In de slag om open-accesspublicaties tussen onderzoekfinanciers en uitgevers komen promovendi klem te zitten. Het platform PNN pleit voor clementie.
Het promovendi platform Nederland PNN steunt open-accesspublicatie, zegt voorzitter Anne de Vries, maar wel onder de voorwaarde dat jonge onderzoekers er niet de dupe van worden. Ze staan achter het ideële standpunt dat resultaten van publiek gefinancierd onderzoek (de tweede geldstroom) ook publiek toegankelijk moet zijn. Maar het platform vreest ook dat promovendi in de knel kunnen komen door de versnelde invoering van verplichte open-accesspublicatie.
In 2020 voor iedereen toegankelijk
De versnelde invoering is het gevolg van plan S (voor shock) van Nederlandse onderzoeksfinanciers. Plan S stelt dat alle publiek gefinancierde onderzoek per 2020 open access gepubliceerd moet worden. Dat wil zeggen: voor iedereen toegankelijk.
Onderzoeksfinanciers, universiteiten en universiteitsbibliotheken zijn voorstanders van het open-accessmodel. Maar commerciële uitgevers verzetten zich ertegen omdat ze hun verdienmodel van artikelen achter een paywall zetten, zien instorten. Daardoor traineren ze de invoering en dat gaat al bijna tien jaar zo. Plan S zet druk op de ketel met een concrete eis (open-accesspublicatie) en een deadline op 2020.
Voor promovendi met financiering via de tweede geldstroom kan dat vervelend uitpakken, vertelt PNN-voorzitter De Vries.
- Promovendi voelen de druk om in bladen met de hoogste impact te publiceren vanwege hun cv, maar dat zijn over het algemeen geen open-accessbladen.
- Hoewel het aantal open-accesstijdschriften sterk groeit (van 500 in 2009 tot 12.500 in 2019), is er niet voor alle vakgebieden een peer-reviewed open-accesskanaal beschikbaar.
- Open-access publiceren kost geld. Binnen een vakgroep heeft een publicatie van een promovendus niet de hoogste prioriteit bij de verdeling van de vergoedingen.
Maximale citatie-index
Open-access-specialist Just de Leeuwe (TU Delft library) erkent dat promovendi een voorkeur hebben voor een hoge citatie-index van bladen. Hij weet dat instanties als NWO en KNAW aan een ander waarderingsstelsel werken, maar zegt ook te beseffen dat de status van toonaangevende bladen daar niet door verandert. Promovendi gaan voor maximale citatie-index.
Proefproject TU Delft Library
Daarnaast kunnen ze aan de verplichting open access te publiceren voldoen door een licentie te ondertekenen waarin ze de TU Library toestemming geven om het artikel na zes maanden vrij te publiceren in de repository. Een samenwerkingsverband van universiteitsbibliotheken, waaronder de TU Delft Library, heeft daarvoor een proefproject opgezet. Bij eventuele claims van de uitgever blijft de auteur buiten schot en verdelen aangesloten bibliotheken de proceskosten.
Kees Moerman, repository medewerker bij de TU Delft Library, vertelt dat inmiddels 10 TU-medewerkers van deze dienst hebben gebruikgemaakt voor 25 artikelen.
De Leeuwe erkent dat er niet voor alle vakgebieden goede open-accesstijdschriften zijn. Bij nieuwe vakgebieden is dat over het algemeen geen probleem, maar bij rechten en geesteswetenschappen zijn er vaak geen geschikte alternatieven.
“Geldproblemen bij publicaties worden deels ondervangen met een speciaal open-accessfonds”, vertelt Moerman. Daarnaast heeft de TU met een toenemend aantal uitgevers een overeenkomst gesloten. “Wij willen onderzoekers zoveel mogelijk financieel ontzorgen”, zegt De Leeuwe.
- Zie ook: gebruiksaanwijzing open access voor onderzoekers
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.