Ballen met robots

Het is zondagavond 19 oktober, tijd voor de finale van de tiende IO-techniekworkshop.

Twaalf teams, met deelnemers uit zeven landen, bestrijden elkaars kunststoffen kastelen met ballen, zo groot als een biljartbal. De robot die een bal bij de tegenstanders over de muur weet te gooien levert één punt op. Een bal door het raam in een van de twee kasteeltorens levert vier punten op.

Al tijdens de poulewedstrijden blijkt dat de teams verschillende tactieken hebben. Jurgen Dekker, zesdejaars IO, bijt het spits af met het Ølteam tegen Benito & Company: ,,We gaan vol voor de torens, niet voor de muur.” De torentactiek van het Ølteam heeft zijn vruchten nog niet afgeworpen als Benito & Company een bal over de muur weet te schieten. Helaas net na het eindsignaal. De jury is bikkelhard: ,,A draw.”

Op de maandag voor de wedstrijd zijn de studenten begonnen met het ontwerpen van hun robot. Op vrijdagmiddag was er voor elk team een identieke set met bouwmaterialen, met daarin onder andere Meccano en elektromotoren. Alleen met deze materialen mocht de robot gefabriceerd worden. Jury- en collegelid Paul Rullmann: ,,Verbluffend om te zien dat er twaalf totaal verschillende oplossingen zijn gevonden voor hetzelfde probleem, terwijl men over hetzelfde materiaal beschikte.”

De mannen van Los Putos, later winnaar van de juryprijs, worden gezoend door de cheerleaders nadat ze maar liefst drie ballen over de muur geschoten hebben tegen Meltdown. Het is duidelijk dat de robots steeds beter in vorm komen. Pindakaas % ‘just a funny Dutch name’ – en het Ølteam weten te imponeren met een towerball. Ze hebben respectievelijk een koker en een goot gebruikt in hun ontwerp. Die kunnen ze in het raam positioneren om zo gemakkelijk vier punten te scoren. Dankzij deze tactiek mogen zij elkaars kastelen in de finale bestoken. Pas halverwege komt Pindakaas 4-0 voor, de spanning is van de gezichten van het Ølteam af te lezen als het team maar liefst vier ballen in zijn goot heeft verzameld. Slechts één verdwijnt in de toren, een ander rolt een beetje onwennig over de muur. Toch blijkt dit genoeg voor de overwinning. Ølteamlid Dekker: ,,Het ontwerp is goed, en we hadden het gevoel dat we kans maakten. Maar zonder geluk hadden we het niet gered.”

Spaanse cheerleaders zetten verlegen een deuntje in. Als presentator prof.ir. Klaas Robers hen een microfoon voorhoudt, deinzen ze terug. Terwijl een zoontje van een IO-docent op zijn skateboard langs de wedstrijdtafel raast, worden de eerste robots op de tafel gelaten. Het is zondagavond 19 oktober, tijd voor de finale van de tiende IO-techniekworkshop.

Twaalf teams, met deelnemers uit zeven landen, bestrijden elkaars kunststoffen kastelen met ballen, zo groot als een biljartbal. De robot die een bal bij de tegenstanders over de muur weet te gooien levert één punt op. Een bal door het raam in een van de twee kasteeltorens levert vier punten op.

Al tijdens de poulewedstrijden blijkt dat de teams verschillende tactieken hebben. Jurgen Dekker, zesdejaars IO, bijt het spits af met het Ølteam tegen Benito & Company: ,,We gaan vol voor de torens, niet voor de muur.” De torentactiek van het Ølteam heeft zijn vruchten nog niet afgeworpen als Benito & Company een bal over de muur weet te schieten. Helaas net na het eindsignaal. De jury is bikkelhard: ,,A draw.”

Op de maandag voor de wedstrijd zijn de studenten begonnen met het ontwerpen van hun robot. Op vrijdagmiddag was er voor elk team een identieke set met bouwmaterialen, met daarin onder andere Meccano en elektromotoren. Alleen met deze materialen mocht de robot gefabriceerd worden. Jury- en collegelid Paul Rullmann: ,,Verbluffend om te zien dat er twaalf totaal verschillende oplossingen zijn gevonden voor hetzelfde probleem, terwijl men over hetzelfde materiaal beschikte.”

De mannen van Los Putos, later winnaar van de juryprijs, worden gezoend door de cheerleaders nadat ze maar liefst drie ballen over de muur geschoten hebben tegen Meltdown. Het is duidelijk dat de robots steeds beter in vorm komen. Pindakaas % ‘just a funny Dutch name’ – en het Ølteam weten te imponeren met een towerball. Ze hebben respectievelijk een koker en een goot gebruikt in hun ontwerp. Die kunnen ze in het raam positioneren om zo gemakkelijk vier punten te scoren. Dankzij deze tactiek mogen zij elkaars kastelen in de finale bestoken. Pas halverwege komt Pindakaas 4-0 voor, de spanning is van de gezichten van het Ølteam af te lezen als het team maar liefst vier ballen in zijn goot heeft verzameld. Slechts één verdwijnt in de toren, een ander rolt een beetje onwennig over de muur. Toch blijkt dit genoeg voor de overwinning. Ølteamlid Dekker: ,,Het ontwerp is goed, en we hadden het gevoel dat we kans maakten. Maar zonder geluk hadden we het niet gered.”