Campus

Alleen op maandagavond kunnen wij niet door een deur

Van half vijf tot half twaalf op maandagavond, spelen er 56 teams een potje kunstgrasvoetbal in het sportcentrum. Weer of geen weer, er wordt gevoetbald.

Met teams van minimaal zeven spelers is de maandagavondcompetitie één van Delfts grootste sporthappenings. Een competitie met afwijkende veldgroottes en ontbrekende scheidsrechters.

Heel nuchter praat Theo van Leeuwen, coördinator sportevenementen, over de competitie. ,,Gewoon een aantal jongens die even lekker een balletje trappen op de maandagavond.” Maar zo gewoon is het allemaal niet. Dat er gespeeld wordt op halve kunstgrasvelden die bijna even breed als lang zijn is al apart, maar dat er geen scheidsrechters aan te pas komen maakt de competitie wel uniek.

Nog voordat van Leeuwen in 1971 op het sportcentrum kwam, was er al sprake van een studentenvoetbalcompetitie. ,,Nog niet op maandavond of buiten hoor, maar hij bestond al wel.” Hij herinnert zich nog de tijd dat er voor het eerst buiten gespeeld werd. De zaal was bezet, dus de teams die op de reservelijst stonden startten een eigen competitie buiten op het kunstgras. De regeling was zo, dat de kampioen van de buitencompetitie naar binnen promoveerde en de twee degraderende teams van binnen naar buiten moesten. Maar in praktijk bleek dat de buitenspelers helemaal niet meer naar binnen wilden. ,,De student speelt liever zaalvoetbal buiten dan binnen”, lacht van Leeuwen.

En nog steeds loopt het goed. Meer dan honderd teams hebben zich dit seizoen ingeschreven, wel een aantal dubbel, maar toch. Van Leeuwen is tevreden. ,,Ik heb er bijna geen omkijken naar. Ik maak het competitieschema, hang het op het bord, en alles verloopt vrijwel vanzelf, zonder problemen.”

Bloedjesfanatiek

Vroeger was dat wel anders. Toen had je een team genaamd ‘Schranti’. ,,Je wist gewoon dat als je tegen die gasten moest spelen, dat het misging. Het waren prima kerels hoor, maar gewoon bloedjesfanatiek.”

Nu komen dit soort taferelen niet meer voor. Je speelt een uur of langer, afhankelijk of het volgende team met tekorten kampt. En na die tijd ga je naar huis om te douchen, of blijf je hangen in de kantine om met jouw huis-, verenigings-, of vriendenteams na te praten over de partij. Elk team heeft zo zijn eigen gewoontes. En ook zijn eigen voorkomen. Kijk je links, dan zie je een kakofonie van verschillende shirtjes, terwijl er rechts een team strak in tenue, met naam en rugnummer, op het veld verschijnt.

‘Rongo 3’, een team van studentenvereniging DSV Sint Jansbrug, behoort tot deze laatste categorie. In fel rode shirts, sokken en broekjes verschijnen zij, een voor een, op het veld. Vanavond spelen ze een belangrijke wedstrijd. ,,Eentje voor het kampioenschap”, vertelt Hidde Siemonsma (21). ,,Deze wedstrijd staat al een maand in mijn agenda!”, valt teamgenootje Maarten Booij (22) hem bij. Maar dat is ook niet zo gek, want de heren spelen deze avond namelijk tegen ‘De Modderfukkers’, een team dat grotendeels uit mede-Jansbruggers bestaat. ,,Het wordt spelen op het scherpst van de snede”, stelt Siemonsma. ,,We kennen elkaar allanger en weten hoe we in het veld zijn. Volgend jaar zit er zelfs een aantal met elkaar in een elftal voor de Knvb-competitie.” Siemonsma geeft toe dat het wel grappig is dat hij nu recht tegenover commissiegenoten en borrelvrienden staat en lacht: ,,Ja, alleen op maandagavond kunnen wij niet door één deur.”

Niveau

Beide teams vinden het wel jammer dat er geen enkele vorm van niveauonderscheid gemaakt wordt. Maar Van Leeuwen heeft daar de volgende verklaring voor: ,,Als de resultaten niet doorgegeven worden is het vreselijk moeilijk om zoiets bij te houden. Ook komen en gaan er elk jaar weer verschillende teams, dus het is vreselijk lastig het niveau van elk team te bepalen.”

‘Tubalkaïn’ is zo’n nieuwkomer. Het team van de studievereniging van materiaalkunde speelt dit jaar voor het eerst mee en ziet deze competitie als training. ,,Elk jaar spelen we namelijk één keer tegen het personeel van materiaalkunde, en dit keer hopen we dan eindelijk eens te winnen”, lacht Martin Janssen (22), vijfdejaars materiaalkunde. ,,De truien die we nu aan hebben zijn ooit voor die wedstrijd gemaakt. En het is zo zonde als ze maar één keer per jaar gebruikt worden, dus dragen wij ze nu maar.”

De competitie loopt onderhand op zijn eind. De beslissende wedstrijden worden gespeeld en dan is het seizoen al weer over. Tubalkaïn is dan hopelijk klaar voor zijn grote wedstrijd, en de Jansbrugteams hebben onderhand uitgemaakt wie er nu eigenlijk beter kan voetballen. ,,Maar”, zegt Van Leeuwen ,,er komt nog wel een sporttoernooi van 21 tot en met 23 mei, waar vijftig teams aan mee kunnen doen. De ideale gelegenheid voor de nodige revanche.”

Van half vijf tot half twaalf op maandagavond, spelen er 56 teams een potje kunstgrasvoetbal in het sportcentrum. Weer of geen weer, er wordt gevoetbald. Met teams van minimaal zeven spelers is de maandagavondcompetitie één van Delfts grootste sporthappenings. Een competitie met afwijkende veldgroottes en ontbrekende scheidsrechters.

Heel nuchter praat Theo van Leeuwen, coördinator sportevenementen, over de competitie. ,,Gewoon een aantal jongens die even lekker een balletje trappen op de maandagavond.” Maar zo gewoon is het allemaal niet. Dat er gespeeld wordt op halve kunstgrasvelden die bijna even breed als lang zijn is al apart, maar dat er geen scheidsrechters aan te pas komen maakt de competitie wel uniek.

Nog voordat van Leeuwen in 1971 op het sportcentrum kwam, was er al sprake van een studentenvoetbalcompetitie. ,,Nog niet op maandavond of buiten hoor, maar hij bestond al wel.” Hij herinnert zich nog de tijd dat er voor het eerst buiten gespeeld werd. De zaal was bezet, dus de teams die op de reservelijst stonden startten een eigen competitie buiten op het kunstgras. De regeling was zo, dat de kampioen van de buitencompetitie naar binnen promoveerde en de twee degraderende teams van binnen naar buiten moesten. Maar in praktijk bleek dat de buitenspelers helemaal niet meer naar binnen wilden. ,,De student speelt liever zaalvoetbal buiten dan binnen”, lacht van Leeuwen.

En nog steeds loopt het goed. Meer dan honderd teams hebben zich dit seizoen ingeschreven, wel een aantal dubbel, maar toch. Van Leeuwen is tevreden. ,,Ik heb er bijna geen omkijken naar. Ik maak het competitieschema, hang het op het bord, en alles verloopt vrijwel vanzelf, zonder problemen.”

Bloedjesfanatiek

Vroeger was dat wel anders. Toen had je een team genaamd ‘Schranti’. ,,Je wist gewoon dat als je tegen die gasten moest spelen, dat het misging. Het waren prima kerels hoor, maar gewoon bloedjesfanatiek.”

Nu komen dit soort taferelen niet meer voor. Je speelt een uur of langer, afhankelijk of het volgende team met tekorten kampt. En na die tijd ga je naar huis om te douchen, of blijf je hangen in de kantine om met jouw huis-, verenigings-, of vriendenteams na te praten over de partij. Elk team heeft zo zijn eigen gewoontes. En ook zijn eigen voorkomen. Kijk je links, dan zie je een kakofonie van verschillende shirtjes, terwijl er rechts een team strak in tenue, met naam en rugnummer, op het veld verschijnt.

‘Rongo 3’, een team van studentenvereniging DSV Sint Jansbrug, behoort tot deze laatste categorie. In fel rode shirts, sokken en broekjes verschijnen zij, een voor een, op het veld. Vanavond spelen ze een belangrijke wedstrijd. ,,Eentje voor het kampioenschap”, vertelt Hidde Siemonsma (21). ,,Deze wedstrijd staat al een maand in mijn agenda!”, valt teamgenootje Maarten Booij (22) hem bij. Maar dat is ook niet zo gek, want de heren spelen deze avond namelijk tegen ‘De Modderfukkers’, een team dat grotendeels uit mede-Jansbruggers bestaat. ,,Het wordt spelen op het scherpst van de snede”, stelt Siemonsma. ,,We kennen elkaar allanger en weten hoe we in het veld zijn. Volgend jaar zit er zelfs een aantal met elkaar in een elftal voor de Knvb-competitie.” Siemonsma geeft toe dat het wel grappig is dat hij nu recht tegenover commissiegenoten en borrelvrienden staat en lacht: ,,Ja, alleen op maandagavond kunnen wij niet door één deur.”

Niveau

Beide teams vinden het wel jammer dat er geen enkele vorm van niveauonderscheid gemaakt wordt. Maar Van Leeuwen heeft daar de volgende verklaring voor: ,,Als de resultaten niet doorgegeven worden is het vreselijk moeilijk om zoiets bij te houden. Ook komen en gaan er elk jaar weer verschillende teams, dus het is vreselijk lastig het niveau van elk team te bepalen.”

‘Tubalkaïn’ is zo’n nieuwkomer. Het team van de studievereniging van materiaalkunde speelt dit jaar voor het eerst mee en ziet deze competitie als training. ,,Elk jaar spelen we namelijk één keer tegen het personeel van materiaalkunde, en dit keer hopen we dan eindelijk eens te winnen”, lacht Martin Janssen (22), vijfdejaars materiaalkunde. ,,De truien die we nu aan hebben zijn ooit voor die wedstrijd gemaakt. En het is zo zonde als ze maar één keer per jaar gebruikt worden, dus dragen wij ze nu maar.”

De competitie loopt onderhand op zijn eind. De beslissende wedstrijden worden gespeeld en dan is het seizoen al weer over. Tubalkaïn is dan hopelijk klaar voor zijn grote wedstrijd, en de Jansbrugteams hebben onderhand uitgemaakt wie er nu eigenlijk beter kan voetballen. ,,Maar”, zegt Van Leeuwen ,,er komt nog wel een sporttoernooi van 21 tot en met 23 mei, waar vijftig teams aan mee kunnen doen. De ideale gelegenheid voor de nodige revanche.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.