend is ook Benjamin Cuyps ‘De engel opent het graf van Christus’, waarop de engel niet, zoals in de bijbel beschreven, de steen voor het graf wegrolt, maar een sarcofaag opent. Hij heeft zijn schilderij tevens een humoristisch tintje gegeven, door soldaten op de sarcofaag te plaatsen, die eraf tuimelen wanneer de engel de deksel optilt.
Ook is opmerkelijk dat onderwerpen die in de bijbel niet letterlijk beschreven worden, juist en masse door zestiende- en zeventiende-eeuwse kunstenaars worden uitgebeeld. Zo wordt de daadwerkelijke oprichting van het kruis nergens in de bijbel in geuren en kleuren uit de doeken gedaan, maar door kunstenaars is het onderwerp vaak uitgebeeld. Adraen Backer bijvoorbeeld, laat het kruis door gespierde mannen omhoog tillen. Hetzelfde geldt voor de bewening van Christus, volgens De Kunsthal een geliefd onderwerp in schilderkunst van de barok en Renaissance, en de marteling van Jezus, voordat hij gekruisigd wordt.
Atheïst
Hoewel Jezus in een multicultureel Nederland anno 2000 niet het meest aansprekende onderwerp is voor een grote tentoonstelling in een populair museum als De Kunsthal, is de samenstelling van ‘Jezus in de Gouden Eeuw’ op zijn minst bewonderenswaardig te noemen. Niet alleen is de tentoonstelling op enkele vlakken bijzonder compleet. Zo is zowel de ets van Rembrandt over het op de hoogte brengen van de herders van de geboorte van Christus te zien, als de werken van Abraham Hondius en Adam Colonia die op de ets gebaseerd zijn. Maar de samenstellers hebben duidelijk grondig speurwerk verricht om werken van de Hollandse en Vlaamse meesters op te duiken. Zo was de ‘Bespotting van Christus’, van de Haarlemse kunstenaar Jan Miense Molenaer uit 1639, tientallen jaren aan het oogvan kunstkenners onttrokken. De samenstellers van ‘Jezus in de Gouden Eeuw’ stuitten op het werk in een Nederlandse parochiekerk. Zeker noemenswaardig is ook de bijdrage van een Duitse verzamelaar van religieuze kunst. Hij stelde vijftien werken beschikbaar, die tijdens ‘Jezus in de Gouden Eeuw’ voor het eerst in het openbaar te zien zijn. Alleen daarom al is deze megaexpositie % zelfs voor de overtuigde atheïst – een bezoekje waard.
‘Jezus in de Gouden Eeuw’. De Kunsthal Rotterdam, t/m 7 jan. 2001.
Christus en de overspelige vrouw van Adriaen van de Venne uit 1652
Christus en buste van Rembrandt
In de grote najaars- en wintertentoonstelling van De Kunsthal staat deze keer eens geen kunstenaar, maar een onderwerp centraal. Ruim honderd schilderijen van Hollandse en Vlaamse meesters geven in ‘Jezus in de Gouden Eeuw’ een chronologisch overzicht van het leven van Jezus.
Het mag veilig gesteld worden dat geen onderwerp, op misschien de gebruikelijke stillevens van een schaal met appels of een vaas met bloemen na, zo vaak geschilderd is als Jezus.
Toch spelen religieuze schilderijen een relatief kleine rol in Nederlandse musea. Het grootste deel van de schilderijen van Rembrandt met Jezus als onderwerp, zijn in het buitenland terecht gekomen. En op de druk bezochte tentoonstelling ‘Glorie van de Gouden Eeuw’ in het Rijskmuseum is geen afbeelding van Jezus te vinden. Dat is vreemd, want na de beeldenstorm in 1566 was de christelijke schilderkunst bloeiender dan ooit. In de schilderijen van de late zestiende en zeventiende eeuw vormde het leven van Christus zelfs één van de belangrijkste thema’s.
De Kunsthal heeft voor ‘Jezus in de Gouden Eeuw’ een groot aantal Hollandse en Vlaamse werken weten te bemachtigen, afkomstig uit collecties van musea, particulieren en kerken. De tentoonstelling biedt echter zeker geen representatief overzicht, want veel altaarstukken zijn nog in gebruik en konden niet tentoongesteld worden. De tentoonstelling moet meer gezien worden als een chronologisch overzicht van het leven van Jezus. Bovendien geeft de expositie een goed beeld van Hollandse en Vlaamse schilderkunst in de late zestiende en zeventiende eeuw.
Rembrandt
Bijzonder is dat de nadruk niet ligt op werk van grote meesters als Rembrandt, Vermeer en Hals, maar dat ook werk van minder bekende schilders uit de Gouden Eeuw ruimschoots vertegenwoordigd is.
Je hoeft geen gelovige te zijn om de afbeeldingen in de tentoonstelling te begrijpen. De meeste schilderijen gaan gepaard met bijbelpassages, die de achtergrond van het afgebeelde tafereel nog eens haarfijn uit de doeken doen.
Evenmin is geloof (of kennis ervan) nodig om de tentoonstelling aan te laten spreken. Veel schilderijen zijn een juweel op zich, maar % interessanter nog – bovendien geven de werken een cultuurhistorisch overzicht van de uiteenlopende opvattingen over de bijbel die de kunstenaars er in de Gouden Eeuw op na hielden.
Zo schildert Adriaen van de Venne een schijnbaar objectieve versie van %Christus en de overspelige vrouw. Lodewijk Finson beeldt op zijn versie van de bijbelpassage echter een derde persoon af, die Jezus verwijtend aankijkt, waarschijnlijk omdat deze het opneemt voor de vrouw.
Opvallend is ook Benjamin Cuyps ‘De engel opent het graf van Christus’, waarop de engel niet, zoals in de bijbel beschreven, de steen voor het graf wegrolt, maar een sarcofaag opent. Hij heeft zijn schilderij tevens een humoristisch tintje gegeven, door soldaten op de sarcofaag te plaatsen, die eraf tuimelen wanneer de engel de deksel optilt.
Ook is opmerkelijk dat onderwerpen die in de bijbel niet letterlijk beschreven worden, juist en masse door zestiende- en zeventiende-eeuwse kunstenaars worden uitgebeeld. Zo wordt de daadwerkelijke oprichting van het kruis nergens in de bijbel in geuren en kleuren uit de doeken gedaan, maar door kunstenaars is het onderwerp vaak uitgebeeld. Adraen Backer bijvoorbeeld, laat het kruis door gespierde mannen omhoog tillen. Hetzelfde geldt voor de bewening van Christus, volgens De Kunsthal een geliefd onderwerp in schilderkunst van de barok en Renaissance, en de marteling van Jezus, voordat hij gekruisigd wordt.
Atheïst
Hoewel Jezus in een multicultureel Nederland anno 2000 niet het meest aansprekende onderwerp is voor een grote tentoonstelling in een populair museum als De Kunsthal, is de samenstelling van ‘Jezus in de Gouden Eeuw’ op zijn minst bewonderenswaardig te noemen. Niet alleen is de tentoonstelling op enkele vlakken bijzonder compleet. Zo is zowel de ets van Rembrandt over het op de hoogte brengen van de herders van de geboorte van Christus te zien, als de werken van Abraham Hondius en Adam Colonia die op de ets gebaseerd zijn. Maar de samenstellers hebben duidelijk grondig speurwerk verricht om werken van de Hollandse en Vlaamse meesters op te duiken. Zo was de ‘Bespotting van Christus’, van de Haarlemse kunstenaar Jan Miense Molenaer uit 1639, tientallen jaren aan het oogvan kunstkenners onttrokken. De samenstellers van ‘Jezus in de Gouden Eeuw’ stuitten op het werk in een Nederlandse parochiekerk. Zeker noemenswaardig is ook de bijdrage van een Duitse verzamelaar van religieuze kunst. Hij stelde vijftien werken beschikbaar, die tijdens ‘Jezus in de Gouden Eeuw’ voor het eerst in het openbaar te zien zijn. Alleen daarom al is deze megaexpositie % zelfs voor de overtuigde atheïst – een bezoekje waard.
‘Jezus in de Gouden Eeuw’. De Kunsthal Rotterdam, t/m 7 jan. 2001.
Christus en de overspelige vrouw van Adriaen van de Venne uit 1652
Christus en buste van Rembrandt
Comments are closed.