In de kleine keuken ruikt het zoals het hoort: gesmolten kaas, geschilde uien, licht aangebrand deeg. In het schaarse daglicht dat het restaurant binnendringt zijn de wijnglazen en de kaarsen op tafel te herkennen.
Aan de wand hangen de lege lambruscoflessen en de nepdruiventrossen. Achter de bar staat een zilverkleurige espressomachine. Zo op het eerste oog niets bijzonders aan pizzeria ‘Antonio’ aan de Van Bleyswijckstraat, maar het onderscheidt zit’m in de samenstelling van de klantenkring.
Als een Delftse dubbelganger van de Rattenvanger van Hamelen weet Ton Halbe – vandaar Antonio – studenten naar zijn Frans-Italiaanse restaurant te lokken. Halbe’s geheim: megakorting voor iedere ziel met een collegekaart.
,,Doordeweeks was het te rustig”, vertelt Halbe. ,,Ik wilde studenten aantrekken als klanten. Op zaterdag en zondag zat het altijd wel vol, maar doordeweeks was het veel te rustig. Studenten zouden dat gat mooi kunnen vullen.”
,,Eerst had ik een kortingskaart van zestig piek in gedachten, waarmee de pizza’s voor de helft van de prijs te krijgen zijn. Maar een studente die hier op zondag in de bediening werkte, vertelde me over een typische studenteneigenschap: ze betalen nooit vooruit. Toen heb ik het met directe korting op vertoon van een collegekaart gedaan. Samen met die studente heb ik het idee uitgewerkt. Dat is nu een jaar geleden.”
Op vertoon van je collegekaart, van dinsdag tot en met vrijdag, dus vijftig procent korting op pizza’s. Halbe: ,,Op gemiddeld zes piek voor een pizza verdien ik natuurlijk bijna niets. De winst haal ik uit de drankverkoop. Een colaatje of een paar biertjes bij het eten, daarmee haal ik wat centen binnen. En een vol restaurant trekt weer meer klanten; een leeg restaurant, daar loop je voorbij.”
Voor de voorraad is het ook beter, meent Halbe, ,,Als ik doordeweeks niets omzet, dan hoopt de voorraad zich op. Ik doe alles vers, dus een beetje verloop in de voorraad is wel wenselijk.”
Terwijl in de kleine keuken om vier uur ’s middags de laatste voorbereidingen getroffen worden voor weer een drukke avond, realiseert Halbe zich dat hij een goede klapper heeft gemaakt in Delftse eetbranche. ,,In Delft zijn veel te veel eettentjes. Het lijkt wel of de gemeente het zo wil. Er zijn meer restaurantjes dan kroegen. En ik zit niet in het centrum, en dat scheelt ook nogal wat klanten. Maar zo kan ik m’n hoofd redelijk boven water houden.”
,,Ja, studenten zijn wat luidruchtiger dan gewone klanten, maar het is ook een stuk gezelliger. Ooit was er een keer een groep van veertig man die een lied inzette, prachtig man. Ach, sommige mensen houden er niet van en komen niet meer terug, maar anderen vinden het juist gezellig en komen juist vaker. Prima toch?”
,,Soms is er wel eens een lastige gast bij. Er was een keer een groepje van een man of acht. Één was z’n kaart vergeten,en die begon een hoop herrie te schoppen, maar achteraf kwamen z’n vrienden zich verontschuldigen”, vertelt Halbe. ,,Het maakt me overigens niet uit wat voor collegekaart het is. Uit Leiden of Rotterdam, ik krijg ze zelfs van dat hotel voor buitenlandse studenten aan de Kanaalweg.”
‘Antonio’ besluit: ,,Het leukste zijn de stelletjes. Vriendje en vriendinnetje die samen ergens willen eten. Hebben niet veel geld, maar het moet toch een beetje gezellig zijn. Komen ze hierheen. Kaarsje op tafel, gedempt licht, toch romantisch. Komen ze er eens uit. Daar in de hoek, tafel vijf, die is heel populair bij de paartjes.” (T.K.)
In de kleine keuken ruikt het zoals het hoort: gesmolten kaas, geschilde uien, licht aangebrand deeg. In het schaarse daglicht dat het restaurant binnendringt zijn de wijnglazen en de kaarsen op tafel te herkennen. Aan de wand hangen de lege lambruscoflessen en de nepdruiventrossen. Achter de bar staat een zilverkleurige espressomachine. Zo op het eerste oog niets bijzonders aan pizzeria ‘Antonio’ aan de Van Bleyswijckstraat, maar het onderscheidt zit’m in de samenstelling van de klantenkring.
Als een Delftse dubbelganger van de Rattenvanger van Hamelen weet Ton Halbe – vandaar Antonio – studenten naar zijn Frans-Italiaanse restaurant te lokken. Halbe’s geheim: megakorting voor iedere ziel met een collegekaart.
,,Doordeweeks was het te rustig”, vertelt Halbe. ,,Ik wilde studenten aantrekken als klanten. Op zaterdag en zondag zat het altijd wel vol, maar doordeweeks was het veel te rustig. Studenten zouden dat gat mooi kunnen vullen.”
,,Eerst had ik een kortingskaart van zestig piek in gedachten, waarmee de pizza’s voor de helft van de prijs te krijgen zijn. Maar een studente die hier op zondag in de bediening werkte, vertelde me over een typische studenteneigenschap: ze betalen nooit vooruit. Toen heb ik het met directe korting op vertoon van een collegekaart gedaan. Samen met die studente heb ik het idee uitgewerkt. Dat is nu een jaar geleden.”
Op vertoon van je collegekaart, van dinsdag tot en met vrijdag, dus vijftig procent korting op pizza’s. Halbe: ,,Op gemiddeld zes piek voor een pizza verdien ik natuurlijk bijna niets. De winst haal ik uit de drankverkoop. Een colaatje of een paar biertjes bij het eten, daarmee haal ik wat centen binnen. En een vol restaurant trekt weer meer klanten; een leeg restaurant, daar loop je voorbij.”
Voor de voorraad is het ook beter, meent Halbe, ,,Als ik doordeweeks niets omzet, dan hoopt de voorraad zich op. Ik doe alles vers, dus een beetje verloop in de voorraad is wel wenselijk.”
Terwijl in de kleine keuken om vier uur ’s middags de laatste voorbereidingen getroffen worden voor weer een drukke avond, realiseert Halbe zich dat hij een goede klapper heeft gemaakt in Delftse eetbranche. ,,In Delft zijn veel te veel eettentjes. Het lijkt wel of de gemeente het zo wil. Er zijn meer restaurantjes dan kroegen. En ik zit niet in het centrum, en dat scheelt ook nogal wat klanten. Maar zo kan ik m’n hoofd redelijk boven water houden.”
,,Ja, studenten zijn wat luidruchtiger dan gewone klanten, maar het is ook een stuk gezelliger. Ooit was er een keer een groep van veertig man die een lied inzette, prachtig man. Ach, sommige mensen houden er niet van en komen niet meer terug, maar anderen vinden het juist gezellig en komen juist vaker. Prima toch?”
,,Soms is er wel eens een lastige gast bij. Er was een keer een groepje van een man of acht. Één was z’n kaart vergeten,en die begon een hoop herrie te schoppen, maar achteraf kwamen z’n vrienden zich verontschuldigen”, vertelt Halbe. ,,Het maakt me overigens niet uit wat voor collegekaart het is. Uit Leiden of Rotterdam, ik krijg ze zelfs van dat hotel voor buitenlandse studenten aan de Kanaalweg.”
‘Antonio’ besluit: ,,Het leukste zijn de stelletjes. Vriendje en vriendinnetje die samen ergens willen eten. Hebben niet veel geld, maar het moet toch een beetje gezellig zijn. Komen ze hierheen. Kaarsje op tafel, gedempt licht, toch romantisch. Komen ze er eens uit. Daar in de hoek, tafel vijf, die is heel populair bij de paartjes.” (T.K.)
Comments are closed.