Onderwijs

20 Procent van de waterkeringen is onder de maat

Van de primaire waterkeringen voldoet 20 procent niet aan de wettelijke norm. Van 30 procent kan niet eens worden vastgesteld of ze voldoen. De beroepsvereniging voor ingenieurs Kivi Niria stelt in een brandbrief aan Verkeer en Waterstaat dat 1,6 miljard euro nodig is om dat op te lossen.

Prof.dr.ir. Marcel Stive van de faculeit Civiele Techniek en Geowetenschappen is een van de vier Delftse hoogleraren die de brief ondertekenden. Volgens hem speelt het probleem al veel langer, maar doet de politiek er te weinig mee. Al bij een toetsing in 2001 werd bekend dat onze waterkeringen niet voldoen aan de eisen die al in 1953 wettelijk werden vastgelegd. Bij de meest recente toetsing in 2006 werd dit beeld nog eens bevestigd.

“Zie de toetsingen als een soort APK-keuring voor dijken en duinen”, zegt Stive. “Op dit moment komen ze gewoonweg niet door de keuring.” De hoogleraar ergert zich daarom mateloos aan de houding van het ministerie, dat zich verweert met het argument dat we nu veiliger zijn dan ooit. “Daar kun je met je auto toch ook niet mee aankomen?” Hoe klein de kans op een overstroming ook is, Stive is van mening dat we er alles aan moeten doen om de normen te halen. Al was het maar omdat die behoorlijk doordacht in elkaar zitten.

De deltacommissie heeft die normen indertijd opgesteld vanwege kostenminimalisatie. De economische schade van een eventuele ramp plus alle kosten voor aanleg en onderhoud moesten, gemiddeld per jaar, zo klein mogelijk zijn. Uit die optimalisatie kwam een bijbehorende dijksterkte rollen met een zeer kleine faalkans. Voor dichtbevolkte gebieden zoals de Randstad komt dat neer op een faalkans van eens per honderdduizend jaar.

Een nadeel van die rekenmethode is dat de normen in de loop van de tijd verschuiven. Voldeed de Hondsbosse-zeewering in 1970 nog ruimschoots aan de norm; met de economische bedrijvigheid anno 2006 zou de schade bij een eventuele ramp vele malen groter zijn. Het kostenoptimum verschuift dus, en daarmee ook de norm.

“Maar”, zegt Stive, “het is niet alleen de veranderende economische bedrijvigheid die de verschuivingen veroorzaakt. Ook klimaatverandering is een schuldige. Bovendien bleek recentelijk dat de golfaanvallen vanaf de Noordzee stukken zwaarder kunnen uitvallen dan tot op heden aangenomen.

Voor Stive en de zijnen redenen genoeg om een dringende oproep aan de politiek doen om de benodigde investeringen op tafel te leggen. Stive: “Ach, wat is 1,6 miljard nou als het kabinet voor de budgetoverschrijding van een straaljager zonder morren vier miljard neertelt, of 2,6 miljard voor het verbreden van een bestaande snelweg tussen Almere en Amsterdam? Dit is een investering die direct bijdraagt aan onze veiligheid.”

Prof.dr.ir. Marcel Stive van de faculeit Civiele Techniek en Geowetenschappen is een van de vier Delftse hoogleraren die de brief ondertekenden. Volgens hem speelt het probleem al veel langer, maar doet de politiek er te weinig mee. Al bij een toetsing in 2001 werd bekend dat onze waterkeringen niet voldoen aan de eisen die al in 1953 wettelijk werden vastgelegd. Bij de meest recente toetsing in 2006 werd dit beeld nog eens bevestigd.

“Zie de toetsingen als een soort APK-keuring voor dijken en duinen”, zegt Stive. “Op dit moment komen ze gewoonweg niet door de keuring.” De hoogleraar ergert zich daarom mateloos aan de houding van het ministerie, dat zich verweert met het argument dat we nu veiliger zijn dan ooit. “Daar kun je met je auto toch ook niet mee aankomen?” Hoe klein de kans op een overstroming ook is, Stive is van mening dat we er alles aan moeten doen om de normen te halen. Al was het maar omdat die behoorlijk doordacht in elkaar zitten.

De deltacommissie heeft die normen indertijd opgesteld vanwege kostenminimalisatie. De economische schade van een eventuele ramp plus alle kosten voor aanleg en onderhoud moesten, gemiddeld per jaar, zo klein mogelijk zijn. Uit die optimalisatie kwam een bijbehorende dijksterkte rollen met een zeer kleine faalkans. Voor dichtbevolkte gebieden zoals de Randstad komt dat neer op een faalkans van eens per honderdduizend jaar.

Een nadeel van die rekenmethode is dat de normen in de loop van de tijd verschuiven. Voldeed de Hondsbosse-zeewering in 1970 nog ruimschoots aan de norm; met de economische bedrijvigheid anno 2006 zou de schade bij een eventuele ramp vele malen groter zijn. Het kostenoptimum verschuift dus, en daarmee ook de norm.

“Maar”, zegt Stive, “het is niet alleen de veranderende economische bedrijvigheid die de verschuivingen veroorzaakt. Ook klimaatverandering is een schuldige. Bovendien bleek recentelijk dat de golfaanvallen vanaf de Noordzee stukken zwaarder kunnen uitvallen dan tot op heden aangenomen.

Voor Stive en de zijnen redenen genoeg om een dringende oproep aan de politiek doen om de benodigde investeringen op tafel te leggen. Stive: “Ach, wat is 1,6 miljard nou als het kabinet voor de budgetoverschrijding van een straaljager zonder morren vier miljard neertelt, of 2,6 miljard voor het verbreden van een bestaande snelweg tussen Almere en Amsterdam? Dit is een investering die direct bijdraagt aan onze veiligheid.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.