Jan Schiereck, medewerker bij het Innovation & Impact Centre van de TU Delft maakt zich zorgen over zijn ‘collega’s en onze werkomstandigheden’, schrijft hij in deze brief.
De directeur van het Innovation & Impact Centre (I&IC) is weg, schreef het college van bestuur op 28 februari in een e-mail aan alle medewerkers van de TU Delft. Er komt een interim-directeur, hoorden wij I&IC-medewerkers op 7 maart op een bijeenkomst. Een dag eerder hadden de leden van het managementteam (MT) met de rector en de directeur HR gesproken.
In de bijeenkomst op 7 maart moest het MT ons inlichten. Uit de zaal kwam tijdens deze bijeenkomst het bericht dat de MT-leden waren gesommeerd om op straffe van arbeidsrechtelijke consequenties niets over de zaak te zeggen, zelfs niet over deze consequenties.
Op donderdag 21 maart, van 12.00 uur tot 13.00 uur, kwamen de rector en de directeur HR op verzoek van ruim tachtig medewerkers van het I&IC praten over het plotselinge en heimelijke vertrek van de pas onlangs aangestelde directeur. Heimelijk, want wekenlang kregen medewerkers niets te horen over de reden van zijn vertrek, zelfs niet dat er niets mocht worden gemeld. Medewerkers kregen van MT-leden te horen dat zij niets konden zeggen. Datzelfde antwoord hadden ze gekregen tijdens de ruim drie maanden durende periode van afwezigheid van de directeur.
‘Wat moet tegen een hoge prijs buiten de openbaarheid blijven?’
Op 21 maart hoorden we dat het niet anders had gekund en dat het had gewerkt. Vertellen wat er aan de hand was, zou onnoemelijk veel schade hebben berokkend, hoorde ik ook. Niet duidelijk werd: schade aan wie? Wel hoorden we dat vertrouwelijkheid één van de kernwaarden is van de TU Delft en haar HR-beleid.
Of management by fear ook een kernwaarde is, bleef in het midden. Tijdens de bijeenkomst van 21 maart bespeurde ik onder mijn collega’s zorgen over het gevoerde beleid en zelfs ontreddering, een paar waren in tranen. Aan de vraag ‘hoe verder?’ waren zij nog niet toe. Onbegrip voor de werkwijze van het TU-management, dat pas na aandringen van 80 collega’s langskwam, overheerste.
Er zijn genoeg situaties waarin iets verzwijgen of anders verwoorden wenselijk is voor een groter belang. In het klein, als je je kinderen zegt ‘het snoep is op, er is nog wel fruit’. En groter: met de snelwegsignalering een file veroorzaken om een vluchtende crimineel in te kunnen rekenen. Moreel handelen waarbij doelen, belangen en ‘prijzen’ worden afgewogen, kan te respecteren zijn. Het is wel nodig om daarover rekenschap af te leggen. Dat bleef hier en nu achterwege. Wat moet tegen een hoge prijs, want ten koste van ons, I&IC-medewerkers, buiten de openbaarheid blijven?
We weten het na 21 maart nog steeds niet. Wel maak ik dit op uit die beladen bijeenkomst: hoewel ons MT met een dreigement het zwijgen werd opgelegd, zijn we allemaal ‘voor een open en veilig werkklimaat’.
Ik maak mij zorgen over mijn collega’s en onze werkomstandigheden.
Jan Schiereck werkt bij de afdeling EU-research funding van het Innovation & Impact Centre. Tevens is hij lid van de redactieraad van Delta.
Comments are closed.