Ik wilde deze week eigenlijk iets schrijven over het verdedigen van de democratie. Kritisch debat. De rol van universiteiten daarin. Maar dat lukte niet goed. Gelukkig zag ik toen een aankondiging van de nieuwe onderwijsvisie van de TU Delft. Daarover schrijven vijfhonderd woorden zichzelf. Vergeef me het gemierenneuk. Ik heb ook een serieus punt.
Oké, here goes.
Ten eerste. De pdf is in breedbeeld. Dat zie je vaker tegenwoordig. Logisch, aangezien de meeste mensen dit soort dingen van een scherm zullen lezen. Maar daar horen dan wel een lay-out en lettergrootte bij die ook daadwerkelijk leesbaar zijn op een gemiddeld laptopscherm. Geen superkleine tekst waardoor je continu moet zoomen en scrollen, zoals hier is gedaan. Maak een document dat printbaar is op A4, óf maak slides. Kies!
Next. Het is gebruikelijk geworden om dit soort visiedocumenten te schrijven in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Bijvoorbeeld: ‘We educate engineers who can lead transformative change towards pioneering solutions.’ Even los van de hybris (en de tegenstrijdigheid met ‘Students are encouraged to exhibit humility’ uit de paragraaf erboven): ís dat al zo? Of stréven we ernaar? Herhaaldelijk maakt zulk ahistorisch taalgebruik het onduidelijk of er een uitspraak gedaan wordt over het hier en nu, of een voorstel over waar het naartoe moet.
Het is moeilijk om inhoudelijk te engagen met een tekst die onvoldoende onderscheid maakt tussen feiten, principes, en plannen
In het voorwoord lezen we dat ‘we encourage you to engage with these ideas and principles’. Maar het is moeilijk om inhoudelijk te engagen met een tekst die onvoldoende onderscheid maakt tussen feiten, principes, en plannen.
Numero drie. Rommelige bronverwijzing. Er zijn voetnoten en een bibliografie. Sommige teksten waar in voetnoten naar verwezen wordt staan ook in de bibliografie. Anderen niet. Andersom staan er bronnen in de bibliografie waar niet naar verwezen wordt. Naar de bron van een quote van onderwijsfilosoof Dewey (‘Education is not preparation for life; education is life itself.’) wordt zelfs helemaal niet verwezen. Misschien omdat hij die woorden nooit schreef.
Volgende. Literatuur aanhalen die iets anders zegt dan jij claimt. Zo verwijst de visie naar een paper van Gert Biesta waarin hij drie functies van onderwijs definieert: ‘kwalificatie’, ‘socialisatie’, en ‘subjectificatie’. Even los van wat hij precies met die termen bedoelt waarschuwt Biesta expliciet dat je ze niet moet zien als conflicterende doelen waartussen een balans gevonden moet worden. Hij introduceert ze als dimensies waarbinnen elke definitie van goed onderwijs inhoudelijke keuzes moet maken omdat onderwijs altijd op álle drie deze vlakken functioneert. De visie stelt domweg: ‘We seriously consider how to balance all three within and beyond the classroom, in order to create meaningful educational experiences.’ Dat gaat volledig voorbij aan Biesta’s betoog.
Enzovoorts! Grrr.
‘Uhm, Bob… Waarom doe je hier eigenlijk zo boos over? Wat een gezeur, zeg. Iedereen weet toch dat je dit soort tandeloze documenten vol stokpaardjes en reclametaal niet al te serieus moet nemen? Negeer al die onzin gewoon. Doet iedereen.’
Precies dát is waar ik me druk over maak. Ik kan het niet als normaal accepteren dat een zogenaamde visie op academisch onderwijs niet voldoet aan de meest basale academische voorwaarden.
Want, hè? De democratie. Kritisch debat. De rol van universiteiten daarin.
Comments are closed.