Bouwkundedocent Marc Maurer nam onlangs de Nationale Millennium Prijs van 100.000 gulden in ontvangst. Een gesprek met de architect, die eigenlijk cabaretier wilde worden en met zijn op graffiti en hiphop geïnspireerde architectuur zijn kont tegen de krib gooit.
/strong>
,,Als jonge architect kan je weinig anders dan werken met wat anderen al hebben verzonnen”, denkt Marc Maurer (1969). ,,Het enige wat je kan doen is er je eigen draai aan geven. Zoals de scratch in hiphop.”
Architectuur heeft anno 2000 veel met de muziekstijl te maken, vindt de architect, die in Duitsland in de jaren tachtig als hiphop-dj bij een piratenstation werkte. ,,Sinds de jaren negentig is men steeds meer in de architectuur gaan citeren”, vertelt Maurer. ,,Er worden platte daken uit de moderne stijl gebruikt en het postmodernisme citeerde bijvoorbeeld een boog of kolom uit een oude stijl. Rap is ook begonnen met citeren: een bestaand muziekfragment opnemen en opnieuw gebruiken. Ook in de graffiti borduurt de één verder op de stijl van een ander.”
Vernieuwing
Net als graffitikunstenaars streeft Maurer echter altijd naar vernieuwing. Die zoekt hij op de scheidslijn tussen bestaande ontwerpdisciplines. ,,Juist op die scheidslijn is nog niet alles al gedaan”, denkt de architect.
Maar op die scheidslijn bestaat nog geen vakliteratuur. Om er toch informatie te vinden, ontwikkelde Maurer een zoekmachine voor internet. Daarmee kan in plaats van alleen op bouwmaterialen of -producten, op tussenresultaten in bouwprocessen worden gezocht. Door uit verschillende ontwerpdisciplines te lenen, te ‘samplen’, komt de ontwerper tot een eigen ontwerp. Maurer promoveerde met zijn zoekmachine aan de faculteit Technische Bouwkunde van de TU Eindhoven.
Sinds augustus van dit jaar is de architect als docent verbonden aan de TU Delft. Samen met partner Nicole Maurer runt hij tevens een architectenbureau in Eindhoven, Maurer Engineering Architecture and Media, waarin de bouwkundig ingenieurs verschillende ontwerpgebieden combineren, zoals mode en architectuur en hiphop en architectuur. Dat resulteert niet alleen in architectonische ontwerpen, maar ook in multimediaproducties.
Het bureau deed mee aan talloze projecten, zoals de tentoonstelling ‘Archsx & Bdybldng’, waarin het duo Maurer een architectonisch concept rond Japanse transformer robots presenteerde. Ook was het tweetal te zien in de Kunsthal met de ‘Duck Loop Junior’, tijdens de tentoonstelling ‘100 jaar MC Escher’ en in galerie Mama (Showroom for Media and Moving Art) in Rotterdam. In 1998 werd Marc Maurer genomineerd voor de NPS Cultuurprijs.
Zedzbeton
Echt spraakmakend werd Maurer toen hij ging samenwerken met graffitipioniers Delta en Zeds. Delta is het pseudoniem van oud IO’er Boris Tellegen, met wie Maurer onder de titel’Masterplan’ een villa ontwierp waarin alle ruimtes in elkaar doorlopen en een graffiti-patroon vormen. Onder de naam Zedz schuilt Ronald van der Voet, met wie Maurer het vijftig meter lange ‘Zedzbeton’ ontwierp, dat als stadsmeubilair gebruikt kan worden.
Maurer kwam twee jaar geleden via galerie Mama met de kunstenaars in contact. Hij volgde Delta al een tijdje, gefascineerd door diens driedimensionale stijl. Toen Maurer hem benaderde voor samenwerking, kwam Zedz, die tot dezelfde graffiticrew (INC) als Delta behoorde, mee. Kort na de eerste ontmoeting was een team geboren.
Futuristisch is de ‘graffiti-architectuur’ van het drietal allerminst. En behalve esthetisch, zijn de ontwerpen ook zeker functioneel. ,,Het is geen beeldende kunst waar je doorheen kunt lopen”, aldus Maurer. In het kader van Rotterdam 2001, Culturele Hoofdstad van Europa, ontwierpen Maurer, Delta en Zedz een paviljoen (P2001) dat eigenlijk een grote 3D-game is. In het paviljoen worden kunstprojecten gepresenteerd, waar de bezoeker met behulp van multimedia doorheen wordt geloodst. Het paviljoen moet volgend jaar te zien zijn, al staat het plan momenteel op losse schroeven. Er bestaan echter al concrete plannen voor een groots ontwerp dat over drie jaar in Rotterdam uitgevoerd moet worden.
Vijanden
Het blijft echter een opmerkelijke combinatie. Graffiti en architectuur lijken immers eeuwige vijanden. Toch is dat volgens Maurer verre van waar. ,,Zowel architectuur als graffiti zijn ontwerpdisciplines”, zegt de architect, ,,en beide zijn driedimensionaal. Zo ver liggen ze dus helemaal niet van elkaar af.”
Voor de Nationale Millennium Prijsvraag van de Stichting Nederland Cultuur en Innovatie 2000, waarin de vraag ‘Hoe zie jij Nederland in de 21e eeuw’ centraal stond, stuurde het drietal een voorstel in. Daarin formuleren de ontwerpers hoe hun architectuur met behulp van internet meer bekendheid kan krijgen. ,,Mijn architectuur is een echte synthese van architectuur en techniek”, vindt Maurer. ,,Bovendien past het goed in het nieuwe cultuurbeleid, dat zich richt op jongeren. Graffiti komt van de straat. Het is een subcultuurtje.”
Het heeft zich echter ontwikkeld tot een serieuze kunststroming, vindt de docent bouwkunde. ,,Veel spuiters hebben de straat verlaten om in kunst verder te gaan. En omdat graffiti nog altijd een negatief imago heeft, zei ik: laten we er architectuur van maken, dan maken we er iets positiefs van.” Om ook aan het economische aspect van de prijsvraag te voldoen, bouwden de ontwerpers een website en ze ontwierpen T-shirts en posters, die met het prijzengeld worden gefinancierd.
Dropping science
Maurer houdt wel van het doorbreken van clichés. ,,Ik heb niet zoveel respect voor de gevestigde orde”, bekent de architect. ,,Eigenlijk wilde ik cabaretier worden, maar mijn vader wilde dat ik een vak ging leren. Ik woonde in Eindhoven en een studie architectuur was lekker dichtbij en ook wel creatief. Maar al toen ik studeerde, hoopte ik dat de hele architectuur gewoon zou ophouden met bestaan als ik klaar was.”
Misschien daarom juist die drang naar vernieuwing? ,,Ik geloof in ‘dropping science’, een term uit de hiphop”, zegt Maurer. Het houdt in dat je de bestaande wetenschap laat vallen, om je eigen wetenschap te laten zien – iets wat ik mijn studenten ook probeer bij te brengen. Een cabaretier doet dat in zekere zin ook. Architectuur is pas architectuur als je mensen er andersover laat nadenken. Dan pas heb je echt iets gemaakt.”
Bouwkundedocent Marc Maurer nam onlangs de Nationale Millennium Prijs van 100.000 gulden in ontvangst. Een gesprek met de architect, die eigenlijk cabaretier wilde worden en met zijn op graffiti en hiphop geïnspireerde architectuur zijn kont tegen de krib gooit.
,,Als jonge architect kan je weinig anders dan werken met wat anderen al hebben verzonnen”, denkt Marc Maurer (1969). ,,Het enige wat je kan doen is er je eigen draai aan geven. Zoals de scratch in hiphop.”
Architectuur heeft anno 2000 veel met de muziekstijl te maken, vindt de architect, die in Duitsland in de jaren tachtig als hiphop-dj bij een piratenstation werkte. ,,Sinds de jaren negentig is men steeds meer in de architectuur gaan citeren”, vertelt Maurer. ,,Er worden platte daken uit de moderne stijl gebruikt en het postmodernisme citeerde bijvoorbeeld een boog of kolom uit een oude stijl. Rap is ook begonnen met citeren: een bestaand muziekfragment opnemen en opnieuw gebruiken. Ook in de graffiti borduurt de één verder op de stijl van een ander.”
Vernieuwing
Net als graffitikunstenaars streeft Maurer echter altijd naar vernieuwing. Die zoekt hij op de scheidslijn tussen bestaande ontwerpdisciplines. ,,Juist op die scheidslijn is nog niet alles al gedaan”, denkt de architect.
Maar op die scheidslijn bestaat nog geen vakliteratuur. Om er toch informatie te vinden, ontwikkelde Maurer een zoekmachine voor internet. Daarmee kan in plaats van alleen op bouwmaterialen of -producten, op tussenresultaten in bouwprocessen worden gezocht. Door uit verschillende ontwerpdisciplines te lenen, te ‘samplen’, komt de ontwerper tot een eigen ontwerp. Maurer promoveerde met zijn zoekmachine aan de faculteit Technische Bouwkunde van de TU Eindhoven.
Sinds augustus van dit jaar is de architect als docent verbonden aan de TU Delft. Samen met partner Nicole Maurer runt hij tevens een architectenbureau in Eindhoven, Maurer Engineering Architecture and Media, waarin de bouwkundig ingenieurs verschillende ontwerpgebieden combineren, zoals mode en architectuur en hiphop en architectuur. Dat resulteert niet alleen in architectonische ontwerpen, maar ook in multimediaproducties.
Het bureau deed mee aan talloze projecten, zoals de tentoonstelling ‘Archsx & Bdybldng’, waarin het duo Maurer een architectonisch concept rond Japanse transformer robots presenteerde. Ook was het tweetal te zien in de Kunsthal met de ‘Duck Loop Junior’, tijdens de tentoonstelling ‘100 jaar MC Escher’ en in galerie Mama (Showroom for Media and Moving Art) in Rotterdam. In 1998 werd Marc Maurer genomineerd voor de NPS Cultuurprijs.
Zedzbeton
Echt spraakmakend werd Maurer toen hij ging samenwerken met graffitipioniers Delta en Zeds. Delta is het pseudoniem van oud IO’er Boris Tellegen, met wie Maurer onder de titel’Masterplan’ een villa ontwierp waarin alle ruimtes in elkaar doorlopen en een graffiti-patroon vormen. Onder de naam Zedz schuilt Ronald van der Voet, met wie Maurer het vijftig meter lange ‘Zedzbeton’ ontwierp, dat als stadsmeubilair gebruikt kan worden.
Maurer kwam twee jaar geleden via galerie Mama met de kunstenaars in contact. Hij volgde Delta al een tijdje, gefascineerd door diens driedimensionale stijl. Toen Maurer hem benaderde voor samenwerking, kwam Zedz, die tot dezelfde graffiticrew (INC) als Delta behoorde, mee. Kort na de eerste ontmoeting was een team geboren.
Futuristisch is de ‘graffiti-architectuur’ van het drietal allerminst. En behalve esthetisch, zijn de ontwerpen ook zeker functioneel. ,,Het is geen beeldende kunst waar je doorheen kunt lopen”, aldus Maurer. In het kader van Rotterdam 2001, Culturele Hoofdstad van Europa, ontwierpen Maurer, Delta en Zedz een paviljoen (P2001) dat eigenlijk een grote 3D-game is. In het paviljoen worden kunstprojecten gepresenteerd, waar de bezoeker met behulp van multimedia doorheen wordt geloodst. Het paviljoen moet volgend jaar te zien zijn, al staat het plan momenteel op losse schroeven. Er bestaan echter al concrete plannen voor een groots ontwerp dat over drie jaar in Rotterdam uitgevoerd moet worden.
Vijanden
Het blijft echter een opmerkelijke combinatie. Graffiti en architectuur lijken immers eeuwige vijanden. Toch is dat volgens Maurer verre van waar. ,,Zowel architectuur als graffiti zijn ontwerpdisciplines”, zegt de architect, ,,en beide zijn driedimensionaal. Zo ver liggen ze dus helemaal niet van elkaar af.”
Voor de Nationale Millennium Prijsvraag van de Stichting Nederland Cultuur en Innovatie 2000, waarin de vraag ‘Hoe zie jij Nederland in de 21e eeuw’ centraal stond, stuurde het drietal een voorstel in. Daarin formuleren de ontwerpers hoe hun architectuur met behulp van internet meer bekendheid kan krijgen. ,,Mijn architectuur is een echte synthese van architectuur en techniek”, vindt Maurer. ,,Bovendien past het goed in het nieuwe cultuurbeleid, dat zich richt op jongeren. Graffiti komt van de straat. Het is een subcultuurtje.”
Het heeft zich echter ontwikkeld tot een serieuze kunststroming, vindt de docent bouwkunde. ,,Veel spuiters hebben de straat verlaten om in kunst verder te gaan. En omdat graffiti nog altijd een negatief imago heeft, zei ik: laten we er architectuur van maken, dan maken we er iets positiefs van.” Om ook aan het economische aspect van de prijsvraag te voldoen, bouwden de ontwerpers een website en ze ontwierpen T-shirts en posters, die met het prijzengeld worden gefinancierd.
Dropping science
Maurer houdt wel van het doorbreken van clichés. ,,Ik heb niet zoveel respect voor de gevestigde orde”, bekent de architect. ,,Eigenlijk wilde ik cabaretier worden, maar mijn vader wilde dat ik een vak ging leren. Ik woonde in Eindhoven en een studie architectuur was lekker dichtbij en ook wel creatief. Maar al toen ik studeerde, hoopte ik dat de hele architectuur gewoon zou ophouden met bestaan als ik klaar was.”
Misschien daarom juist die drang naar vernieuwing? ,,Ik geloof in ‘dropping science’, een term uit de hiphop”, zegt Maurer. Het houdt in dat je de bestaande wetenschap laat vallen, om je eigen wetenschap te laten zien – iets wat ik mijn studenten ook probeer bij te brengen. Een cabaretier doet dat in zekere zin ook. Architectuur is pas architectuur als je mensen er andersover laat nadenken. Dan pas heb je echt iets gemaakt.”
Comments are closed.