Schiphol, dijkverhogingen, de Betuwelijn, het Groene Hart: deze conflicten lijken nooit te verstommen. Voor- en tegenstanders komen geen millimeter dichter tot elkaar. Maar na een grondige diagnose van hun argumenten ziet bestuurskundige Michel van Eeten openingen in het debat.
De discussies duren eindeloos. Zonder Betuwelijn kan de Rotterdamse haven sluiten, zegt de een. Welnee, die spoorlijn helpt onze economie om zeep, zegt een ander even stellig. En van dergelijke discussies zijn er vele. Moet Schiphol ongebreideld groeien? Moeten de dijken verhoogd worden? Moeten we nieuwe spoorlijnen en wegen wel of niet dwars door het Groene Hart aanleggen? Ga zo maar door.
Eén ding hebben deze discussies gemeen: de ene partij weet de andere nooit te overtuigen. Komen voorstanders met een onderzoek dat hun gelijk aantoont, een week later komen tegenstanders met een rapport waaruit het tegenovergestelde blijkt. De kemphanen blijven lijnrecht tegenover elkaar staan.
De regering weet het daardoor ook niet meer, en schuift de definitieve beslissing eindeloos voor zich uit. Weer een extra onderzoek, weer een nieuwe discussieronde. Uiteindelijk komt er meestal een of ander zouteloos compromis uit de bus. De hogesnelheidslijn gaat door het Groene Hart, maar krijgt een peperdure tunnel onder een stukje weiland. Schiphol mag groeien, maar de geluidsoverlast moet over zo veel mogelijk randgemeenten verspreid worden.
,,Vroeger was de discussie eigenlijk vrij simpel”, legt Michel van Eeten uit. ,,Je koos of voor de economie, en dus voor uitbreiding van luchthavens en het wegennet. Of je was voor het milieu, en dus tegen die uitbreiding. Voor de politiek was dat heel makkelijk. Ze hoefde alleen de vraag te beantwoorden: wat vinden we belangrijk.” Van Eeten promoveerde deze week bij Technische Bestuurskunde, en heeft de discussies over de grote infrastructurele werken jarenlang grondig bestudeerd.
Milieuactivisten
Zo simpel als tien, twintig jaar geleden liggen de zaken al lang niet meer. De ideologische bastions zijn verlaten, alle betrokken partijen hebben een tamelijk pragmatisch standpunt ingenomen. Moderne milieuactivisten snappen ook wel dat mensen af en toe met het vliegtuig naar de Canarische Eilanden willen. Terwijl de rechtgeaarde kapitalist de loftrompet steekt over windmolens en zonne-energie.
Een ideale situatie voor goed polderoverleg, zo zou je denken. Maar niets is minder waar. ,,De situatie is er alleen maar ingewikkelder op geworden”, zegt Van Eeten. De discussie is namelijk verschoven naar een ander terrein. Want plotseling wordt er in brede kring getwijfeld of een groot Schiphol wel goed is voor de economie, zoals altijd gedacht werd. Er verschijnen rapporten die betogen dat het Distributieland-dogma ons alleen maar armer maakt. Volkomen onzin, zeggen meerbehoudende economen op hun beurt. En zo staan de kemphanen weer tegenover elkaar. Van Eeten: ,,Het waardenconflict van vroeger, is een waarheidsconflict geworden.”
Wat rest een bestuurskundige in deze situatie? Kan hij de ruziënde partijen dichter bij elkaar brengen? Nee, zeggen de meeste wetenschappers. ,,In de meeste bestuurskunde-proefschriften worden daarom alle argumenten pro en contra op een rijtje gezet. Einde verhaal”, meent Van Eeten. ,,Beter communiceren, slimmer onderhandelen, nog meer onderzoek, luidt dan meestal de aanbeveling. Maar dat doen de betrokkenen partijen al tien jaar, en toch staan ze nog steeds lijnrecht tegenover elkaar. Het blijft een dialoog tussen doven.”
Waar andere bestuurskundigen stopten bij het weergeven van alle argumenten, besloot Van Eeten juist te beginnen. ,,Het viel me op dat er heel weinig diepte-onderzoek gedaan is naar de vastgeroeste dialoog tussen beide partijen.” Van Eeten begon daarom een grondige analyse van de precieze voorstellen van de discussianten, van de structuur van hun argumenten, van het vastlopen van de discussie. Hij onderzocht vier kwesties: het Groene Hart, de dijkverhogingen, de risico’s van chloor in de industrie, en de groei van Schiphol.
Plat
De promovendus ging daarbij niet over één nacht ijs. Wat Schiphol betreft las hij alles wat er de laatste jaren in de media over de zaak verschenen is. Verder verslagen van rechtszaken, interviews, notulen van vergaderingen. Daarnaast hield hij zelf 38 gesprekken met personen die expliciet voor- of tegenstander zijn van uitbreiding van de luchthaven.
Zijn uitgebreide analyses brachten Van Eeten tot een opmerkelijk inzicht: de voor- en tegenstanders staan misschien wel dichter bij elkaar dan ze zelf denken. Dat ze lijnrecht tegenover elkaar lijken te staan, komt omdat de belangrijkste doelstellingen van beide partijen in de onderlinge discussie niet aan bod komen.
Van Eeten: ,,De huidige discussie over Schiphol is ontzettend plat. Er is maar één discussiepunt: moet Schiphol uitbreiden, ja of nee? Dat is mede de schuld van de overheid. Die heeft een aantal jaren geleden een publieke discussie op gang gebracht, waarin alleen die vraag centraal stond.”
Maar er zijn volgens Van Eeten meer zaken rond Schiphol, die mensen belangrijk vinden. Zaken die met de groeidiscussie op zich weinig te maken hebben. De vraag bijvoorbeeld waarom de luchtvaart in onze economie een rare uitzonderingspositie inneemt: geen BTW op tickets, geen accijns op kerosine, geluids- en veiligheidsnormen die veel ruimer zijn dan in de industrie. Of de vraag hoe we het mobiliteitsprobleem in het algemeen moeten oplossen.
En een kwestie waar het de directe omwonenden van Schiphol eigenlijk om gaat is: hoe kunnen wij gecompenseerd worden (geld, werk) voor de geluidsoverlast? Van Eeten: ,,De discussie is veel pluriformer dan het huidige debat over groei of geen groei. Maar alle andere zorgen en argumenten verdwijnen in de kantlijn van deze tegenstelling. Ze zijn onzichtbaar geworden.”
Wat blijkt: wanneer de focus niet meer exclusief gericht wordt op de uitbreiding van Schiphol, maar op de andere thema’s, dankunnen de huidige opponenten het veel beter met elkaar vinden. ,,Sommige betrokkenen vinden deze issues belangrijker dan de vraag of Schiphol wel of niet moet groeien.”
Hoopvol
Een deel van het verzet tegen Schiphol houdt volgens Van Eeten daarom op als de discussie anders gevoerd wordt. ,,Want veel milieuactivisten en omwonenden zijn niet zo zeer tegen groei, maar zijn ontevreden over hoe die andere kwesties worden aangepakt.” Dat wordt mooi geïllustreerd door de reactie van een milieuactivist op Van Eetens onderzoek: ,,Een interessante conclusie. Maar zolang niet op de agenda staat dat de luchtvaart als normale bedrijfstak behandeld gaat worden, blijven wij ons verzetten tegen de groei van Schiphol.”
Het Schiphol-debat, en dat geldt ook voor de andere grote discussies, moet volgens Van Eeten daarom een nieuwe agenda krijgen. De verborgen, werkelijke discussiepunten moeten daar expliciet op komen te staan. Ook voor de andere grote discussies (dijken, chloor, Groene Hart) ontwikkelde Van Eeten handvatten om de impasse te doorbreken. Louter door een scherpe analyse van de argumentiestructuren.
Van Eetens nieuwe analyse werd door velen ‘zeer positief’ ontvangen. ,,De belangrijke organisaties waren heel verrast en er ontstond al snel een hoopvolle sfeer.” Maar het Schiphol-debat sleept toch nog altijd voort? ,,Die kritiek kreeg ik op de faculteit ook. Maar ik had ook nooit verwacht dat er nu ineens consensus zou ontstaan. Er komen eindelijk kleine openingen in conflicten die al jaren muurvast zitten. Beleidsmakers zijn blij met elke millimeter vooruitgang die je ze kan bieden.”
De discussies duren eindeloos. Zonder Betuwelijn kan de Rotterdamse haven sluiten, zegt de een. Welnee, die spoorlijn helpt onze economie om zeep, zegt een ander even stellig. En van dergelijke discussies zijn er vele. Moet Schiphol ongebreideld groeien? Moeten de dijken verhoogd worden? Moeten we nieuwe spoorlijnen en wegen wel of niet dwars door het Groene Hart aanleggen? Ga zo maar door.
Eén ding hebben deze discussies gemeen: de ene partij weet de andere nooit te overtuigen. Komen voorstanders met een onderzoek dat hun gelijk aantoont, een week later komen tegenstanders met een rapport waaruit het tegenovergestelde blijkt. De kemphanen blijven lijnrecht tegenover elkaar staan.
De regering weet het daardoor ook niet meer, en schuift de definitieve beslissing eindeloos voor zich uit. Weer een extra onderzoek, weer een nieuwe discussieronde. Uiteindelijk komt er meestal een of ander zouteloos compromis uit de bus. De hogesnelheidslijn gaat door het Groene Hart, maar krijgt een peperdure tunnel onder een stukje weiland. Schiphol mag groeien, maar de geluidsoverlast moet over zo veel mogelijk randgemeenten verspreid worden.
,,Vroeger was de discussie eigenlijk vrij simpel”, legt Michel van Eeten uit. ,,Je koos of voor de economie, en dus voor uitbreiding van luchthavens en het wegennet. Of je was voor het milieu, en dus tegen die uitbreiding. Voor de politiek was dat heel makkelijk. Ze hoefde alleen de vraag te beantwoorden: wat vinden we belangrijk.” Van Eeten promoveerde deze week bij Technische Bestuurskunde, en heeft de discussies over de grote infrastructurele werken jarenlang grondig bestudeerd.
Milieuactivisten
Zo simpel als tien, twintig jaar geleden liggen de zaken al lang niet meer. De ideologische bastions zijn verlaten, alle betrokken partijen hebben een tamelijk pragmatisch standpunt ingenomen. Moderne milieuactivisten snappen ook wel dat mensen af en toe met het vliegtuig naar de Canarische Eilanden willen. Terwijl de rechtgeaarde kapitalist de loftrompet steekt over windmolens en zonne-energie.
Een ideale situatie voor goed polderoverleg, zo zou je denken. Maar niets is minder waar. ,,De situatie is er alleen maar ingewikkelder op geworden”, zegt Van Eeten. De discussie is namelijk verschoven naar een ander terrein. Want plotseling wordt er in brede kring getwijfeld of een groot Schiphol wel goed is voor de economie, zoals altijd gedacht werd. Er verschijnen rapporten die betogen dat het Distributieland-dogma ons alleen maar armer maakt. Volkomen onzin, zeggen meerbehoudende economen op hun beurt. En zo staan de kemphanen weer tegenover elkaar. Van Eeten: ,,Het waardenconflict van vroeger, is een waarheidsconflict geworden.”
Wat rest een bestuurskundige in deze situatie? Kan hij de ruziënde partijen dichter bij elkaar brengen? Nee, zeggen de meeste wetenschappers. ,,In de meeste bestuurskunde-proefschriften worden daarom alle argumenten pro en contra op een rijtje gezet. Einde verhaal”, meent Van Eeten. ,,Beter communiceren, slimmer onderhandelen, nog meer onderzoek, luidt dan meestal de aanbeveling. Maar dat doen de betrokkenen partijen al tien jaar, en toch staan ze nog steeds lijnrecht tegenover elkaar. Het blijft een dialoog tussen doven.”
Waar andere bestuurskundigen stopten bij het weergeven van alle argumenten, besloot Van Eeten juist te beginnen. ,,Het viel me op dat er heel weinig diepte-onderzoek gedaan is naar de vastgeroeste dialoog tussen beide partijen.” Van Eeten begon daarom een grondige analyse van de precieze voorstellen van de discussianten, van de structuur van hun argumenten, van het vastlopen van de discussie. Hij onderzocht vier kwesties: het Groene Hart, de dijkverhogingen, de risico’s van chloor in de industrie, en de groei van Schiphol.
Plat
De promovendus ging daarbij niet over één nacht ijs. Wat Schiphol betreft las hij alles wat er de laatste jaren in de media over de zaak verschenen is. Verder verslagen van rechtszaken, interviews, notulen van vergaderingen. Daarnaast hield hij zelf 38 gesprekken met personen die expliciet voor- of tegenstander zijn van uitbreiding van de luchthaven.
Zijn uitgebreide analyses brachten Van Eeten tot een opmerkelijk inzicht: de voor- en tegenstanders staan misschien wel dichter bij elkaar dan ze zelf denken. Dat ze lijnrecht tegenover elkaar lijken te staan, komt omdat de belangrijkste doelstellingen van beide partijen in de onderlinge discussie niet aan bod komen.
Van Eeten: ,,De huidige discussie over Schiphol is ontzettend plat. Er is maar één discussiepunt: moet Schiphol uitbreiden, ja of nee? Dat is mede de schuld van de overheid. Die heeft een aantal jaren geleden een publieke discussie op gang gebracht, waarin alleen die vraag centraal stond.”
Maar er zijn volgens Van Eeten meer zaken rond Schiphol, die mensen belangrijk vinden. Zaken die met de groeidiscussie op zich weinig te maken hebben. De vraag bijvoorbeeld waarom de luchtvaart in onze economie een rare uitzonderingspositie inneemt: geen BTW op tickets, geen accijns op kerosine, geluids- en veiligheidsnormen die veel ruimer zijn dan in de industrie. Of de vraag hoe we het mobiliteitsprobleem in het algemeen moeten oplossen.
En een kwestie waar het de directe omwonenden van Schiphol eigenlijk om gaat is: hoe kunnen wij gecompenseerd worden (geld, werk) voor de geluidsoverlast? Van Eeten: ,,De discussie is veel pluriformer dan het huidige debat over groei of geen groei. Maar alle andere zorgen en argumenten verdwijnen in de kantlijn van deze tegenstelling. Ze zijn onzichtbaar geworden.”
Wat blijkt: wanneer de focus niet meer exclusief gericht wordt op de uitbreiding van Schiphol, maar op de andere thema’s, dankunnen de huidige opponenten het veel beter met elkaar vinden. ,,Sommige betrokkenen vinden deze issues belangrijker dan de vraag of Schiphol wel of niet moet groeien.”
Hoopvol
Een deel van het verzet tegen Schiphol houdt volgens Van Eeten daarom op als de discussie anders gevoerd wordt. ,,Want veel milieuactivisten en omwonenden zijn niet zo zeer tegen groei, maar zijn ontevreden over hoe die andere kwesties worden aangepakt.” Dat wordt mooi geïllustreerd door de reactie van een milieuactivist op Van Eetens onderzoek: ,,Een interessante conclusie. Maar zolang niet op de agenda staat dat de luchtvaart als normale bedrijfstak behandeld gaat worden, blijven wij ons verzetten tegen de groei van Schiphol.”
Het Schiphol-debat, en dat geldt ook voor de andere grote discussies, moet volgens Van Eeten daarom een nieuwe agenda krijgen. De verborgen, werkelijke discussiepunten moeten daar expliciet op komen te staan. Ook voor de andere grote discussies (dijken, chloor, Groene Hart) ontwikkelde Van Eeten handvatten om de impasse te doorbreken. Louter door een scherpe analyse van de argumentiestructuren.
Van Eetens nieuwe analyse werd door velen ‘zeer positief’ ontvangen. ,,De belangrijke organisaties waren heel verrast en er ontstond al snel een hoopvolle sfeer.” Maar het Schiphol-debat sleept toch nog altijd voort? ,,Die kritiek kreeg ik op de faculteit ook. Maar ik had ook nooit verwacht dat er nu ineens consensus zou ontstaan. Er komen eindelijk kleine openingen in conflicten die al jaren muurvast zitten. Beleidsmakers zijn blij met elke millimeter vooruitgang die je ze kan bieden.”
Comments are closed.