Een onderzoeksartikel van Delta over de ervaringen van (voormalig) TU-medewerkers met sociale onveiligheid leidt tot geschokte reacties. Vakbonden en de studenten- en ondernemingsraad dringen aan op maatregelen die verder gaan dan de recent gepubliceerde plannen, en op echte inspraak. Ook de minister reageert.
Donderdag 10 oktober publiceerde Delta een artikel waarin 24 (voormalig) medewerkers van de TU Delft vertellen over stalking, chantage, pestgedrag, institutionele gaslighting en andere vormen van sociale onveiligheid die ze hebben meegemaakt. Machtsongelijkheid speelde hierbij zo’n grote rol dat het aankaarten van problemen zelden leidde tot een oplossing en er soms zelfs voor zorgde dat medewerkers slechter af waren dan ervoor. Een ondersteunend medewerker die verbaal en fysiek werd geïntimideerd door een collega, vertelt bijvoorbeeld dat, in plaats van haar collega, zij uiteindelijk werd overgeplaatst naar een andere TU-afdeling. Ze belandde op een werkplek waar niemand wist wat ze kwam doen.
Zowel de ondernemingsraad (or) en de studentenraad (sr) als de lokale vakbonden FNV, CNV en AOb reageren geschokt op de bevindingen van Delta. “We zijn enorm geschrokken en vinden het verschrikkelijk om te horen dat dit zich afspeelt op onze universiteit”, zegt sr-voorzitter Step Kruisinga. Or-voorzitter Ronald Kuil schrijft in een statement dat de verhalen laten zien ’hoe slecht we in staat zijn om adequaat op deze zaken te reageren en binnen een aanvaardbare termijn tot een transparante oplossing te komen’. Or, sr en vakbonden dringen allen aan op een cultuurverandering.
Stevige taal
Volgens de lokale vakbonden gaan de huidige plannen om de sociale veiligheid te verbeteren niet ver genoeg. Begin oktober beschreef de projectorganisatie die plannen in de eerste zogenoemde kwartaalrapportage. Die moet ze elke drie maanden inleveren bij de Inspectie van het Onderwijs. Voorzitter van de lokale vakbonden Fred Veer noemt de plannen ‘gebakken lucht’. “Het gezegde is: geen woorden, maar daden. In plaats van met daden, komt het college van bestuur alleen maar met meer woorden.” Hij doelt onder meer op de onderwerpen machtsongelijkheid en hiërarchie, die duidelijk naar voren komen uit de verhalen die Delta beschreef, maar die in de 39 pagina’s tellende kwartaalrapportage niet worden aangepakt. Ook wordt uit de kwartaalrapportage niet duidelijk hoe voortaan wordt voorkomen dat diensten zoals Human Resources vooral het organisatiebelang dienen in plaats van dat van de medewerker. “Het college van bestuur denkt de problemen op te lossen met een likje verf. Als je een verrotte muur hebt, kunt je de boel wel maskeren met een verfkwast, maar blijft het gebouw instabiel.”
‘Kritische geluiden worden niet getolereerd’
De landelijke vakbond CNV Onderwijs uitte op de dag van de publicatie van het Delta-artikel nog steviger taal. In een brief aan onderwijsminister Eppo Bruins dringt CNV Onderwijs-voorzitter Daniëlle Woestenberg aan op het aftreden van het college van bestuur. In een persbericht stond: “De wijze waarop dit college omgaat met klachten en kritische geluiden is tekenend voor de toxische cultuur aan de TU Delft. Hiërarchische aansturing, controledrift en vriendjespolitiek zijn in alle lagen van de organisatie leidend. Kritische geluiden worden niet getolereerd en wie dat toch waagt wordt monddood gemaakt, tegengewerkt of erger. Daarom komen wij tot de conclusie dat het college zelf verandering in de weg staat.”
- Delta heeft de raad van toezicht van de TU Delft op vrijdag 11 oktober gevraagd om een reactie op de oproep van de vakbond CNV. Zodra die reactie er is, zullen we daar melding van maken.
‘Niet opportuun’
Onderwijsminister Bruins reageert in een statement zoals hij ook reageerde in juli, na een zeer kritische brief van de Inspectie van het Onderwijs over het veranderplan sociale veiligheid: ik heb de raad van toezicht aangesproken op zijn verantwoordelijkheid, ik houd de vinger aan de pols en indien nodig kan ik ingrijpen. Hij wijst erop dat de TU Delft in haar herstelplan aandacht heeft ‘voor de rol van leiderschap in het creëren van een sociaal veilige leer- en werkomgeving’. “Ik ga ervan uit dat de raad van toezicht en het college van bestuur van de TU Delft deze signalen van de vakbonden serieus nemen en met hen het gesprek voeren. Ik heb nog steeds de mogelijkheid tot het geven van een aanwijzing. Het eventuele inzetten daarvan is mede afhankelijk van hoe het college van bestuur en de raad van toezicht met de door de inspectie vastgestelde problematiek omgaan.”
CNV vraagt de minister ook om ‘erop toe te zien’ dat de TU Delft drie maatregelen doorvoert: een nulmeting, een onafhankelijk meldpunt en screening van leidinggevenden. De minister is dat niet van plan. Een nulmeting noemt hij ‘niet opportuun’, omdat er al onderzoeksrapporten liggen en omdat de inspectie in februari een nieuw onderzoek start. Op het meldpunt gaat hij niet in, behalve dan met de opmerking dat het niet aan hem is ‘om in te gaan op de wijze van (interne) afhandeling van een melding of klacht door een instelling’. Ook screening van leidinggevenden valt in zijn ogen onder het HR-beleid van de TU.
Masterstudenten
Terug naar de lokale medezeggenschap. Voor de or lijken de plannen uit de kwartaalrapportage van de TU niet ver genoeg te gaan. ‘We dringen aan om op korte termijn met een integraal plan te komen’, staat in het statement. ‘Dit geeft ook beter inzicht aan medewerkers over toekomstige initiatieven.’
Volgens de studentenraad riskeert de TU Delft haar voortbestaan als er geen echte cultuurverandering komt. “Een veilige werksfeer is het fundament van een universiteit. Ten eerste heeft iedereen recht op een sociaal veilige omgeving en ten tweede willen medewerkers niet werken aan een sociaal onveilige universiteit, en studenten niet studeren op een sociaal onveilige plek”, zegt Kruisinga. Voor de ondernemingsraad zijn het creëren van een veilige omgangscultuur – met bijvoorbeeld leiderschapstrainingen en empowermenttrainingen – en een veilige organisatiestructuur belangrijke onderdelen van zo’n cultuurverandering.
‘Masterstudenten kunnen sociaal onveilig gedrag nauwelijks aankaarten’
Zowel de or als de sr vragen aandacht voor oplossingen die de positie van kwetsbare groepen zoals vrouwen en promovendi verbeteren. Uit het onderzoek van Delta blijkt eens te meer wat al jarenlang bekend is: promovendi zijn overgeleverd aan hun promotoren en dagelijks begeleiders om te mogen promoveren en komen geregeld in de verdrukking. De sr hoort soortgelijke verhalen van masterstudenten. “Die zijn ook sterk afhankelijk van hun begeleider en kunnen sociaal onveilig gedrag daardoor nauwelijks aankaarten. Afstuderen kost minder tijd dan promoveren waardoor studenten al gauw denken: ‘ik zit mijn tijd maar uit’, wanneer ze een sociaal onveilige begeleider hebben.”
Kritisch over meldpunt
Momenteel is de projectorganisatie sociale veiligheid bezig met het opzetten van een centraal meldpunt waar medewerkers terecht kunnen voor het aankaarten van sociaal onveilig gedrag of integriteitsschendingen. Dat is een verplichting uit de cao. Het college van bestuur wilde dit meldpunt in eerste instantie al op 1 oktober openen, maar heeft die datum opgeschoven na kritiek van de vakbonden en de medezeggenschap. Ze hadden anders maar krap twee weken de tijd voor inspraak.
De or vindt het belangrijk dat iedereen zich veilig voelt bij het meldpunt, blijkt uit het statement. Het meldpunt werd op donderdag 26 september door het college van bestuur (cvb) besproken met de medezeggenschap, waarbij Kuil benadrukte dat de or instemmingsrecht heeft. Hierna volgden zo’n tien kritische vragen over de invulling en uitvoering van het meldpunt. Kuil hekelde onder meer de gang van zaken rondom de planvorming. “We zijn verbaasd over het feit dat het cvb zegt dat de betrokkenheid van de or belangrijk is en er vervolgens voor het meldpunt voorstellen worden gedaan waarbij we niet betrokken zijn geweest. Dat is verwonderlijk.”
Handelen in het organisatiebelang
Volgens de vakbonden is de huidige opzet niet onafhankelijk genoeg, onder meer doordat medewerkers van integrale veiligheid en juridische zaken zitting moeten krijgen in de triage- en adviesgroep die onderdeel moet uitmaken van het meldpunt. “Er zijn in de huidige opzet geen maatregelen die voorkomen dat deze medewerkers zullen handelen in het organisatiebelang”, zegt Veer. Hij doelt daarmee op de bevinding van de inspectie dat de afdeling HR het organisatiebelang dient en niet dat van individuele medewerkers. Veer vreest dat hetzelfde geldt voor de afdeling juridische zaken.
Met medewerking van Kim Bakker en Saskia Bonger.
- De lokale vakbonden overleggen op maandag 14 oktober tussen 13:30 uur en 14:00 uur in de Mekelzaal bij EWI met het college van bestuur. Dan staat ook het meldpunt op de agenda. Hoewel dit een open vergadering is die iedere TU-medewerker kan bijwonen, is dit onderwerp besloten verklaard.
- Wil je reageren op dit artikel of wil je iets kwijt wat te maken heeft met sociale (on)veiligheid? Dan kun je mailen naar delta@tudelft.nl. Reageren kan ook op tudelta@protonmail.com. We zullen vertrouwelijk met je bericht en je gegevens omgaan.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
a.m.debruijn@tudelft.nl
Comments are closed.