Campus

‘Alle wetenschappers worstelen met de Champ’

Hoe denken ze over wetenschap, religie, over het leven? Een serie portretten van Delftse hoogleraren die verder kijken dan de grenzen van hun vakgebied.

Prof.dr. I.T. Young is sinds 1981 hoogleraar meettechniek en instrumentkunde bij Technische Natuurkunde.

,,Vier zaken hebben grote invloed op mijn leven en denken gehad. Ik ben joods; ik kom oorspronkelijk uit de Verenigde Staten; ik heb aan het MIT (Massachusetts Institute of Technology, red.) gestudeerd; en ik heb de oorlog niet meegemaakt.

Mijn grootouders komen uit Oost-Europa en zijn aan het begin van deze eeuw naar Noord-Amerika geëmigreerd. Onze familienaam was oorspronkelijk Yampolsky. Eind jaren veertig was Amerika fel anti-communistisch. Hoewel Yampolsky een heel gewone joodse naam is, klinkt het uitgesproken Pools of Russisch. Mijn vader heeft de naam daarom in 1948 veranderd in Young. Zo was hij ook gelijk af van het probleem dat hij zijn naam altijd vijf keer moest spellen. Een probleem dat ik nu overigens in Nederland ook weer heb met Young.

Ik heb elektrotechniek gestudeerd aan het MIT in Cambridge, nabij Boston. In 1969 werd ik daar hoogleraar. Later ben ik naar een onderzoekslab in Californië overgestapt. Tijdens een sabbatical leave halverwege de jaren zeventig ben ik een jaar gastdocent in Delft geweest. Dat beviel me goed. Toen professor Verhagen met emeritaat ging, ben ik in 1981 tot hoogleraar in Delft benoemd.

In Nederland voelde ik me gelijk thuis, maar ook erg joods. Joods-zijn is hier onlosmakelijk verbonden met de holocaust. Vrienden hebben mij wel eens gevraagd hoe ik in Europa kon wonen, na alles wat er gebeurd is. ‘Omdat mijn familie de oorlog niet heeft meegemaakt’, antwoordde ik. ‘Maar er is nog een reden: als joden bang zijn om in Europa te gaan wonen, heeft Hitler gewonnen.’

Ik ben een religieuze, liberale jood. Dat betekent geen water bij de wijn, zoals sommige mensen denken. Liberale joden hebben een andere opvatting waar de nadruk van het geloof ligt. Verder willen we geen geïsoleerde, afgesloten groep vormen. We proberen de communicatiekanalen met andere godsdiensten en levensbeschouwingen open te houden.

Het Godsbeeld in het jodendom is veel abstracter dan in het christendom. God is geen persoon, maar Hij is meer dan de som van alle verschijnselen en natuurwetten. Dat is niet wetenschappelijk toetsbaar. Het blijft een act of faith.”
Hawking

,,Ik kan me dan ook zeker niet vinden in een natuurkundige als Stephen Hawking, die in zijn boek ‘A brief history of time’ beweert dat we God niet meer nodig hebben zodra we alle natuurwetten op papier hebben. In de eerste plaats is het zeer de vraag of het mogelijk is alle verschijnselen te begrijpen.Misschien lukt het in de natuurkunde. Hoewel de komende vijftig jaar in het teken van de biotechnologie zullen staan, is het in de biologie al onwaarschijnlijker. In de psychologie is die kans nog veel kleiner. Het is bovendien de vraag of het theoretisch mogelijk is dat menselijke hersenen in staat zijn menselijke hersenen te begrijpen. Ik weet het niet, er doemen namelijk een aantal fundamenteel wetenschappelijke en filosofische problemen op.

Ik heb bewondering voor de ongelofelijke dingen die Hawking op intellectueel gebied gedaan heeft, terwijl hij een ziekte heeft waardoor hij niet meer kan praten en bewegen. Maar zijn theorieën zijn zo rationeel, zo koud en afstandelijk. Ik vraag me wel eens af of de vent in zijn opvattingen over God niet geleid wordt door zijn eigen lichamelijke ellende. Is het het intellect Hawking dat hier spreekt, of de mens Hawking die verbitterd is over zijn eigen lot? Iemand die zijn woede op God omzet in de uitspraak: ‘Ik heb hem niet meer nodig’.

Voor mij persoonlijk heeft mijn joodse achtergrond veel invloed op de manier hoe ik de wetenschap ervaar. Ik zie wetenschappelijke problemen als raadsels die door God zijn aangereikt. Het is een voorrecht om daaraan te mogen werken. Iedere keer als ik tot een beter begrip kom, heb ik het gevoel dat er een glimlach op het gezicht van God verschijnt.

Ik kan me goed vinden in wat de joodse fysicus en Nobelprijswinnaar Isidor Rabi eens gezegd heeft: ‘Als je goede fysica bedrijft, worstel je met the Champ. Je hebt één leven waarin je dat kunt doen, dat wil je niet verspillen’. Alle wetenschappers worstelen met de Champ, al heeft dat voor iedereen een andere betekenis. Maar een bepaald gevoel delen alle onderzoekers. Het gevoel dat de lucht nog blauwer wordt en de dag nog mooier, als je iets ontdekt. Ik kan dat moeilijk uitleggen, maar het is iets heel anders dan zelfgenoegzaamheid.

Voor zuivere wetenschappers is dat gevoel voldoende. Daar doen ze het voor. Het zal ze een worst wezen of hun onderzoek toepasbaar is. Maar ik ben tegelijk ook ingenieur. Ik vind het heel fijn om die kennis te vertalen in technologie. Om door gebruik van kennis processen te beheersen.”
Thora

,,De wetenschap heeft de laatste decennia enorme vooruitgang geboekt. Wij zijn daarom wel eens geneigd te denken dat alle kennis van de laatste honderd jaar is. Maar er is ook een vorm van wijsheid die je niet kunt afleiden uit partiële differentiaalvergelijkingen. Teksten zoals de joodse Thora bevatten een schat aan waarheid over hoe mensen met elkaar om moeten gaan, over wetten, rechters en advocaten. Dat is een vorm van wijsheid die mij enorm aanspreekt. Al 3500 jaar oud, maar het is nog altijd actueel.

Volgens orthodoxe joden is de Thora een openbaring van God aan het volk Israël en de mensheid. Zelf weet ik dat niet zeker. Misschien is de Thora opgeschreven door een groep wijze mensen met een heel scherp inzicht. Het is in de geschiedenis vaker gebeurd dat een groep mensen samen iets op papier zet dat ongelofelijk goed is, en eeuwenlang dagelijks van belang blijft. De Amerikaanse grondwet bijvoorbeeld. Of de Thora uit openbaring of inzicht voortkomt, is wetenschappelijk niet tetoetsen. Ik vind het ook niet zo belangrijk. Het gaat er om volgens die principes te leven.

Daarom is onderricht in zulke teksten zo belangrijk. Islamieten noemen joden wel het volk van het boek. Wij horen daar constant mee bezig te zijn. Dat geldt voor de Thora, maar ook voor andere dingen. Leren wordt kinderen met de paplepel ingegoten; het is een essentieel deel van de joodse cultuur. De dag dat je ophoudt met leren is de dag het sterfproces begint.

Met lede ogen zie ik daarom aan hoe de kwaliteit van het onderwijs in Nederland achteruit gaat. De aandacht van universiteiten lijkt alleen naar onderzoek uit te gaan; onderwijs is een stiefkind. In Nederland wordt enorm opgekeken tegen het MIT. Maar men vergeet dat de reputatie van het MIT grotendeels gebaseerd is op onderwijs.

De Delftse TU-opleidingen zijn vreselijk eenzijdig. Meer dan negentig procent van het curriculum bij Technische Natuurkunde bestaat uit technische vakken; voor alfa- en gammavakken is nauwelijks ruimte. Ik ben het volstrekt niet eens met mensen die vinden dat onze opleidingen direct moeten aansluiten op de wensen van de industrie. Je blijft niet je hele leven bij hetzelfde bedrijf werken. Ik wil brede ingenieurs opleiden en geen technici, dat doet de hts wel.

Mijn visie op onderwijs komt voort uit mijn joodse en Amerikaanse achtergrond. Maar in Amerika heb ik gezien dat goed en breed onderwijs uiteindelijk veel betere resultaten oplevert. In Nederland is er eenvoudigweg geen respect voor onderwijs. Dat blijkt al uit de naam, er wordt hier gesproken over onderwijslast.”

Hoe denken ze over wetenschap, religie, over het leven? Een serie portretten van Delftse hoogleraren die verder kijken dan de grenzen van hun vakgebied. Prof.dr. I.T. Young is sinds 1981 hoogleraar meettechniek en instrumentkunde bij Technische Natuurkunde.

,,Vier zaken hebben grote invloed op mijn leven en denken gehad. Ik ben joods; ik kom oorspronkelijk uit de Verenigde Staten; ik heb aan het MIT (Massachusetts Institute of Technology, red.) gestudeerd; en ik heb de oorlog niet meegemaakt.

Mijn grootouders komen uit Oost-Europa en zijn aan het begin van deze eeuw naar Noord-Amerika geëmigreerd. Onze familienaam was oorspronkelijk Yampolsky. Eind jaren veertig was Amerika fel anti-communistisch. Hoewel Yampolsky een heel gewone joodse naam is, klinkt het uitgesproken Pools of Russisch. Mijn vader heeft de naam daarom in 1948 veranderd in Young. Zo was hij ook gelijk af van het probleem dat hij zijn naam altijd vijf keer moest spellen. Een probleem dat ik nu overigens in Nederland ook weer heb met Young.

Ik heb elektrotechniek gestudeerd aan het MIT in Cambridge, nabij Boston. In 1969 werd ik daar hoogleraar. Later ben ik naar een onderzoekslab in Californië overgestapt. Tijdens een sabbatical leave halverwege de jaren zeventig ben ik een jaar gastdocent in Delft geweest. Dat beviel me goed. Toen professor Verhagen met emeritaat ging, ben ik in 1981 tot hoogleraar in Delft benoemd.

In Nederland voelde ik me gelijk thuis, maar ook erg joods. Joods-zijn is hier onlosmakelijk verbonden met de holocaust. Vrienden hebben mij wel eens gevraagd hoe ik in Europa kon wonen, na alles wat er gebeurd is. ‘Omdat mijn familie de oorlog niet heeft meegemaakt’, antwoordde ik. ‘Maar er is nog een reden: als joden bang zijn om in Europa te gaan wonen, heeft Hitler gewonnen.’

Ik ben een religieuze, liberale jood. Dat betekent geen water bij de wijn, zoals sommige mensen denken. Liberale joden hebben een andere opvatting waar de nadruk van het geloof ligt. Verder willen we geen geïsoleerde, afgesloten groep vormen. We proberen de communicatiekanalen met andere godsdiensten en levensbeschouwingen open te houden.

Het Godsbeeld in het jodendom is veel abstracter dan in het christendom. God is geen persoon, maar Hij is meer dan de som van alle verschijnselen en natuurwetten. Dat is niet wetenschappelijk toetsbaar. Het blijft een act of faith.”
Hawking

,,Ik kan me dan ook zeker niet vinden in een natuurkundige als Stephen Hawking, die in zijn boek ‘A brief history of time’ beweert dat we God niet meer nodig hebben zodra we alle natuurwetten op papier hebben. In de eerste plaats is het zeer de vraag of het mogelijk is alle verschijnselen te begrijpen.Misschien lukt het in de natuurkunde. Hoewel de komende vijftig jaar in het teken van de biotechnologie zullen staan, is het in de biologie al onwaarschijnlijker. In de psychologie is die kans nog veel kleiner. Het is bovendien de vraag of het theoretisch mogelijk is dat menselijke hersenen in staat zijn menselijke hersenen te begrijpen. Ik weet het niet, er doemen namelijk een aantal fundamenteel wetenschappelijke en filosofische problemen op.

Ik heb bewondering voor de ongelofelijke dingen die Hawking op intellectueel gebied gedaan heeft, terwijl hij een ziekte heeft waardoor hij niet meer kan praten en bewegen. Maar zijn theorieën zijn zo rationeel, zo koud en afstandelijk. Ik vraag me wel eens af of de vent in zijn opvattingen over God niet geleid wordt door zijn eigen lichamelijke ellende. Is het het intellect Hawking dat hier spreekt, of de mens Hawking die verbitterd is over zijn eigen lot? Iemand die zijn woede op God omzet in de uitspraak: ‘Ik heb hem niet meer nodig’.

Voor mij persoonlijk heeft mijn joodse achtergrond veel invloed op de manier hoe ik de wetenschap ervaar. Ik zie wetenschappelijke problemen als raadsels die door God zijn aangereikt. Het is een voorrecht om daaraan te mogen werken. Iedere keer als ik tot een beter begrip kom, heb ik het gevoel dat er een glimlach op het gezicht van God verschijnt.

Ik kan me goed vinden in wat de joodse fysicus en Nobelprijswinnaar Isidor Rabi eens gezegd heeft: ‘Als je goede fysica bedrijft, worstel je met the Champ. Je hebt één leven waarin je dat kunt doen, dat wil je niet verspillen’. Alle wetenschappers worstelen met de Champ, al heeft dat voor iedereen een andere betekenis. Maar een bepaald gevoel delen alle onderzoekers. Het gevoel dat de lucht nog blauwer wordt en de dag nog mooier, als je iets ontdekt. Ik kan dat moeilijk uitleggen, maar het is iets heel anders dan zelfgenoegzaamheid.

Voor zuivere wetenschappers is dat gevoel voldoende. Daar doen ze het voor. Het zal ze een worst wezen of hun onderzoek toepasbaar is. Maar ik ben tegelijk ook ingenieur. Ik vind het heel fijn om die kennis te vertalen in technologie. Om door gebruik van kennis processen te beheersen.”
Thora

,,De wetenschap heeft de laatste decennia enorme vooruitgang geboekt. Wij zijn daarom wel eens geneigd te denken dat alle kennis van de laatste honderd jaar is. Maar er is ook een vorm van wijsheid die je niet kunt afleiden uit partiële differentiaalvergelijkingen. Teksten zoals de joodse Thora bevatten een schat aan waarheid over hoe mensen met elkaar om moeten gaan, over wetten, rechters en advocaten. Dat is een vorm van wijsheid die mij enorm aanspreekt. Al 3500 jaar oud, maar het is nog altijd actueel.

Volgens orthodoxe joden is de Thora een openbaring van God aan het volk Israël en de mensheid. Zelf weet ik dat niet zeker. Misschien is de Thora opgeschreven door een groep wijze mensen met een heel scherp inzicht. Het is in de geschiedenis vaker gebeurd dat een groep mensen samen iets op papier zet dat ongelofelijk goed is, en eeuwenlang dagelijks van belang blijft. De Amerikaanse grondwet bijvoorbeeld. Of de Thora uit openbaring of inzicht voortkomt, is wetenschappelijk niet tetoetsen. Ik vind het ook niet zo belangrijk. Het gaat er om volgens die principes te leven.

Daarom is onderricht in zulke teksten zo belangrijk. Islamieten noemen joden wel het volk van het boek. Wij horen daar constant mee bezig te zijn. Dat geldt voor de Thora, maar ook voor andere dingen. Leren wordt kinderen met de paplepel ingegoten; het is een essentieel deel van de joodse cultuur. De dag dat je ophoudt met leren is de dag het sterfproces begint.

Met lede ogen zie ik daarom aan hoe de kwaliteit van het onderwijs in Nederland achteruit gaat. De aandacht van universiteiten lijkt alleen naar onderzoek uit te gaan; onderwijs is een stiefkind. In Nederland wordt enorm opgekeken tegen het MIT. Maar men vergeet dat de reputatie van het MIT grotendeels gebaseerd is op onderwijs.

De Delftse TU-opleidingen zijn vreselijk eenzijdig. Meer dan negentig procent van het curriculum bij Technische Natuurkunde bestaat uit technische vakken; voor alfa- en gammavakken is nauwelijks ruimte. Ik ben het volstrekt niet eens met mensen die vinden dat onze opleidingen direct moeten aansluiten op de wensen van de industrie. Je blijft niet je hele leven bij hetzelfde bedrijf werken. Ik wil brede ingenieurs opleiden en geen technici, dat doet de hts wel.

Mijn visie op onderwijs komt voort uit mijn joodse en Amerikaanse achtergrond. Maar in Amerika heb ik gezien dat goed en breed onderwijs uiteindelijk veel betere resultaten oplevert. In Nederland is er eenvoudigweg geen respect voor onderwijs. Dat blijkt al uit de naam, er wordt hier gesproken over onderwijslast.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.