Reken mensen niet af op cijfers, snoei regels en geef vaker een compliment. Vier TU-wetenschappers geven maar liefst 22 tips om de werkdruk te verminderen.
Bij zes op de tien medewerkers van de TU ligt de ervaren werkdruk hoger dan gewenst, bleek uit de Medewerkersmonitor 2017. Vooral wetenschappelijk personeel ervaart een hogere werkdruk.
Delta nodigde vier wetenschappers uit om daarover met elkaar van gedachten te wisselen: Catholijn Jonker, Rob Mudde, Jack Pronk en Rolf van Wegberg. Zij spraken in een openhartig gesprek over hun worstelingen met de ratrace die wetenschap heet en kwamen met een flinke lijst tips die de werkdruk aan de TU kunnen verlichten.
- 1. Probeer werkdruk bespreekbaar te maken
Jack Pronk heeft goede ervaring met persoonlijke coaching. In zijn groep gaat eenderde van de promovendi met een persoonlijke coach aan de slag. “Je leert dingen eerder herkennen en er hopelijk op te reageren.” - 2. Zorg voor een loopbaanadviseur voor promovendi
“Laat elke promovendus in zijn derde of vierde jaar bij die adviseur langsgaan en samen een carrièreplan maken, of het nu voor binnen of buiten de wetenschap is”, zegt Rolf van Wegberg. - 3. Begin een PhD-Focus
De TU heeft Onderwijskundig Centrum Focus (OC-Focus) waarvan medewerkers onder meer bij colleges komen zitten en docenten coachen. “Een PhD-focus zou moeten kijken naar persoonlijke vaardigheden en omgaan met dingen waar promovendi tegenaan lopen”, zegt Jack Pronk. - 4. Wees duidelijk over de kansen op een universitaire carrière
Rob Mudde pleit ervoor om promovendi een plan B te laten maken. “De wereld vergaat niet als je niet bij de TU kunt werken. Je kunt hier nog vijf jaar in een researchpositie zitten, maar dat betekent niet dat je doorstroomt. Die kans is nul.” - 5. Straal als organisatie uit dat de boog niet altijd gespannen kan staan
In een loopbaan zijn er ook periodes dat je het tempo moet laten zakken, meent Jack Pronk. “Het is niet voor niets dat in de Angelsaksische landen en in Amerika eens per zeven jaar een sabbatical leave standaard is”, zegt Rob Mudde. - 6. Dwing medewerkers niet om permanent op hun tenen te lopen
“Als je vorig jaar een ERC-grant hebt binnengehaald, hoef je niet meteen het jaar daarop achter een Vidi-beurs aan te hollen”, zegt Jack Pronk. “Sterker nog”, zegt Catholijn Jonker, “als het vorig jaar is mislukt, heb je een jaar nodig om bij te komen voordat je het weer probeert.” - 7. Pas werkdruk aan op iemands levensfase
Volgens Rob Mudde loopt Nederland erg achter op een land als Engeland. Zijn dochter is daar huisarts in opleiding. “Als zij een kind krijgt, krijgt ze vier maanden vrij zonder dat daar vragen over gesteld mogen worden. Dat wordt geregeld door een landelijke organisatie. Dus je hoeft er ook niet om te zeuren. Als ze wil kan ze tot een jaar verlengen met onbetaald verlof.” Dit zou ook in een tenure track-contract moeten komen, vindt Van Wegberg. - 8. Accepteer dat sommige mensen specialistisch mogen werken
“Waarom moet ik alles doen?”, vraagt Mudde zich af. “Onderwijs is belangrijk, maar vervolgens moet je ook ERC-grants schrijven, tien promovendi begeleiden, vernieuwend onderwijs maken en masterstudenten begeleiden: dat past gewoon niet meer in één persoon.” - 9. Geef HR-adviseurs een sterker mandaat
“Er is een automatisme dat een excellente wetenschapper directeur van een instituut wordt, maar dat wil niet zeggen dat diegene dat ambieert of de managementkwaliteiten heeft”, zegt Van Wegberg. “In die situatie kan het lastig zijn om peers te durven corrigeren op hun tekortschieten”, zegt Pronk. “Misschien kun je de HR-adviseurs een sterker mandaat geven en de wetenschappers die in een managementrol komen wat nadrukkelijker coachen.” - 10. Laat oudere werknemers geleidelijk hun carrière afbouwen
“Carrières kunnen niet permanent omhoog gaan”, zegt Rob Mudde. “Dat hoeft ook niet. Ik nader de zestig en er komt een moment dat ik wegga. Het is beter als dat geleidelijk is. Ik kan mensen helpen die aan het begin van hun carrière staan.” - 11. Bedenk een oplossing voor het feit dat bij Nederlandstalige bacheloropleidingen alleen een beroep wordt gedaan op Nederlandstalige promovendi
“Ik doe het met alle liefde, omdat ik in het Nederlands onderwijs kan geven”, zegt Van Wegberg. “Maar waarom zou mijn Chinese buurman niks hoeven of mogen doen?” Mudde zet zijn buitenlandse promovendus in. - 12. Focus niet alleen maar op de vorm van onderwijs
“Die vorm moet hier continu worden vernieuwd”, zegt Pronk. Hij wijst liever op de betrokkenheid van mensen. “Van daaruit zoeken ze zelf hun weg om dat elektronisch ondersteund of met een krijtje te doen.” - 13. Kijk niet alleen naar cijfers
“Het draait in wetenschap vaak om aantallen publicaties, maar betrek er ook andere dingen bij: is iemand bijvoorbeeld een goede docent of een goede promovendibegeleider”, zegt Van Wegberg. “En onthoud dat slagingspercentages bij sommige grants maar vier procent zijn”, voegt Jonker daar aan toe. - 14. Opereer op basis van vertrouwen in plaats van wantrouwen
“Waarom moeten wij als universiteit 27 keer door de overheid worden gecontroleerd op hetzelfde kunstje?”, zegt Mudde. “Wij schrijven ons te barsten voor dingen die in een la verdwijnen. Zou er in Nederland iets gebeuren als wij hier met zijn allen mee stoppen? ETH Zürich weigert zich te laten beoordelen door de overheid in Zwitserland. Hun argument is: wie zijn zij om te komen zeggen of wij als topuniversiteit ons werk goed doen?” - 15. Snoei regels
Mudde stelt voor elke tweede maatregel die verzonnen wordt niet uit te voeren. “Of schrap voor elke nieuwe maatregel drie andere”, reageert Jonker. Soms komen maatregelen van het ministerie. “Dan zou de TU moeten kunnen roepen: we doen het niet”, zegt Mudde.
Medewerkers kunnen zelf ook meer doen om hun werkdruk te verminderen. Deze zeven tips komen uit de persoonlijke ervaring van de vier wetenschappers:
- 16. Zeg vaker ‘nee’
Toen het haar teveel werd, besloot Catholijn Jonker vaker extra werk af te houden. “Maar het aantal subsidieaanvragen stijgt ook. Ik doe tot wat ik emotioneel en fysiek aankan. Als ik het aantal dingen waar ik ‘ja’ tegen heb gezegd, zou reduceren tot tachtig procent in plaats van honderdvijftig procent nu, zou ik beter en effectiever onderzoek doen. En beter onderwijs geven.” - 17. Zeg als de druk te ver oploopt een dag je afspraken af en schuif die niet door
Deze tip kreeg Jack Pronk van zijn decaan toen in twee jaar tijd alle projectaanvragen van vier stafleden waren gehonoreerd en er een staflid wegging. “Ik voelde het piepen en kraken. Deze tip werkt fantastisch! Werk die dag bijvoorbeeld eens lekker aan een manuscript in plaats van tot na middernacht.” - 18. Speel in op dingen die niet goed gaan
“Durf mensen er individueel op aan te spreken en doe dat op tijd”, zegt Pronk. - 19. Praat met anderen die in dezelfde situatie zitten
“Alleen al het delen van ervaringen en merken dat je niet de enige bent, helpt”, zegt Pronk. Daarom is hij voor het bevorderen van contacten tussen collega’s in verschillende afdelingen. Van Wegberg weet dat er aan zijn faculteit peer groups zijn waarin promovendi met elkaar overleggen hoe het gaat. - 20. Geef jezelf de ruimte om te erkennen dat je dingen goed hebt gedaan
Veel mensen worden gedreven door onzekerheid, zegt Pronk. Na zijn burn-out leerde hij dat bij zichzelf herkennen. “Het is nooit goed genoeg. Ik zie het veel om mij heen: bij promovendi, bij postdocs, bij tenure trackers. Durf complimenten serieus te nemen.” - 21. Geef anderen vaker complimenten
Jonker: “We geven elkaar bij de TU te weinig complimenten.” - 22. Praat met je leidinggevende over wat er uit je takenpakket kan
Pronk deed het toen er opeens geld was voor twintig promovendi en er een collega wegging. Onderwiijs en onderzoek wilde hij zoveel mogelijk blijven doen. “Begeleiding promovendi stond op één, bacheloronderwijs op twee. En die leuke en inspirerende taken daarna? Jammer. Het is fijn als je leidinggevende je steunt. Nog fijner is het als leidinggevenden overbelasting zelf signaleren en je voorstellen om taken af te stoten.” De TU zou leidinggevenden er op moeten wijzen daar oog voor te hebben, besluit Jonker.
Lees hier wat de wetenschappers nog meer zeiden over hun werkdruk.
• Connie van Uffelen
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
c.j.c.vanuffelen@tudelft.nl
Comments are closed.