Campus

Al anderhalf jaar ongeslagen

De basketballers van Punch 1 hebben al ruim anderhalf jaar geen punt meer verspeeld. Aan het roer van het team staat trainer/coach Jan Sikking, die in de jaren zeventig Nederlands kampioen werd met de Delftse club.

Maar ook de huidige selectiespelers van Punch zijn bezig geschiedenis te schrijven.

Wie een wedstrijd van basketbalclub Punch bezoekt, komt bij de ingang van de hal langs een ingelijst shirt: een blauw hesje met het nummer 7 op de rug. Jaren geleden hing het om de schouders van Jan Sikking, die als speler en coach landskampioen werd met de Delftse studentenvereniging – in 1969 en 1975. Als eerbetoon aan die prestaties speelt niemand bij Punch nog met Sikkings nummer zeven.

Maar op de wedstrijdvloer zijn de huidige selectiespelers van Punch ook bezig om geschiedenis te schrijven. Vorig seizoen promoveerde het eerste team ongeslagen van de eerste regionale klasse naar de landelijke eerste divisie. En in de afgelopen maanden bleef Punch winnen. De spelers haalden het volle pond uit elf wedstrijden en staan weer onbedreigd bovenaan de ranglijst.

Toeval of niet, op de bank langs het veld zit ook nu Jan Sikking. Hij keerde enkele jaren geleden terug als coach. En weer speelt hij een belangrijke rol in het succesverhaal van Punch. Met zijn benen ontspannen over elkaar geslagen, volgt hij de wedstrijd. Af en toe komt hij overeind en roept hij een aanwijzing naar een van zijn spelers.

Eredivisie

,,Veel spelers willen graag onder Sikking spelen”, zegt Coen van der Poll, die tot het begin van dit seizoen voorzitter was van Punch. ,,Hij heeft een hoop bereikt in zijn carrière en hij heeft een goede reputatie als coach. In ons eerste team zit nu een aantal basketballers die op hoog niveau hebben gespeeld, sommigen zelfs in de eredivisie. Zij hebben een stapje terug gedaan en mede door de aanwezigheid van Jan hebben ze gekozen voor onze vereniging. Maar de hele sfeer bij Punch is gewoon erg aantrekkelijk voor spelers die niet meer hun hele leven willen inrichten naar het basketbal. We trainen hier meestal maar twee keer per week en er is veel ruimte voor gezelligheid en feestjes. Op wedstrijddagen blijven veel spelers ook hangen om naar andere teams te kijken. Die ontspannen benadering is misschien ook wel het geheim van ons succes.”

Natuurlijk stromen de tribunes vol als de spelers van Punch 1 hun kunsten vertonen. Het is meer dan anderhalf jaar geleden dat het publiek de ploeg voor het laatst zag verliezen. Het recept is voor de toeschouwers eigenlijk iedere thuiswedstrijd hetzelfde: tijdens het inspelen swingen ze mee op de opzwepende popmuziek, daarna hopen ze vooral op spectaculaire driepunters en dunks van hun verenigingsgenoten en na afloop vieren ze als vanzelfsprekend de overwinning.

Van de spelers wordt meer gevraagd. Sikking: ,,Het is moeilijk om een heel seizoen lang scherp te blijven. Dit team krijgt bovendien steeds meer zelfvertrouwen. Dat is op zich goed, maar je moet altijd oppassen dat het vertrouwen in eigen kunnen niet té groot wordt. Al die overwinningen komen namelijk niet vanzelf. Je begint iedere wedstrijd weer helemaal opnieuw. Soms moet je het succes als coach een beetje relativeren. Ik kijk daarom altijd eerst naar het spel van mijn ploeg en daarna pas naar het resultaat. Het is al een paar keer voorgekomen dat wemaar net aan een nederlaag zijn ontsnapt.”

Plunderen

En ondanks de goede uitslagen van de laatste tijd is het nog allerminst zeker dat Punch volgend jaar weer promoveert. Sportief gaat het de club misschien voor de wind, maar financieel kan Punch maar net meekomen in de landelijke eerste divisie. Het bestuur moet regelmatig de eigen kas plunderen om alle extra kosten rond de wedstrijden te kunnen betalen.

,,Scheidsrechters in deze divisie komen uit alle uithoeken van het land, en wij draaien als club op voor de reiskosten”, aldus Van der Poll. ,,Ook het speelveld moest voor dit seizoen worden aangepast. Gelukkig hebben we financiële steun van de TU gehad, anders hadden we helemaal niet mogen uitkomen in deze klasse. Het is dan ook heel belangrijk dat we dit jaar een sponsor vinden. Lukt dat niet, dan moeten we zelfs overwegen om vrijwillig te degraderen in plaats van te promoveren.”

Ook Sikking is realistisch over de toekomst van zijn team. ,,Als we naar de promotieklasse promoveren en geen sponsor vinden, is er maar één mogelijkheid: de spelers moeten dan zelf bijdragen in de kosten. Dat is vervelend, maar ik vind toch dat ze daar niet meteen nee op moeten zeggen. Volgens mij kan dit team best meekomen op een hoger niveau. Tot acht jaar geleden kon je met de acht beste Delftse studenten zelfs meedoen op het kampioenschap van Nederland. Maar in deze tijd is een prestatie zoals in 1975 echt onmogelijk, zeker qua financiën. Geld is ook in het basketbal erg belangrijk geworden.”

De basketballers van Punch 1 hebben al ruim anderhalf jaar geen punt meer verspeeld. Aan het roer van het team staat trainer/coach Jan Sikking, die in de jaren zeventig Nederlands kampioen werd met de Delftse club. Maar ook de huidige selectiespelers van Punch zijn bezig geschiedenis te schrijven.

Wie een wedstrijd van basketbalclub Punch bezoekt, komt bij de ingang van de hal langs een ingelijst shirt: een blauw hesje met het nummer 7 op de rug. Jaren geleden hing het om de schouders van Jan Sikking, die als speler en coach landskampioen werd met de Delftse studentenvereniging – in 1969 en 1975. Als eerbetoon aan die prestaties speelt niemand bij Punch nog met Sikkings nummer zeven.

Maar op de wedstrijdvloer zijn de huidige selectiespelers van Punch ook bezig om geschiedenis te schrijven. Vorig seizoen promoveerde het eerste team ongeslagen van de eerste regionale klasse naar de landelijke eerste divisie. En in de afgelopen maanden bleef Punch winnen. De spelers haalden het volle pond uit elf wedstrijden en staan weer onbedreigd bovenaan de ranglijst.

Toeval of niet, op de bank langs het veld zit ook nu Jan Sikking. Hij keerde enkele jaren geleden terug als coach. En weer speelt hij een belangrijke rol in het succesverhaal van Punch. Met zijn benen ontspannen over elkaar geslagen, volgt hij de wedstrijd. Af en toe komt hij overeind en roept hij een aanwijzing naar een van zijn spelers.

Eredivisie

,,Veel spelers willen graag onder Sikking spelen”, zegt Coen van der Poll, die tot het begin van dit seizoen voorzitter was van Punch. ,,Hij heeft een hoop bereikt in zijn carrière en hij heeft een goede reputatie als coach. In ons eerste team zit nu een aantal basketballers die op hoog niveau hebben gespeeld, sommigen zelfs in de eredivisie. Zij hebben een stapje terug gedaan en mede door de aanwezigheid van Jan hebben ze gekozen voor onze vereniging. Maar de hele sfeer bij Punch is gewoon erg aantrekkelijk voor spelers die niet meer hun hele leven willen inrichten naar het basketbal. We trainen hier meestal maar twee keer per week en er is veel ruimte voor gezelligheid en feestjes. Op wedstrijddagen blijven veel spelers ook hangen om naar andere teams te kijken. Die ontspannen benadering is misschien ook wel het geheim van ons succes.”

Natuurlijk stromen de tribunes vol als de spelers van Punch 1 hun kunsten vertonen. Het is meer dan anderhalf jaar geleden dat het publiek de ploeg voor het laatst zag verliezen. Het recept is voor de toeschouwers eigenlijk iedere thuiswedstrijd hetzelfde: tijdens het inspelen swingen ze mee op de opzwepende popmuziek, daarna hopen ze vooral op spectaculaire driepunters en dunks van hun verenigingsgenoten en na afloop vieren ze als vanzelfsprekend de overwinning.

Van de spelers wordt meer gevraagd. Sikking: ,,Het is moeilijk om een heel seizoen lang scherp te blijven. Dit team krijgt bovendien steeds meer zelfvertrouwen. Dat is op zich goed, maar je moet altijd oppassen dat het vertrouwen in eigen kunnen niet té groot wordt. Al die overwinningen komen namelijk niet vanzelf. Je begint iedere wedstrijd weer helemaal opnieuw. Soms moet je het succes als coach een beetje relativeren. Ik kijk daarom altijd eerst naar het spel van mijn ploeg en daarna pas naar het resultaat. Het is al een paar keer voorgekomen dat wemaar net aan een nederlaag zijn ontsnapt.”

Plunderen

En ondanks de goede uitslagen van de laatste tijd is het nog allerminst zeker dat Punch volgend jaar weer promoveert. Sportief gaat het de club misschien voor de wind, maar financieel kan Punch maar net meekomen in de landelijke eerste divisie. Het bestuur moet regelmatig de eigen kas plunderen om alle extra kosten rond de wedstrijden te kunnen betalen.

,,Scheidsrechters in deze divisie komen uit alle uithoeken van het land, en wij draaien als club op voor de reiskosten”, aldus Van der Poll. ,,Ook het speelveld moest voor dit seizoen worden aangepast. Gelukkig hebben we financiële steun van de TU gehad, anders hadden we helemaal niet mogen uitkomen in deze klasse. Het is dan ook heel belangrijk dat we dit jaar een sponsor vinden. Lukt dat niet, dan moeten we zelfs overwegen om vrijwillig te degraderen in plaats van te promoveren.”

Ook Sikking is realistisch over de toekomst van zijn team. ,,Als we naar de promotieklasse promoveren en geen sponsor vinden, is er maar één mogelijkheid: de spelers moeten dan zelf bijdragen in de kosten. Dat is vervelend, maar ik vind toch dat ze daar niet meteen nee op moeten zeggen. Volgens mij kan dit team best meekomen op een hoger niveau. Tot acht jaar geleden kon je met de acht beste Delftse studenten zelfs meedoen op het kampioenschap van Nederland. Maar in deze tijd is een prestatie zoals in 1975 echt onmogelijk, zeker qua financiën. Geld is ook in het basketbal erg belangrijk geworden.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.