Handig in het politieke schaakspel, maar met hart voor de wetenschap. ,,Bij Karel Wakker moest je alert blijven.”Het afscheid van Louis van Gaal en het afscheid van prof.i
r. Karel Wakker: een groter contrast is niet denkbaar. De voetbaltrainer brieste, schamperde, liet woede en teleurstelling de vrije loop – een buiten de oevers tredende rivier. De rector magnificus legde zichzelf vorige week vrijdag een strakke regie op. De toespraak was kort en sober. Geen trilling in de stem, geen ‘min-min’ voor vermeende tegenstanders, zelfs geen terugblik op de eigen ambities en verdiensten. Het overdragen van het rectoraat was voor hem en zijn familie een grote gebeurtenis, gaf hij toe, maar voor de ‘onverwoestbare universiteit’ was het ‘niet meer dan een rimpeling’.
Mooi onthecht gezegd. En toch zou Wakker (63) op zijn minst de wenkbrauwen fronsen als ‘Niet meer dan een rimpeling’ als kop boven dit stuk was gekozen. Wakker zorgde als lid van het college op zijn minst voor golven. Hij speelde een grote rol in het voorbereiden van de bachelorfase, het opkrikken van het TU-imago, de invoering van de technische ‘basisvakken’ van het instellingspakket. Maar bovenal duwde deze ‘grote twijfelaar’ (Wakkers eigen omschrijving) met zijn plannen en visies de TU Delft de richting uit van een sterk internationaal georiënteerde universiteit, met de ambitie om tot de wereldtop te behoren.
Concurrentie
,,Hij zag al vroeg hoe groot de wereldwijde concurrentie in het hoger onderwijs ging worden”, herinnert Ondernemingsraadvoorzitter ir. Daan Hoogwater zich. Delft diende wereldwijd voor de beste studenten en hoogleraren een aantrekkelijke universiteit zijn. Initiatieven als de Idea League % een samenwerking met drie andere ‘vooraanstaande’ Europese technische universiteiten % en het tweejarige Master of Science International Program moesten de positie van de TU verstevigen. ,,Internationalisering is geen luxe of ideologische droom, maar een noodzaak om onze positie als internationaal vooraanstaande universiteit te kunnen behouden”, hield Wakker de universiteitsbevolking een jaar geleden nog eens voor.
De toekomstvisies riepen weerstand op. ,,Het is jammer dat Wakker zich bleef bedienen van de retoriek van de zogenaamde topuniversiteit”, zegt prof.dr.ir. Erik Jansen, opleidingsdirecteur technische informatica. ,,Hij heeft een beetje de kans laten liggen de TU te vernieuwen richting technische bestuurskunde, industrieel ontwerpen en informatica. Goed, hij heeft het initiatief voor de nieuwe opleiding van Informatietechnologie- en Systemen, media- en kennistechnologie, ondersteund. Maar voor de rest was het te veel het verhaal van de harde technologie. De menskundige en maatschappelijke kanten, en het ontwerpen % toch het centrale thema van deze universiteit % kwamen veel minder aan bod.”
,,Ik heb nooit de indruk gehad dat hij zich over het bereiken van die toppositie overdreven veel illusies maakte”, zegt dr. Erik Lagendijk, opleidingsdirecteur technische natuurkunde en technische materiaalwetenschappen. Het was vooral een stokpaardje van collegevoorzitter De Voogd.”
,,En het was natuurlijk geen benijdenswaardige positie naast De Voogd”, denkt Jansen.
Bloedbad
Dr. Nico de Voogd zelf noemt Wakker een ,,vriendelijk en sociaal mens” en prijst zijn inspanningen voor de universiteit. Maar: ,,Als je graag vrienden maakt, ben je misschien iets te snel geneigd om compromissen te aanvaarden. Niet dat ík nu op een bloedbad uit was. Maar toch, er was een verschil tussen ons.”
Bij zijn aantreden in 1993 was Wakker uitgesproken positief over De Voogd: ,,We sluiten goed op elkaar aan. (…) Wat we gemeen hebben is dat we vinden dat de TU Delft dynamischer moet worden.” Bij zijn afscheid stelde de rector vast dat de jaren in het college boeiend, maar niet gemakkelijk zijn geweest. ,,Daarvoorwaren de meningen te verdeeld, de beslissingen te ingrijpend.”
Wakker, die in de jaren zestig ruimtevaarttechniek in Delft studeerde, was jarenlang medewerker van de sectie baanmechanica en werd in 1995 tot hoogleraar benoemd. Voor hij aan zijn rectorschap begon, heeft hij met name op het gebied van de baanberekening van satellieten en de satellietmetingen van oceaanstromingen, baanbrekend werk verricht.
Hij nam al eens eerder afscheid als rector. Na een periode van ruim drie jaar leek hij zich in 1997 weer volop te kunnen wijden aan het hoogleraarschap, ‘het mooiste beroep van de wereld’, volgens hem. Maar tussen zijn opvolger prof.dr.ir. Jan Blaauwendraad en De Voogd boterde het zo slecht, dat Wakker na een jaar opnieuw rector werd.
Zo’n comeback zit er deze keer niet meer in. De hoogleraar astrodynamica en geodynamica, sinds vrijdag Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, zet zijn TU-loopbaan voort als voorzitter van de afdeling geodesie en wetenschappelijk directeur van het Delft Institute for Earth-Oriented Space Research.
Organisatietalent
Het hoogleraarschap heeft Wakker tijdens zijn rectorschap nooit helemaal willen loslaten. Lagendijk: ,,Hij stond midden in de universiteit.”
,,Wakker heeft ongelooflijk plezier en belangstelling in zijn vak”, zegt prof.ir. Wiek Röling, tot vorig jaar hoogleraar bouwkunde aan de TU. ,,En daarom waardeert en begrijpt hij anderen die gek zijn op hun vak. In een tijd waarin managers zo veel kapot maken, was het goed om rector te hebben die organisatietalent met hart voor de wetenschap combineerde.” Röling haalde de rector de redactie van de Academische Boekengids binnen. ,,Het leven is niet zo makkelijk, dat weet u ook wel, maar Wakker straalt grote levensvreugde uit. Scherp? Ach, het is een intelligente, sneldenkende man.”
Wakkers wapen is de opgewekte ironie, zegt Daan Hoogwater. ,,Hij kan met een blije lach de vreselijkste dingen zeggen. Met die onderkoelde humor wist hij een voorstel er vaak net doorheen te krijgen.”
Hoogwater denkt dat Wakker het door de overgang van Universiteitsraad naar Ondernemingsraad extra zwaar heeft gekregen. ,,Hij zei vaak: ‘Met de UR, dat waren pas mooie tijden’, en dat was niet geheel ironisch. In de UR werden nog veel inhoudelijke discussies over onderzoek en onderwijs gevoerd. En waar de decanen vroeger voor hem een ‘denkpanel’ vormden dat de wetenschap vertegenwoordigde, spelen ze tegenwoordig in de groepsraad vooral de rol van manager.”
Mening
Hij kan goed luisteren, maar in het debat is Wakker geen makkelijke opponent, zeggen zij die het weten kunnen. Lagendijk: ,,Hij komt recht voor zijn mening uit. Je moet van goeden huize komen om hem op andere gedachten te brengen.”
Jarenlang kreeg elke nieuw aantredende studentenraad nuttige wenken van de vorige lichting om de uitgeslapen Wakker optimaal voorbereid tegemoet te treden. ,,Wakker beheerst de vergadertechnieken tot in de puntjes”, zegt SR-secretaris Bram Gille (AAG). ,,Je moet heel goed luisteren wat hij zegt, specifieke vragen stellen. Als je geen weerwerk levert, is hij zo een uur lang aan het woord.” Voormalig studentenraadvoorzitter Lies-Anne Schreuder (Oras): ,,Je moest alert blijven. Kreeg je werkelijk antwoord op je vraag? Dwaalde hij niet af van het onderwerp?”
Wakker bleef koppig het bindend studieadvies op de agenda plaatsen, zelfs tegen eerder gemaakte afspraken met de vorige studentenraad in. Toch prijst Gille zijn inlevingsvermogen. ,,Het was duidelijk dat hij in een lastige positie verkeerde. Hoe vaak zei hij niet: mijn persoonlijke mening is zus-en-zo, maar het college van bestuur is van mening dat…”
Schreuder herinnert zich een typische Wakker-uitdrukking: ‘voortschrijdend inzicht’. ,,Hij had dan iets bedacht, waar we het niet mee eens waren. Later zouden we wel ontdekken hoeveel profijt we er van zouden hebben, hield hij ons dan voor.”
Wakker, die zelfs bij zijn eigen afscheid de touwtjes in handen probeerde te houden, poseerde dan ook gewillig voor de fotograaf met op de achtergrond enkele kale bomen, maar voegde spottend toe: ,,Als u er maar niet onder zet: Wakker inde herfst van zijn carrière.”
Handig in het politieke schaakspel, maar met hart voor de wetenschap. ,,Bij Karel Wakker moest je alert blijven.”
Het afscheid van Louis van Gaal en het afscheid van prof.ir. Karel Wakker: een groter contrast is niet denkbaar. De voetbaltrainer brieste, schamperde, liet woede en teleurstelling de vrije loop – een buiten de oevers tredende rivier. De rector magnificus legde zichzelf vorige week vrijdag een strakke regie op. De toespraak was kort en sober. Geen trilling in de stem, geen ‘min-min’ voor vermeende tegenstanders, zelfs geen terugblik op de eigen ambities en verdiensten. Het overdragen van het rectoraat was voor hem en zijn familie een grote gebeurtenis, gaf hij toe, maar voor de ‘onverwoestbare universiteit’ was het ‘niet meer dan een rimpeling’.
Mooi onthecht gezegd. En toch zou Wakker (63) op zijn minst de wenkbrauwen fronsen als ‘Niet meer dan een rimpeling’ als kop boven dit stuk was gekozen. Wakker zorgde als lid van het college op zijn minst voor golven. Hij speelde een grote rol in het voorbereiden van de bachelorfase, het opkrikken van het TU-imago, de invoering van de technische ‘basisvakken’ van het instellingspakket. Maar bovenal duwde deze ‘grote twijfelaar’ (Wakkers eigen omschrijving) met zijn plannen en visies de TU Delft de richting uit van een sterk internationaal georiënteerde universiteit, met de ambitie om tot de wereldtop te behoren.
Concurrentie
,,Hij zag al vroeg hoe groot de wereldwijde concurrentie in het hoger onderwijs ging worden”, herinnert Ondernemingsraadvoorzitter ir. Daan Hoogwater zich. Delft diende wereldwijd voor de beste studenten en hoogleraren een aantrekkelijke universiteit zijn. Initiatieven als de Idea League % een samenwerking met drie andere ‘vooraanstaande’ Europese technische universiteiten % en het tweejarige Master of Science International Program moesten de positie van de TU verstevigen. ,,Internationalisering is geen luxe of ideologische droom, maar een noodzaak om onze positie als internationaal vooraanstaande universiteit te kunnen behouden”, hield Wakker de universiteitsbevolking een jaar geleden nog eens voor.
De toekomstvisies riepen weerstand op. ,,Het is jammer dat Wakker zich bleef bedienen van de retoriek van de zogenaamde topuniversiteit”, zegt prof.dr.ir. Erik Jansen, opleidingsdirecteur technische informatica. ,,Hij heeft een beetje de kans laten liggen de TU te vernieuwen richting technische bestuurskunde, industrieel ontwerpen en informatica. Goed, hij heeft het initiatief voor de nieuwe opleiding van Informatietechnologie- en Systemen, media- en kennistechnologie, ondersteund. Maar voor de rest was het te veel het verhaal van de harde technologie. De menskundige en maatschappelijke kanten, en het ontwerpen % toch het centrale thema van deze universiteit % kwamen veel minder aan bod.”
,,Ik heb nooit de indruk gehad dat hij zich over het bereiken van die toppositie overdreven veel illusies maakte”, zegt dr. Erik Lagendijk, opleidingsdirecteur technische natuurkunde en technische materiaalwetenschappen. Het was vooral een stokpaardje van collegevoorzitter De Voogd.”
,,En het was natuurlijk geen benijdenswaardige positie naast De Voogd”, denkt Jansen.
Bloedbad
Dr. Nico de Voogd zelf noemt Wakker een ,,vriendelijk en sociaal mens” en prijst zijn inspanningen voor de universiteit. Maar: ,,Als je graag vrienden maakt, ben je misschien iets te snel geneigd om compromissen te aanvaarden. Niet dat ík nu op een bloedbad uit was. Maar toch, er was een verschil tussen ons.”
Bij zijn aantreden in 1993 was Wakker uitgesproken positief over De Voogd: ,,We sluiten goed op elkaar aan. (…) Wat we gemeen hebben is dat we vinden dat de TU Delft dynamischer moet worden.” Bij zijn afscheid stelde de rector vast dat de jaren in het college boeiend, maar niet gemakkelijk zijn geweest. ,,Daarvoorwaren de meningen te verdeeld, de beslissingen te ingrijpend.”
Wakker, die in de jaren zestig ruimtevaarttechniek in Delft studeerde, was jarenlang medewerker van de sectie baanmechanica en werd in 1995 tot hoogleraar benoemd. Voor hij aan zijn rectorschap begon, heeft hij met name op het gebied van de baanberekening van satellieten en de satellietmetingen van oceaanstromingen, baanbrekend werk verricht.
Hij nam al eens eerder afscheid als rector. Na een periode van ruim drie jaar leek hij zich in 1997 weer volop te kunnen wijden aan het hoogleraarschap, ‘het mooiste beroep van de wereld’, volgens hem. Maar tussen zijn opvolger prof.dr.ir. Jan Blaauwendraad en De Voogd boterde het zo slecht, dat Wakker na een jaar opnieuw rector werd.
Zo’n comeback zit er deze keer niet meer in. De hoogleraar astrodynamica en geodynamica, sinds vrijdag Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, zet zijn TU-loopbaan voort als voorzitter van de afdeling geodesie en wetenschappelijk directeur van het Delft Institute for Earth-Oriented Space Research.
Organisatietalent
Het hoogleraarschap heeft Wakker tijdens zijn rectorschap nooit helemaal willen loslaten. Lagendijk: ,,Hij stond midden in de universiteit.”
,,Wakker heeft ongelooflijk plezier en belangstelling in zijn vak”, zegt prof.ir. Wiek Röling, tot vorig jaar hoogleraar bouwkunde aan de TU. ,,En daarom waardeert en begrijpt hij anderen die gek zijn op hun vak. In een tijd waarin managers zo veel kapot maken, was het goed om rector te hebben die organisatietalent met hart voor de wetenschap combineerde.” Röling haalde de rector de redactie van de Academische Boekengids binnen. ,,Het leven is niet zo makkelijk, dat weet u ook wel, maar Wakker straalt grote levensvreugde uit. Scherp? Ach, het is een intelligente, sneldenkende man.”
Wakkers wapen is de opgewekte ironie, zegt Daan Hoogwater. ,,Hij kan met een blije lach de vreselijkste dingen zeggen. Met die onderkoelde humor wist hij een voorstel er vaak net doorheen te krijgen.”
Hoogwater denkt dat Wakker het door de overgang van Universiteitsraad naar Ondernemingsraad extra zwaar heeft gekregen. ,,Hij zei vaak: ‘Met de UR, dat waren pas mooie tijden’, en dat was niet geheel ironisch. In de UR werden nog veel inhoudelijke discussies over onderzoek en onderwijs gevoerd. En waar de decanen vroeger voor hem een ‘denkpanel’ vormden dat de wetenschap vertegenwoordigde, spelen ze tegenwoordig in de groepsraad vooral de rol van manager.”
Mening
Hij kan goed luisteren, maar in het debat is Wakker geen makkelijke opponent, zeggen zij die het weten kunnen. Lagendijk: ,,Hij komt recht voor zijn mening uit. Je moet van goeden huize komen om hem op andere gedachten te brengen.”
Jarenlang kreeg elke nieuw aantredende studentenraad nuttige wenken van de vorige lichting om de uitgeslapen Wakker optimaal voorbereid tegemoet te treden. ,,Wakker beheerst de vergadertechnieken tot in de puntjes”, zegt SR-secretaris Bram Gille (AAG). ,,Je moet heel goed luisteren wat hij zegt, specifieke vragen stellen. Als je geen weerwerk levert, is hij zo een uur lang aan het woord.” Voormalig studentenraadvoorzitter Lies-Anne Schreuder (Oras): ,,Je moest alert blijven. Kreeg je werkelijk antwoord op je vraag? Dwaalde hij niet af van het onderwerp?”
Wakker bleef koppig het bindend studieadvies op de agenda plaatsen, zelfs tegen eerder gemaakte afspraken met de vorige studentenraad in. Toch prijst Gille zijn inlevingsvermogen. ,,Het was duidelijk dat hij in een lastige positie verkeerde. Hoe vaak zei hij niet: mijn persoonlijke mening is zus-en-zo, maar het college van bestuur is van mening dat…”
Schreuder herinnert zich een typische Wakker-uitdrukking: ‘voortschrijdend inzicht’. ,,Hij had dan iets bedacht, waar we het niet mee eens waren. Later zouden we wel ontdekken hoeveel profijt we er van zouden hebben, hield hij ons dan voor.”
Wakker, die zelfs bij zijn eigen afscheid de touwtjes in handen probeerde te houden, poseerde dan ook gewillig voor de fotograaf met op de achtergrond enkele kale bomen, maar voegde spottend toe: ,,Als u er maar niet onder zet: Wakker inde herfst van zijn carrière.”
Comments are closed.