Campus

Afstand houden tijdens de OWee? ‘Taak van mentoren’

Hoe begeleid je een mentorgroepje tijdens deze ongewone OWee? Delta woonde een mentordag bij om daarachter te komen.

Tijdens de digitale OWee kunnen eerstejaars digitaal door Delft wandelen. (Foto: OWee)

Terwijl op de campus het kwik is gestegen tot 33 graden, druppelen in de bijna net zo tropische aula zo’n zeventig OWee-mentoren stuk voor stuk binnen. De één wat onwennig schuifelend, de ander met vaste tred. Allemaal met verheugde blik. De komende anderhalf uur krijgen ze te horen hoe hun mentorschap er dit jaar uitziet. Want nu de ogen van het kabinet strak zijn gericht op de introductieweken in studentensteden, hebben mentoren een extra taak: zorgen dat de anderhalve meter afstand tijdens de fysieke introductiedagen bewaard blijft.

Na een welkomstwoord van OWee-bestuurslid Melanie de Reus en een toespraak van vice-rector magnificus Rob Mudde verschijnen communicatiemanagers Phileine en Julian op het podium. Aan hen de taak om het OWee-programma en do’s en dont’s uit te leggen.

Online het ijs breken
Mentorgroepjes zien elkaar dit jaar eerst drie dagen via het online platform van de OWee. Ze leren elkaar kennen tijdens gezamenlijke lunches en het zwerven langs verenigingen. Daarnaast volgen de eerstejaars vaste programmaonderdelen zoals het verenigingenforum en College Tour en doen ze een speurtocht door de stad. En dat allemaal vanachter hun laptop. Vooral in de eerste uren van de OWee wordt dit jaar van mentoren een extra actieve rol verwacht, leggen Julian en Feline uit. “Maak vantevoren een appgroep aan, doe een voorstelrondje en probeer het gesprek aan te wakkeren.” Digitaal is het ijs immers minder snel gebroken dan in het echt.

Of dat het mentorschap ingewikkelder maakt? Mentormama en technische wiskunde-student Annerieke (20) is er nog niet over uit. Ze begeleidt dit jaar voor het eerst een groepje. “Ik denk dat je een meer sturende rol op je moet nemen dan andere jaren, maar het is misschien ook afhankelijk van je groepje. We gaan het wel zien.”

Annerieke%20en%20collega_0.jpg
Annerieke (rechts) schreef zich in als mentor na een oproep van mede-mentor Lucy (links). (Foto: Delta)

De week na de digitale OWee is het tijd voor het fysieke programma. Elk mentorgroepje komt één dag naar Delft, ieder volgens een eigen tijdschema. Op die manier zijn er niet te veel mentorgroepjes op dezelfde plek en is het gemakkelijker om anderhalve meter afstand te houden, is de gedachte. “Die schema’s zijn de hele reden dat een fysieke OWee mogelijk is. Het is dus extra belangrijk om je precies aan de tijden te houden,” legt Julian uit.

Vraagtekens bij handhaving afstand
OWee-deelnemers moeten straks niet alleen afstand van andere groepjes houden, maar ook onderling de anderhalve-meter-regel naleven. Aan de mentoren de taak om ervoor te zorgen dat dit gebeurt. “Wees dus streng”, benadrukt Feline. “Probeer die anderhalve-meter-regel er in te drammen.”

Tijdens het vragenrondje gaat aan aantal handen omhoog. “Onderling anderhalve meter afstand houden tijdens het verplaatsen van plek A naar B is toch niet te doen?”, merkt iemand op. “Hebben jullie tips om de onderlinge afstand te bewaren?”, vraagt een andere mentor.

Julian en Feline verwijzen naar de schema’s waaraan elk groepje zich moet houden: “Het is lastig. Daar zijn we ons zeker van bewust. Maar de planningen zijn zo gemaakt dat je met relatief weinig mensen op een relatief grote plek bent, waardoor het mogelijk moet zijn om afstand te houden.”

Ondanks de extra corona-maatregelen, heeft mentor Annerieke veel zin in de OWee. “Ik heb er bijna al mijn vrienden leren kennen. Hopelijk is dat ook voor mijn mentorkinderen zo.”

Nieuwsredacteur Annebelle de Bruijn

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

a.m.debruijn@tudelft.nl

Comments are closed.