Onderwijs

Automatiseringsproject moet nader onderbouwd

Informatiemanager ad interim ir. H. Stol verwacht half februari een nadere uitwerking en onderbouwing gereed te hebben van het zogeheten MIS-project (Management Informatie Systeem), dat al maanden in afwachting is van een beslissing over de aanbesteding.

Het college van bestuur heeft hierom gevraagd naar aanleiding van een contra-expertise door het bureau Moret, Ernst en Young.

Het college besloot tot een second opinion nadat Exact in een Europese aanbestedingsprocedure naar voren was gekomen als meest geschikte leverancier voor belangrijke delen van de software. Met het automatiseringsproject wil de universiteit in een klap alle bestuurlijke en administratieve systemen vervangen door een groot geïntegreerd systeem. Hamvraag van de contra-expertise was of de TU met het huidige plan van Stol wel de juiste koers kiest.

Volgens Moret, Ernst en Young is het op basis van het huidige plan ,,niet mogelijk om tot een uitspraak te komen of de TU met de vernieuwing op de goede weg is”. Ook kan het bureau niet zeggen of de ingeslagen weg dient te worden aangepast. Het concludeert dat ,,de geschiktheid van het totaalconcept nog dient te worden bewezen door enerzijds een nadere onderbouwing van de keuze voor het totaalconcept en anderzijds een nadere uitwerking ervan”.

Stol zegt het ‘jammer’ te vinden dat het project nu opnieuw vertraging oploopt omdat naar zijn oordeel eigenlijk onnodig extra werk moet worden verricht. Volgens hem gaat het om niet meer dan ,,een handboek voor bij het plan, voor in de kast”. Moret, Ernst en Young stelt voor een document op te stellen waarin op onderdelen nadere onderbouwing, uitleg en detaillering wordt gegeven.

Inhoudelijk heeft Stol de nodige aanmerkingen op het rapport. ,,Going-concernactiviteiten en project-activiteiten worden door elkaar gegooid. Als ik directeur van dat bureau was, dan had ik dit niet de deur uit laten gaan.” Van de kritiek dat onvoldoende draagvlak voor het project zou bestaan, zegt hij niet te zijn geschrokken. ,,Dat draagvlak is er wel degelijk.”

De informatiemanager a.i. hoopt het gevraagde document over anderhalve maand aan de Stuurgroep Informatiebeleid te kunnen presenteren. Vervolgens kan dan de aanbestedingsprocedure weer worden opgepakt.

Informatiemanager ad interim ir. H. Stol verwacht half februari een nadere uitwerking en onderbouwing gereed te hebben van het zogeheten MIS-project (Management Informatie Systeem), dat al maanden in afwachting is van een beslissing over de aanbesteding. Het college van bestuur heeft hierom gevraagd naar aanleiding van een contra-expertise door het bureau Moret, Ernst en Young.

Het college besloot tot een second opinion nadat Exact in een Europese aanbestedingsprocedure naar voren was gekomen als meest geschikte leverancier voor belangrijke delen van de software. Met het automatiseringsproject wil de universiteit in een klap alle bestuurlijke en administratieve systemen vervangen door een groot geïntegreerd systeem. Hamvraag van de contra-expertise was of de TU met het huidige plan van Stol wel de juiste koers kiest.

Volgens Moret, Ernst en Young is het op basis van het huidige plan ,,niet mogelijk om tot een uitspraak te komen of de TU met de vernieuwing op de goede weg is”. Ook kan het bureau niet zeggen of de ingeslagen weg dient te worden aangepast. Het concludeert dat ,,de geschiktheid van het totaalconcept nog dient te worden bewezen door enerzijds een nadere onderbouwing van de keuze voor het totaalconcept en anderzijds een nadere uitwerking ervan”.

Stol zegt het ‘jammer’ te vinden dat het project nu opnieuw vertraging oploopt omdat naar zijn oordeel eigenlijk onnodig extra werk moet worden verricht. Volgens hem gaat het om niet meer dan ,,een handboek voor bij het plan, voor in de kast”. Moret, Ernst en Young stelt voor een document op te stellen waarin op onderdelen nadere onderbouwing, uitleg en detaillering wordt gegeven.

Inhoudelijk heeft Stol de nodige aanmerkingen op het rapport. ,,Going-concernactiviteiten en project-activiteiten worden door elkaar gegooid. Als ik directeur van dat bureau was, dan had ik dit niet de deur uit laten gaan.” Van de kritiek dat onvoldoende draagvlak voor het project zou bestaan, zegt hij niet te zijn geschrokken. ,,Dat draagvlak is er wel degelijk.”

De informatiemanager a.i. hoopt het gevraagde document over anderhalve maand aan de Stuurgroep Informatiebeleid te kunnen presenteren. Vervolgens kan dan de aanbestedingsprocedure weer worden opgepakt.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.