Campus

‘Als onze eisen niet ingewilligd worden, blijven we zitten’

Een minuut of twee had het NOS-journaal er maandag aandacht voor: de studentenbezetting van het dak van de Tweede Kamer als protest tegen Ritzens plannen om de universiteitsraad af te schaffen.

De naam van de actiegroep (Landelijk Aktie Komitee) verhulde dat het plan in Delft was uitgebroed. Met de kleinste details had de organisatie rekening gehouden, maar zoals altijd verliep het heel anders dan gepland. Een kijkje achter de schermen van een studentenactie.


Figuur 1 De plattegrond van het Kamergebouw wordt bestudeerd

Een groep noncomformistisch geklede jongeren maakt op het stationsplein met een protestbord en middels verbale uitingen duidelijk dat de MUB niet deugt. Ritzens plan om studenten hun in de jaren zestig zwaar bevochten inspraak in het universitair bestuur te ontnemen, moet van de baan. Het is zondagavond, half acht. Zo nu en dan arriveren nieuwe actievoerders vanuit universiteitssteden elders in den lande op het Delftse station. Ze gaan op weg naar het geheime verblijf van hun gastheren van het DAK (Delftsch Aktie Komitee): het VSSD-kantoor.

Het is een bont gezelschap dat samenkomt in Delft. Paars geverfd, gemillimeterd, of juist heel lang haar onderscheiden de ouderwetse actiebonzen uit steden als Nijmegen en Amsterdam van de nettere haardracht van hun Delftse collega’s. Door middel van kleding, ringen en haarvorm wordt gepoogd het alternatieve imago, dat de tijdgeest de laatste jaren niet mee heeft, nieuw leven in te blazen.

De driedelige ladder, waarmee het dak van de Tweede Kamer morgen genomen zal worden, staat opgesteld tegen de muur van het VSSD-hoofdkwartier. Wie morgen naar boven gaat, kan nu vast oefenen op het wiebelende ding. Even meent Piet (de schuilnaam van één van de organisatoren) dat het VSSD-pand bezoek krijgt van de beveiligingsdienst van de TU. ,,Gisteren kwamen ze hier ook al kijken.” Maar het blijkt loos alarm.

Er wordt chinees binnengebracht; aan een aantal grote tafels kunnen de actievoerders onder het genot van tjap-tjoi en gado-gado nader kennis met elkaar maken.

Piet heeft nauwelijks tijd om te eten. Hij neemt nog snel even contact op met een advocaat, voor het geval het morgen uit de hand loopt. De Wereldomroep hangt vervolgens aan de lijn, waar en wanneer er wat gaat gebeuren? Piet toont zich na afloop een klein beetje argwanend. Was het telefoontje wel van de Wereldomroep: ,,Je moet er maar vanuit gaan dat het klopt.”


Figuur 2 Oefenen bij de wiebelende trap bij de VSSD
Boskabouter

Als de bamislierten achter de kiezen zijn, ontvouwt Piet het actieplan. Om kwart voor zeven de volgende morgen zal de Tweede Kamer ‘bestormd’ worden aan de Buitenhof-zijde naast de perstoren. Als afleidingsmanoeuvre zullen drie actievoerdersiets eerder de muur aan de Plein-zijde bekladden met leuzen. ,,Die vangen de politie op”, de echte actie zal zo langer onopgemerkt blijven, zo meent Piet. Iedereen gaat met de trein, de ladder zal met een busje aangevoerd worden.

Na enige discussie wordt besloten dat iedereen anoniem blijft, en een schuilnaam aanneemt. ,,Echt anoniem”, verklaart een DAK-ker: ,,Ook geen voornamen, nee.” Alles waaruit de identiteit van de deelnemers kan blijken – OV-jaarkaarten, agenda’s, bankpassen en wat dies meer zij – zal de volgende dag na aankomst in Den Haag worden ingeleverd in een grote zak. ,,Als je opgepakt wordt, zeg er dan wel bij dat je een schuilnaam opgeeft. Anders ben je weer strafbaar wegens het opgeven van een valse naam. Paulus de Boskabouter, dat is op zich natuurlijk duidelijk.”

Twintig personen zullen naar boven gaan, de rest blijft beneden om veiligheidsbeambten bij de ladder vandaan te houden. Piet haalt een luchtfoto van het dak van de Kamer tevoorschijn. Een deur moet direct gebarricadeerd worden. ,,Waarschijnlijk is het een branddeur, die gaan naar buiten open. Als dat niet zo is, dan moeten we er maar voor gaan zitten.”

Een noodraam moet op een zelfde wijze afgesloten worden. Vanwege een hoogteverschil op het dak gaat er een touwladder mee. De eerste zeven à acht bezetters krijgen instructies over hun specifieke taak, en nemen het daarbij behorende materiaal naar boven: balken en latten om het raam en de deur te barricaderen, de touwladder, een draagbare telefoon, proviand, vuurwerk, en een emmer voor de eventuele behoeften (je weet nooit hoe lang je op zo’n dak zit).

De ladder moet aansluiten op een soort noodtrap die op enige hoogte boven de grond tegen de muur hangt. Omdat de straat schuin oploopt tegen de muur van het Tweede Kamergebouw (uit voorzorg?), worden speciale kistjes meegenomen om de ladder op te plaatsen. De actie lijkt tot in details perfect voorbereid.


Figuur 3 In een zijsteeg wordt gewacht op het uur U
Grondtroepen

Vervolgens komt de tactiek van de grondtroepen, die de bewaking moeten tegenhouden, aan de orde. ,,Het geweldsmonopolie ligt in Nederland bij de politie en de marechaussee. De bewakers mogen niets meer dan jullie. Zodra ze komen haken jullie in. Praat tegen ze, schreeuw, ga voor ze staan. Als ze er maar niet door komen.”

Er wordt benadrukt dat de actie geweldloos moet verlopen en dat er niets vernield mag worden. ,,Als we op het dak zitten, zullen we eisen indienen, de intrekking van de MUB enzo. Als die niet worden ingewilligd, wat zeer waarschijnlijk is, blijven we zitten.”

Arrestaties lijken Piet en de zijnen onwaarschijnlijk. Bij de Tweede Kamer gaat de politie meestal ‘relaxed’ te werk. Mocht het er toch van komen, dan moet iedereen goed weten wat wel en wat niet te doen. ,,Er zal een polaroid-foto gemaakt worden in de bus: geen gekke bekken trekken, dat heeft geen zin. Desnoods zetten ze je hoofd in een klem. Op het bureau worden we één voor één verhoord. Maak beheerst duidelijk dat je niets zegt. Als je een twijfelende indruk maakt, blijven ze je urenlang verhoren.” Daarnaast heeft iemand een tip voor het afnemen van vingerafdrukken. ,,Op het laatste moment een klein beetje aan je vinger trekken, dan kan de scanner ‘m niet koppelen aan eerdere afdrukken.”


Figuur 4 Weinig zachtzinnig gaan de bewakers de indringers te lijf
Veganist

Dergelijke onderwerpen doen de spanning in het VSSD-gebouw snel stijgen. Vingers trillen hier en daar licht, het bloed stijgt naar de wangen. Een opgewonden gevoel maakt zich van de studenten meester. Ervaren demonstranten, die al eens gezeten hebben, vertellen in geuren en kleuren over het leven in de politiecel. ,,Mag je roken in zo’n cel?”, wil iemand weten.

,,Als we opgepakt worden”, gaat één van de organisatoren verder, ,,worden we waarschijnlijk met z’n dertigen tegelijk opgepakt. We zitten dan met twee of drie personen in een cel, dat is alleen maar prettig. Gebruik niet elkaars echte naam, want ze kunnen via de intercom meeluisteren.”

Uiteindelijk volgen er nog wat tips om het de politie zo lastig mogelijk te maken, en dus een vrijlating te bespoedigen. ,,Ze moeten je te eten geven. Het is leuk als je zegt dat je veganist bent, dan moeten ze daar vaak een speciale kok voor gaan halen. Verder heb je recht op een bijbel. Ze hebben echt geen vijfendertig bijbels op het bureau.”

Het actieberaad is afgelopen. Voor degenen die later zijn binnengekomen, wordt het hele verhaal over een half uur nog een keer afgedraaid. De rest gaat weer oefenen met de ladder, en praat de opwinding wat van zich af. De paar uurtjes slaap die resten, worden nauwelijks genuttigd. Midden in de nacht staat de groep weer op. Na koffie en wat broodjes, wordt er koers gezet naar het station.

Het is kwart voor zes als iedereen op het station bijeen is. De lichte spanning verdrijft de slaperigheid. ,,Slecht geslapen. Ik had het de hele nacht ijskoud”, vertelt een Amsterdams student voor wie dit zijn eerste actie is. Ze hadden hem niet verteld dat hij een slaapzak mee moest nemen. Vroege forensen in de stoptrein kijken enigszins verbaasd.


Figuur 5 Met een balk op zijn rug klautert nummer één omhoog
Loos alarm

Vanaf Hollands Spoor gaat het te voet richting Tweede Kamer. Om vroegtijdig alarm te voorkomen, wordt in groepjes van een man of zes door nachtelijk Den Haag gewandeld. Een voorbij fietsende agent kijkt even over zijn schouder, maar rijdt zonder enige argwaan weer verder. In de laatste steeg voor de Hofweg schrikt Piet van een camera. In een zijsteeg wordt gewacht tot het uur U is aangebroken.

De zenuwen staan op scherp, en aanrollend motorgeluid veroorzaakt even een lichte paniek. Loos alarm: het is een auto van de schoonmaakdienst. De horloges geven nu kwart voor zeven aan, maar er gebeurt niets. De auto met de ladder is er niet. Twee minuten verstrijken; en dan: het teken.

Vanuit de zijstraten van de Hofweg stormen een stuk of veertig studenten richting Tweede Kamer. Maar een eerste probleem doet zich voor: het lukt niet goed om de ladder te laten aansluitenop de trap die er al hangt. Kostbare seconden tikken weg. ,,Nummer één. Waar is nummer één?”, klinkt het als het ding eindelijk staat. Met een balk op zijn rug voor het barricaderen van de deur klautert nummer één op de vervaarlijk wiebelende ladder omhoog. ,,Nummer twee! …nummer twee?” Geen nummer twee. Er wordt gezocht en geschreeuwd. Te veel tijd gaat opnieuw verloren. Nummer twee is er niet. Hoewel nummer twee boven een aantal essentiële handelingen moet verrichten, klautert uiteindelijk nummer drie omhoog.

Nummer vier maakt aanstalten om te volgen, maar op dat moment komt de bewakingsdienst aanrennen. ,,Inhaken”, klinkt het, en er vormt zich een menselijke muur rond de ladder. Weinig zachtzinnig gaan de heren de indringers te lijf. Er wordt geslagen, geschopt, aan haren getrokken, de ellebogen worden gebruikt en hier en daar wordt een student tegen de grond gesmeten. ,,Jullie mogen dit helemaal niet”, gilt een wanhopige meisjesstem. Maar de bewakers blijken de wet minder goed te kennen dan hun geweldloze tegenstanders.


Figuur 6 Opluchting: het spandoek is toch uitgerold
Spandoek

Sneller dan volgens de meest pessimistische verwachtingen, valt de ladder dan ook in handen van de vijand. Politiewagens komen aanrijden, en de actievoerders rest niets dan demonstratief rond de ladder te gaan zitten. Het woedende, vrouwelijke hoofd van de aangesnelde politie-eenheid wil weten wat ‘het doel van deze actie’ is. De hoofdlijnen van de MUB worden haar onder vier ogen uitgelegd door studentenwoordvoerder Sander Veenis. Om de gemoederen wat te bedaren, laat de politieagente merken dat ze begrip heeft voor het standpunt.

Vanaf het dak, dat zes actievoerders toch nog hebben weten te bereiken, wordt een spandoek uitgerold. ‘MUB maakt monddood’ is er heel even te lezen voor het oog van de NOS-camera. ,,Olé, olé, olé, we are the champions”, klinkt het uit de kelen van zittende studenten. Maar vrijwel direct wordt het spandoek weer verwijderd, de zes man op het dak worden samen met de bekladders van de voorgevel gearresteerd.

Er ontstaat een patstelling. De studenten zitten op de grond, hun ladder bewakend. De politieagenten staan verveeld wat te kletsen: ,,Zo, wanneer knuppelen we die zooi weg?” De goedgeluimde politie-cheffin vertelt dat ze bericht binnenkreeg dat het gebouw beklad werd. ,,We reden er naartoe, maar zagen onderweg dat hier mensen op het dak probeerden te komen.” De afleidingsmanoeuvre was dus niet zo’n goed idee.

Uiteindelijk besluiten de actievoerders de ladder weg te halen, na dreigementen van de politie het ding anders in beslag te nemen. ,,Bij de volgende actie moet de ladder weer mee”, aldus één van de actievoerders. De politie acht de actie nu als beëindigd, en met een ,,bedankt en succes met het protest” nemen de ordehandhavers afscheid.
Koffie

Wat nu te doen? Het openbare leven in Den Haag komt langzaam op gang, maar niemand interesseert zich nog voor de actievoerende studenten. Tien collega’s zijn opgepakt, de pers is grotendeels verdwenen. Na lang dralen wordt koers gezet naar het politiebureau in de Jan Hendrikstraat. De harde kern, teleurgesteld door het brave einde van het protest, wil het liefst het politiebureau trakteren op een bombardement van vuurwerk en rookbommen. Maar de meerderheid besluit anders: ,,We hebben niets tegen de politie”, legt woordvoerder Veenis uit.

Bij het bureau gaan twee personen naar binnen om aangifte te doen van de harde klappen die de bewakingsdienst van de Tweede Kamer heeft uitgedeeld. Ondertussen meent de rest achter een vaag doorschijnende ruit de contouren van de opgepakte kameraden te ontwaren. Er wordt geklopt, gezwaaid en geroepen, met als uiteindelijk resultaat het naar buiten komen van de rechercheur die met het onderzoek belast is. De grijze man spreekt de jongeren vermanend toe, maar wil zich ook de kwaadste niet tonen. Hij biedt de hele groep koffie aan, op voorwaarde dat iedereen zich verder rustig en normaal gedraagt.

De politieman vertelt iets over een spel dat beide partijen spelen, waarbij iedereen zich netjes aan de spelregels moet houden. Terwijl de agent de koffiebestellingen opneemt, neemt het spel plotseling een zeer onverwachte wending. Een auto stopt, van waaruit een man de studenten luid begint uit te schelden. De tas met de identiteitspapieren van alle actievoerders is op straat gevonden en ligt nu bij de redactie van de Haagsche Courant. De studenten schrikken en zijn vertwijfeld, terwijl de man blijft schelden over zoveel amateurisme. De hoofdagent glipt inmiddels het bureau weer in, en ziet zijn kans schoon de identiteit van zijn arrestanten te achterhalen.
Wedloop

En zo ontstaat er in de Haagse binnenstad een wedloop tussen een groepje rennende studenten en een politieauto richting het kantoor van de Haagsche Courant. Zoals later zal blijken, is degene die de tas beheerde in de stad door de politie opgepakt. Op hoop van zegen had hij de tas op straat gegooid.

Wanneer het groepje een kwartier later met de duimen in de lucht terugkeert, slaken de achterblijvers een zucht van verlichting. ,,Een minuut eerder dan de politie”, wordt er

geschreeuwd. Ook de politieauto keert onverrichter zake terug. Alsof er niets gebeurd is, komt de grijze agent even later opnieuw naar buiten om de rest van de koffiebestelling op te nemen.

En zo drinken dertig demonstranten met oom agent een kopje koffie voor het politiebureau waar hun vriendjes en vriendinnetjes zitten opgesloten. De laatste slag in het schaakspel was voor de studenten, en dat rechtvaardigt voor de meesten dit geheul met de vijand. Slaperigheid is ongetwijfeld een ander motief.

Twee uur later worden alle arrestanten vrijgelaten, en de actievoerders keren huiswaarts. ,,We zaten in alle NOS-journaals”, verklaart Piet later tevreden. ,,We hadden wat meer man op het dak willen hebben”, is het commentaar van Veenis. Maar ach, het gaat er natuurlijk om wat de pers schrijft. ,,Vijftig studenten beklommen het dak van de Tweede Kamer”, bericht de Volkskrant de volgende morgen.

Kees Versluis

,,,,,

Een minuut of twee had het NOS-journaal er maandag aandacht voor: de studentenbezetting van het dak van de Tweede Kamer als protest tegen Ritzens plannen om de universiteitsraad af te schaffen. De naam van de actiegroep (Landelijk Aktie Komitee) verhulde dat het plan in Delft was uitgebroed. Met de kleinste details had de organisatie rekening gehouden, maar zoals altijd verliep het heel anders dan gepland. Een kijkje achter de schermen van een studentenactie.


Figuur 1 De plattegrond van het Kamergebouw wordt bestudeerd

Een groep noncomformistisch geklede jongeren maakt op het stationsplein met een protestbord en middels verbale uitingen duidelijk dat de MUB niet deugt. Ritzens plan om studenten hun in de jaren zestig zwaar bevochten inspraak in het universitair bestuur te ontnemen, moet van de baan. Het is zondagavond, half acht. Zo nu en dan arriveren nieuwe actievoerders vanuit universiteitssteden elders in den lande op het Delftse station. Ze gaan op weg naar het geheime verblijf van hun gastheren van het DAK (Delftsch Aktie Komitee): het VSSD-kantoor.

Het is een bont gezelschap dat samenkomt in Delft. Paars geverfd, gemillimeterd, of juist heel lang haar onderscheiden de ouderwetse actiebonzen uit steden als Nijmegen en Amsterdam van de nettere haardracht van hun Delftse collega’s. Door middel van kleding, ringen en haarvorm wordt gepoogd het alternatieve imago, dat de tijdgeest de laatste jaren niet mee heeft, nieuw leven in te blazen.

De driedelige ladder, waarmee het dak van de Tweede Kamer morgen genomen zal worden, staat opgesteld tegen de muur van het VSSD-hoofdkwartier. Wie morgen naar boven gaat, kan nu vast oefenen op het wiebelende ding. Even meent Piet (de schuilnaam van één van de organisatoren) dat het VSSD-pand bezoek krijgt van de beveiligingsdienst van de TU. ,,Gisteren kwamen ze hier ook al kijken.” Maar het blijkt loos alarm.

Er wordt chinees binnengebracht; aan een aantal grote tafels kunnen de actievoerders onder het genot van tjap-tjoi en gado-gado nader kennis met elkaar maken.

Piet heeft nauwelijks tijd om te eten. Hij neemt nog snel even contact op met een advocaat, voor het geval het morgen uit de hand loopt. De Wereldomroep hangt vervolgens aan de lijn, waar en wanneer er wat gaat gebeuren? Piet toont zich na afloop een klein beetje argwanend. Was het telefoontje wel van de Wereldomroep: ,,Je moet er maar vanuit gaan dat het klopt.”


Figuur 2 Oefenen bij de wiebelende trap bij de VSSD
Boskabouter

Als de bamislierten achter de kiezen zijn, ontvouwt Piet het actieplan. Om kwart voor zeven de volgende morgen zal de Tweede Kamer ‘bestormd’ worden aan de Buitenhof-zijde naast de perstoren. Als afleidingsmanoeuvre zullen drie actievoerdersiets eerder de muur aan de Plein-zijde bekladden met leuzen. ,,Die vangen de politie op”, de echte actie zal zo langer onopgemerkt blijven, zo meent Piet. Iedereen gaat met de trein, de ladder zal met een busje aangevoerd worden.

Na enige discussie wordt besloten dat iedereen anoniem blijft, en een schuilnaam aanneemt. ,,Echt anoniem”, verklaart een DAK-ker: ,,Ook geen voornamen, nee.” Alles waaruit de identiteit van de deelnemers kan blijken – OV-jaarkaarten, agenda’s, bankpassen en wat dies meer zij – zal de volgende dag na aankomst in Den Haag worden ingeleverd in een grote zak. ,,Als je opgepakt wordt, zeg er dan wel bij dat je een schuilnaam opgeeft. Anders ben je weer strafbaar wegens het opgeven van een valse naam. Paulus de Boskabouter, dat is op zich natuurlijk duidelijk.”

Twintig personen zullen naar boven gaan, de rest blijft beneden om veiligheidsbeambten bij de ladder vandaan te houden. Piet haalt een luchtfoto van het dak van de Kamer tevoorschijn. Een deur moet direct gebarricadeerd worden. ,,Waarschijnlijk is het een branddeur, die gaan naar buiten open. Als dat niet zo is, dan moeten we er maar voor gaan zitten.”

Een noodraam moet op een zelfde wijze afgesloten worden. Vanwege een hoogteverschil op het dak gaat er een touwladder mee. De eerste zeven à acht bezetters krijgen instructies over hun specifieke taak, en nemen het daarbij behorende materiaal naar boven: balken en latten om het raam en de deur te barricaderen, de touwladder, een draagbare telefoon, proviand, vuurwerk, en een emmer voor de eventuele behoeften (je weet nooit hoe lang je op zo’n dak zit).

De ladder moet aansluiten op een soort noodtrap die op enige hoogte boven de grond tegen de muur hangt. Omdat de straat schuin oploopt tegen de muur van het Tweede Kamergebouw (uit voorzorg?), worden speciale kistjes meegenomen om de ladder op te plaatsen. De actie lijkt tot in details perfect voorbereid.


Figuur 3 In een zijsteeg wordt gewacht op het uur U
Grondtroepen

Vervolgens komt de tactiek van de grondtroepen, die de bewaking moeten tegenhouden, aan de orde. ,,Het geweldsmonopolie ligt in Nederland bij de politie en de marechaussee. De bewakers mogen niets meer dan jullie. Zodra ze komen haken jullie in. Praat tegen ze, schreeuw, ga voor ze staan. Als ze er maar niet door komen.”

Er wordt benadrukt dat de actie geweldloos moet verlopen en dat er niets vernield mag worden. ,,Als we op het dak zitten, zullen we eisen indienen, de intrekking van de MUB enzo. Als die niet worden ingewilligd, wat zeer waarschijnlijk is, blijven we zitten.”

Arrestaties lijken Piet en de zijnen onwaarschijnlijk. Bij de Tweede Kamer gaat de politie meestal ‘relaxed’ te werk. Mocht het er toch van komen, dan moet iedereen goed weten wat wel en wat niet te doen. ,,Er zal een polaroid-foto gemaakt worden in de bus: geen gekke bekken trekken, dat heeft geen zin. Desnoods zetten ze je hoofd in een klem. Op het bureau worden we één voor één verhoord. Maak beheerst duidelijk dat je niets zegt. Als je een twijfelende indruk maakt, blijven ze je urenlang verhoren.” Daarnaast heeft iemand een tip voor het afnemen van vingerafdrukken. ,,Op het laatste moment een klein beetje aan je vinger trekken, dan kan de scanner ‘m niet koppelen aan eerdere afdrukken.”


Figuur 4 Weinig zachtzinnig gaan de bewakers de indringers te lijf
Veganist

Dergelijke onderwerpen doen de spanning in het VSSD-gebouw snel stijgen. Vingers trillen hier en daar licht, het bloed stijgt naar de wangen. Een opgewonden gevoel maakt zich van de studenten meester. Ervaren demonstranten, die al eens gezeten hebben, vertellen in geuren en kleuren over het leven in de politiecel. ,,Mag je roken in zo’n cel?”, wil iemand weten.

,,Als we opgepakt worden”, gaat één van de organisatoren verder, ,,worden we waarschijnlijk met z’n dertigen tegelijk opgepakt. We zitten dan met twee of drie personen in een cel, dat is alleen maar prettig. Gebruik niet elkaars echte naam, want ze kunnen via de intercom meeluisteren.”

Uiteindelijk volgen er nog wat tips om het de politie zo lastig mogelijk te maken, en dus een vrijlating te bespoedigen. ,,Ze moeten je te eten geven. Het is leuk als je zegt dat je veganist bent, dan moeten ze daar vaak een speciale kok voor gaan halen. Verder heb je recht op een bijbel. Ze hebben echt geen vijfendertig bijbels op het bureau.”

Het actieberaad is afgelopen. Voor degenen die later zijn binnengekomen, wordt het hele verhaal over een half uur nog een keer afgedraaid. De rest gaat weer oefenen met de ladder, en praat de opwinding wat van zich af. De paar uurtjes slaap die resten, worden nauwelijks genuttigd. Midden in de nacht staat de groep weer op. Na koffie en wat broodjes, wordt er koers gezet naar het station.

Het is kwart voor zes als iedereen op het station bijeen is. De lichte spanning verdrijft de slaperigheid. ,,Slecht geslapen. Ik had het de hele nacht ijskoud”, vertelt een Amsterdams student voor wie dit zijn eerste actie is. Ze hadden hem niet verteld dat hij een slaapzak mee moest nemen. Vroege forensen in de stoptrein kijken enigszins verbaasd.


Figuur 5 Met een balk op zijn rug klautert nummer één omhoog
Loos alarm

Vanaf Hollands Spoor gaat het te voet richting Tweede Kamer. Om vroegtijdig alarm te voorkomen, wordt in groepjes van een man of zes door nachtelijk Den Haag gewandeld. Een voorbij fietsende agent kijkt even over zijn schouder, maar rijdt zonder enige argwaan weer verder. In de laatste steeg voor de Hofweg schrikt Piet van een camera. In een zijsteeg wordt gewacht tot het uur U is aangebroken.

De zenuwen staan op scherp, en aanrollend motorgeluid veroorzaakt even een lichte paniek. Loos alarm: het is een auto van de schoonmaakdienst. De horloges geven nu kwart voor zeven aan, maar er gebeurt niets. De auto met de ladder is er niet. Twee minuten verstrijken; en dan: het teken.

Vanuit de zijstraten van de Hofweg stormen een stuk of veertig studenten richting Tweede Kamer. Maar een eerste probleem doet zich voor: het lukt niet goed om de ladder te laten aansluitenop de trap die er al hangt. Kostbare seconden tikken weg. ,,Nummer één. Waar is nummer één?”, klinkt het als het ding eindelijk staat. Met een balk op zijn rug voor het barricaderen van de deur klautert nummer één op de vervaarlijk wiebelende ladder omhoog. ,,Nummer twee! …nummer twee?” Geen nummer twee. Er wordt gezocht en geschreeuwd. Te veel tijd gaat opnieuw verloren. Nummer twee is er niet. Hoewel nummer twee boven een aantal essentiële handelingen moet verrichten, klautert uiteindelijk nummer drie omhoog.

Nummer vier maakt aanstalten om te volgen, maar op dat moment komt de bewakingsdienst aanrennen. ,,Inhaken”, klinkt het, en er vormt zich een menselijke muur rond de ladder. Weinig zachtzinnig gaan de heren de indringers te lijf. Er wordt geslagen, geschopt, aan haren getrokken, de ellebogen worden gebruikt en hier en daar wordt een student tegen de grond gesmeten. ,,Jullie mogen dit helemaal niet”, gilt een wanhopige meisjesstem. Maar de bewakers blijken de wet minder goed te kennen dan hun geweldloze tegenstanders.


Figuur 6 Opluchting: het spandoek is toch uitgerold
Spandoek

Sneller dan volgens de meest pessimistische verwachtingen, valt de ladder dan ook in handen van de vijand. Politiewagens komen aanrijden, en de actievoerders rest niets dan demonstratief rond de ladder te gaan zitten. Het woedende, vrouwelijke hoofd van de aangesnelde politie-eenheid wil weten wat ‘het doel van deze actie’ is. De hoofdlijnen van de MUB worden haar onder vier ogen uitgelegd door studentenwoordvoerder Sander Veenis. Om de gemoederen wat te bedaren, laat de politieagente merken dat ze begrip heeft voor het standpunt.

Vanaf het dak, dat zes actievoerders toch nog hebben weten te bereiken, wordt een spandoek uitgerold. ‘MUB maakt monddood’ is er heel even te lezen voor het oog van de NOS-camera. ,,Olé, olé, olé, we are the champions”, klinkt het uit de kelen van zittende studenten. Maar vrijwel direct wordt het spandoek weer verwijderd, de zes man op het dak worden samen met de bekladders van de voorgevel gearresteerd.

Er ontstaat een patstelling. De studenten zitten op de grond, hun ladder bewakend. De politieagenten staan verveeld wat te kletsen: ,,Zo, wanneer knuppelen we die zooi weg?” De goedgeluimde politie-cheffin vertelt dat ze bericht binnenkreeg dat het gebouw beklad werd. ,,We reden er naartoe, maar zagen onderweg dat hier mensen op het dak probeerden te komen.” De afleidingsmanoeuvre was dus niet zo’n goed idee.

Uiteindelijk besluiten de actievoerders de ladder weg te halen, na dreigementen van de politie het ding anders in beslag te nemen. ,,Bij de volgende actie moet de ladder weer mee”, aldus één van de actievoerders. De politie acht de actie nu als beëindigd, en met een ,,bedankt en succes met het protest” nemen de ordehandhavers afscheid.
Koffie

Wat nu te doen? Het openbare leven in Den Haag komt langzaam op gang, maar niemand interesseert zich nog voor de actievoerende studenten. Tien collega’s zijn opgepakt, de pers is grotendeels verdwenen. Na lang dralen wordt koers gezet naar het politiebureau in de Jan Hendrikstraat. De harde kern, teleurgesteld door het brave einde van het protest, wil het liefst het politiebureau trakteren op een bombardement van vuurwerk en rookbommen. Maar de meerderheid besluit anders: ,,We hebben niets tegen de politie”, legt woordvoerder Veenis uit.

Bij het bureau gaan twee personen naar binnen om aangifte te doen van de harde klappen die de bewakingsdienst van de Tweede Kamer heeft uitgedeeld. Ondertussen meent de rest achter een vaag doorschijnende ruit de contouren van de opgepakte kameraden te ontwaren. Er wordt geklopt, gezwaaid en geroepen, met als uiteindelijk resultaat het naar buiten komen van de rechercheur die met het onderzoek belast is. De grijze man spreekt de jongeren vermanend toe, maar wil zich ook de kwaadste niet tonen. Hij biedt de hele groep koffie aan, op voorwaarde dat iedereen zich verder rustig en normaal gedraagt.

De politieman vertelt iets over een spel dat beide partijen spelen, waarbij iedereen zich netjes aan de spelregels moet houden. Terwijl de agent de koffiebestellingen opneemt, neemt het spel plotseling een zeer onverwachte wending. Een auto stopt, van waaruit een man de studenten luid begint uit te schelden. De tas met de identiteitspapieren van alle actievoerders is op straat gevonden en ligt nu bij de redactie van de Haagsche Courant. De studenten schrikken en zijn vertwijfeld, terwijl de man blijft schelden over zoveel amateurisme. De hoofdagent glipt inmiddels het bureau weer in, en ziet zijn kans schoon de identiteit van zijn arrestanten te achterhalen.
Wedloop

En zo ontstaat er in de Haagse binnenstad een wedloop tussen een groepje rennende studenten en een politieauto richting het kantoor van de Haagsche Courant. Zoals later zal blijken, is degene die de tas beheerde in de stad door de politie opgepakt. Op hoop van zegen had hij de tas op straat gegooid.

Wanneer het groepje een kwartier later met de duimen in de lucht terugkeert, slaken de achterblijvers een zucht van verlichting. ,,Een minuut eerder dan de politie”, wordt er

geschreeuwd. Ook de politieauto keert onverrichter zake terug. Alsof er niets gebeurd is, komt de grijze agent even later opnieuw naar buiten om de rest van de koffiebestelling op te nemen.

En zo drinken dertig demonstranten met oom agent een kopje koffie voor het politiebureau waar hun vriendjes en vriendinnetjes zitten opgesloten. De laatste slag in het schaakspel was voor de studenten, en dat rechtvaardigt voor de meesten dit geheul met de vijand. Slaperigheid is ongetwijfeld een ander motief.

Twee uur later worden alle arrestanten vrijgelaten, en de actievoerders keren huiswaarts. ,,We zaten in alle NOS-journaals”, verklaart Piet later tevreden. ,,We hadden wat meer man op het dak willen hebben”, is het commentaar van Veenis. Maar ach, het gaat er natuurlijk om wat de pers schrijft. ,,Vijftig studenten beklommen het dak van de Tweede Kamer”, bericht de Volkskrant de volgende morgen.

Kees Versluis

Een minuut of twee had het NOS-journaal er maandag aandacht voor: de studentenbezetting van het dak van de Tweede Kamer als protest tegen Ritzens plannen om de universiteitsraad af te schaffen. De naam van de actiegroep (Landelijk Aktie Komitee) verhulde dat het plan in Delft was uitgebroed. Met de kleinste details had de organisatie rekening gehouden, maar zoals altijd verliep het heel anders dan gepland. Een kijkje achter de schermen van een studentenactie.


Figuur 1 De plattegrond van het Kamergebouw wordt bestudeerd

Een groep noncomformistisch geklede jongeren maakt op het stationsplein met een protestbord en middels verbale uitingen duidelijk dat de MUB niet deugt. Ritzens plan om studenten hun in de jaren zestig zwaar bevochten inspraak in het universitair bestuur te ontnemen, moet van de baan. Het is zondagavond, half acht. Zo nu en dan arriveren nieuwe actievoerders vanuit universiteitssteden elders in den lande op het Delftse station. Ze gaan op weg naar het geheime verblijf van hun gastheren van het DAK (Delftsch Aktie Komitee): het VSSD-kantoor.

Het is een bont gezelschap dat samenkomt in Delft. Paars geverfd, gemillimeterd, of juist heel lang haar onderscheiden de ouderwetse actiebonzen uit steden als Nijmegen en Amsterdam van de nettere haardracht van hun Delftse collega’s. Door middel van kleding, ringen en haarvorm wordt gepoogd het alternatieve imago, dat de tijdgeest de laatste jaren niet mee heeft, nieuw leven in te blazen.

De driedelige ladder, waarmee het dak van de Tweede Kamer morgen genomen zal worden, staat opgesteld tegen de muur van het VSSD-hoofdkwartier. Wie morgen naar boven gaat, kan nu vast oefenen op het wiebelende ding. Even meent Piet (de schuilnaam van één van de organisatoren) dat het VSSD-pand bezoek krijgt van de beveiligingsdienst van de TU. ,,Gisteren kwamen ze hier ook al kijken.” Maar het blijkt loos alarm.

Er wordt chinees binnengebracht; aan een aantal grote tafels kunnen de actievoerders onder het genot van tjap-tjoi en gado-gado nader kennis met elkaar maken.

Piet heeft nauwelijks tijd om te eten. Hij neemt nog snel even contact op met een advocaat, voor het geval het morgen uit de hand loopt. De Wereldomroep hangt vervolgens aan de lijn, waar en wanneer er wat gaat gebeuren? Piet toont zich na afloop een klein beetje argwanend. Was het telefoontje wel van de Wereldomroep: ,,Je moet er maar vanuit gaan dat het klopt.”


Figuur 2 Oefenen bij de wiebelende trap bij de VSSD
Boskabouter

Als de bamislierten achter de kiezen zijn, ontvouwt Piet het actieplan. Om kwart voor zeven de volgende morgen zal de Tweede Kamer ‘bestormd’ worden aan de Buitenhof-zijde naast de perstoren. Als afleidingsmanoeuvre zullen drie actievoerdersiets eerder de muur aan de Plein-zijde bekladden met leuzen. ,,Die vangen de politie op”, de echte actie zal zo langer onopgemerkt blijven, zo meent Piet. Iedereen gaat met de trein, de ladder zal met een busje aangevoerd worden.

Na enige discussie wordt besloten dat iedereen anoniem blijft, en een schuilnaam aanneemt. ,,Echt anoniem”, verklaart een DAK-ker: ,,Ook geen voornamen, nee.” Alles waaruit de identiteit van de deelnemers kan blijken – OV-jaarkaarten, agenda’s, bankpassen en wat dies meer zij – zal de volgende dag na aankomst in Den Haag worden ingeleverd in een grote zak. ,,Als je opgepakt wordt, zeg er dan wel bij dat je een schuilnaam opgeeft. Anders ben je weer strafbaar wegens het opgeven van een valse naam. Paulus de Boskabouter, dat is op zich natuurlijk duidelijk.”

Twintig personen zullen naar boven gaan, de rest blijft beneden om veiligheidsbeambten bij de ladder vandaan te houden. Piet haalt een luchtfoto van het dak van de Kamer tevoorschijn. Een deur moet direct gebarricadeerd worden. ,,Waarschijnlijk is het een branddeur, die gaan naar buiten open. Als dat niet zo is, dan moeten we er maar voor gaan zitten.”

Een noodraam moet op een zelfde wijze afgesloten worden. Vanwege een hoogteverschil op het dak gaat er een touwladder mee. De eerste zeven à acht bezetters krijgen instructies over hun specifieke taak, en nemen het daarbij behorende materiaal naar boven: balken en latten om het raam en de deur te barricaderen, de touwladder, een draagbare telefoon, proviand, vuurwerk, en een emmer voor de eventuele behoeften (je weet nooit hoe lang je op zo’n dak zit).

De ladder moet aansluiten op een soort noodtrap die op enige hoogte boven de grond tegen de muur hangt. Omdat de straat schuin oploopt tegen de muur van het Tweede Kamergebouw (uit voorzorg?), worden speciale kistjes meegenomen om de ladder op te plaatsen. De actie lijkt tot in details perfect voorbereid.


Figuur 3 In een zijsteeg wordt gewacht op het uur U
Grondtroepen

Vervolgens komt de tactiek van de grondtroepen, die de bewaking moeten tegenhouden, aan de orde. ,,Het geweldsmonopolie ligt in Nederland bij de politie en de marechaussee. De bewakers mogen niets meer dan jullie. Zodra ze komen haken jullie in. Praat tegen ze, schreeuw, ga voor ze staan. Als ze er maar niet door komen.”

Er wordt benadrukt dat de actie geweldloos moet verlopen en dat er niets vernield mag worden. ,,Als we op het dak zitten, zullen we eisen indienen, de intrekking van de MUB enzo. Als die niet worden ingewilligd, wat zeer waarschijnlijk is, blijven we zitten.”

Arrestaties lijken Piet en de zijnen onwaarschijnlijk. Bij de Tweede Kamer gaat de politie meestal ‘relaxed’ te werk. Mocht het er toch van komen, dan moet iedereen goed weten wat wel en wat niet te doen. ,,Er zal een polaroid-foto gemaakt worden in de bus: geen gekke bekken trekken, dat heeft geen zin. Desnoods zetten ze je hoofd in een klem. Op het bureau worden we één voor één verhoord. Maak beheerst duidelijk dat je niets zegt. Als je een twijfelende indruk maakt, blijven ze je urenlang verhoren.” Daarnaast heeft iemand een tip voor het afnemen van vingerafdrukken. ,,Op het laatste moment een klein beetje aan je vinger trekken, dan kan de scanner ‘m niet koppelen aan eerdere afdrukken.”


Figuur 4 Weinig zachtzinnig gaan de bewakers de indringers te lijf
Veganist

Dergelijke onderwerpen doen de spanning in het VSSD-gebouw snel stijgen. Vingers trillen hier en daar licht, het bloed stijgt naar de wangen. Een opgewonden gevoel maakt zich van de studenten meester. Ervaren demonstranten, die al eens gezeten hebben, vertellen in geuren en kleuren over het leven in de politiecel. ,,Mag je roken in zo’n cel?”, wil iemand weten.

,,Als we opgepakt worden”, gaat één van de organisatoren verder, ,,worden we waarschijnlijk met z’n dertigen tegelijk opgepakt. We zitten dan met twee of drie personen in een cel, dat is alleen maar prettig. Gebruik niet elkaars echte naam, want ze kunnen via de intercom meeluisteren.”

Uiteindelijk volgen er nog wat tips om het de politie zo lastig mogelijk te maken, en dus een vrijlating te bespoedigen. ,,Ze moeten je te eten geven. Het is leuk als je zegt dat je veganist bent, dan moeten ze daar vaak een speciale kok voor gaan halen. Verder heb je recht op een bijbel. Ze hebben echt geen vijfendertig bijbels op het bureau.”

Het actieberaad is afgelopen. Voor degenen die later zijn binnengekomen, wordt het hele verhaal over een half uur nog een keer afgedraaid. De rest gaat weer oefenen met de ladder, en praat de opwinding wat van zich af. De paar uurtjes slaap die resten, worden nauwelijks genuttigd. Midden in de nacht staat de groep weer op. Na koffie en wat broodjes, wordt er koers gezet naar het station.

Het is kwart voor zes als iedereen op het station bijeen is. De lichte spanning verdrijft de slaperigheid. ,,Slecht geslapen. Ik had het de hele nacht ijskoud”, vertelt een Amsterdams student voor wie dit zijn eerste actie is. Ze hadden hem niet verteld dat hij een slaapzak mee moest nemen. Vroege forensen in de stoptrein kijken enigszins verbaasd.


Figuur 5 Met een balk op zijn rug klautert nummer één omhoog
Loos alarm

Vanaf Hollands Spoor gaat het te voet richting Tweede Kamer. Om vroegtijdig alarm te voorkomen, wordt in groepjes van een man of zes door nachtelijk Den Haag gewandeld. Een voorbij fietsende agent kijkt even over zijn schouder, maar rijdt zonder enige argwaan weer verder. In de laatste steeg voor de Hofweg schrikt Piet van een camera. In een zijsteeg wordt gewacht tot het uur U is aangebroken.

De zenuwen staan op scherp, en aanrollend motorgeluid veroorzaakt even een lichte paniek. Loos alarm: het is een auto van de schoonmaakdienst. De horloges geven nu kwart voor zeven aan, maar er gebeurt niets. De auto met de ladder is er niet. Twee minuten verstrijken; en dan: het teken.

Vanuit de zijstraten van de Hofweg stormen een stuk of veertig studenten richting Tweede Kamer. Maar een eerste probleem doet zich voor: het lukt niet goed om de ladder te laten aansluitenop de trap die er al hangt. Kostbare seconden tikken weg. ,,Nummer één. Waar is nummer één?”, klinkt het als het ding eindelijk staat. Met een balk op zijn rug voor het barricaderen van de deur klautert nummer één op de vervaarlijk wiebelende ladder omhoog. ,,Nummer twee! …nummer twee?” Geen nummer twee. Er wordt gezocht en geschreeuwd. Te veel tijd gaat opnieuw verloren. Nummer twee is er niet. Hoewel nummer twee boven een aantal essentiële handelingen moet verrichten, klautert uiteindelijk nummer drie omhoog.

Nummer vier maakt aanstalten om te volgen, maar op dat moment komt de bewakingsdienst aanrennen. ,,Inhaken”, klinkt het, en er vormt zich een menselijke muur rond de ladder. Weinig zachtzinnig gaan de heren de indringers te lijf. Er wordt geslagen, geschopt, aan haren getrokken, de ellebogen worden gebruikt en hier en daar wordt een student tegen de grond gesmeten. ,,Jullie mogen dit helemaal niet”, gilt een wanhopige meisjesstem. Maar de bewakers blijken de wet minder goed te kennen dan hun geweldloze tegenstanders.


Figuur 6 Opluchting: het spandoek is toch uitgerold
Spandoek

Sneller dan volgens de meest pessimistische verwachtingen, valt de ladder dan ook in handen van de vijand. Politiewagens komen aanrijden, en de actievoerders rest niets dan demonstratief rond de ladder te gaan zitten. Het woedende, vrouwelijke hoofd van de aangesnelde politie-eenheid wil weten wat ‘het doel van deze actie’ is. De hoofdlijnen van de MUB worden haar onder vier ogen uitgelegd door studentenwoordvoerder Sander Veenis. Om de gemoederen wat te bedaren, laat de politieagente merken dat ze begrip heeft voor het standpunt.

Vanaf het dak, dat zes actievoerders toch nog hebben weten te bereiken, wordt een spandoek uitgerold. ‘MUB maakt monddood’ is er heel even te lezen voor het oog van de NOS-camera. ,,Olé, olé, olé, we are the champions”, klinkt het uit de kelen van zittende studenten. Maar vrijwel direct wordt het spandoek weer verwijderd, de zes man op het dak worden samen met de bekladders van de voorgevel gearresteerd.

Er ontstaat een patstelling. De studenten zitten op de grond, hun ladder bewakend. De politieagenten staan verveeld wat te kletsen: ,,Zo, wanneer knuppelen we die zooi weg?” De goedgeluimde politie-cheffin vertelt dat ze bericht binnenkreeg dat het gebouw beklad werd. ,,We reden er naartoe, maar zagen onderweg dat hier mensen op het dak probeerden te komen.” De afleidingsmanoeuvre was dus niet zo’n goed idee.

Uiteindelijk besluiten de actievoerders de ladder weg te halen, na dreigementen van de politie het ding anders in beslag te nemen. ,,Bij de volgende actie moet de ladder weer mee”, aldus één van de actievoerders. De politie acht de actie nu als beëindigd, en met een ,,bedankt en succes met het protest” nemen de ordehandhavers afscheid.
Koffie

Wat nu te doen? Het openbare leven in Den Haag komt langzaam op gang, maar niemand interesseert zich nog voor de actievoerende studenten. Tien collega’s zijn opgepakt, de pers is grotendeels verdwenen. Na lang dralen wordt koers gezet naar het politiebureau in de Jan Hendrikstraat. De harde kern, teleurgesteld door het brave einde van het protest, wil het liefst het politiebureau trakteren op een bombardement van vuurwerk en rookbommen. Maar de meerderheid besluit anders: ,,We hebben niets tegen de politie”, legt woordvoerder Veenis uit.

Bij het bureau gaan twee personen naar binnen om aangifte te doen van de harde klappen die de bewakingsdienst van de Tweede Kamer heeft uitgedeeld. Ondertussen meent de rest achter een vaag doorschijnende ruit de contouren van de opgepakte kameraden te ontwaren. Er wordt geklopt, gezwaaid en geroepen, met als uiteindelijk resultaat het naar buiten komen van de rechercheur die met het onderzoek belast is. De grijze man spreekt de jongeren vermanend toe, maar wil zich ook de kwaadste niet tonen. Hij biedt de hele groep koffie aan, op voorwaarde dat iedereen zich verder rustig en normaal gedraagt.

De politieman vertelt iets over een spel dat beide partijen spelen, waarbij iedereen zich netjes aan de spelregels moet houden. Terwijl de agent de koffiebestellingen opneemt, neemt het spel plotseling een zeer onverwachte wending. Een auto stopt, van waaruit een man de studenten luid begint uit te schelden. De tas met de identiteitspapieren van alle actievoerders is op straat gevonden en ligt nu bij de redactie van de Haagsche Courant. De studenten schrikken en zijn vertwijfeld, terwijl de man blijft schelden over zoveel amateurisme. De hoofdagent glipt inmiddels het bureau weer in, en ziet zijn kans schoon de identiteit van zijn arrestanten te achterhalen.
Wedloop

En zo ontstaat er in de Haagse binnenstad een wedloop tussen een groepje rennende studenten en een politieauto richting het kantoor van de Haagsche Courant. Zoals later zal blijken, is degene die de tas beheerde in de stad door de politie opgepakt. Op hoop van zegen had hij de tas op straat gegooid.

Wanneer het groepje een kwartier later met de duimen in de lucht terugkeert, slaken de achterblijvers een zucht van verlichting. ,,Een minuut eerder dan de politie”, wordt er

geschreeuwd. Ook de politieauto keert onverrichter zake terug. Alsof er niets gebeurd is, komt de grijze agent even later opnieuw naar buiten om de rest van de koffiebestelling op te nemen.

En zo drinken dertig demonstranten met oom agent een kopje koffie voor het politiebureau waar hun vriendjes en vriendinnetjes zitten opgesloten. De laatste slag in het schaakspel was voor de studenten, en dat rechtvaardigt voor de meesten dit geheul met de vijand. Slaperigheid is ongetwijfeld een ander motief.

Twee uur later worden alle arrestanten vrijgelaten, en de actievoerders keren huiswaarts. ,,We zaten in alle NOS-journaals”, verklaart Piet later tevreden. ,,We hadden wat meer man op het dak willen hebben”, is het commentaar van Veenis. Maar ach, het gaat er natuurlijk om wat de pers schrijft. ,,Vijftig studenten beklommen het dak van de Tweede Kamer”, bericht de Volkskrant de volgende morgen.

Kees Versluis