De dekanen maken bezwaar nu het college van bestuur in de begroting 1995 een ‘centraal’ bedrag van een ton voor Iaeste-stageplaatsen heeft geschrapt.
Faculteiten worden geacht zelf stageplaatsen te subsidiëren. De dekaan van Scheikunde vindt de korting niet in overeenstemming met het beleid om meer internationale contacten aan te gaan. Stagebemiddelaar Iaeste bevindt zich ondertussen in een diep dal.
De TU had ooit een volwassen bureau voor de International Association for the Exchange of Students for Technical Experience (Iaeste) in huis. Aan een gevel aan de Rotterdamseweg prijkt nog steeds het naambordje, maar de enige plek waar een student een Iaeste-vertegenwoordiger kan aantreffen is bij het Studentenadviesbureau, aan de Julianalaan.
Terwijl in betere tijden 3,2 volledige arbeidsplaatsen voor de stagebemiddeling voor de drie TU’s waren ingeschakeld, doet sinds september drs. E. van der Kooi in een halve week al het werk als nationaal secretaris voor Iaeste Nederland. Incidenteel krijgt zij administratieve hulp.
Nederland was in 1948 een van de founding members van Iaeste, dat nu in 65 landen kantoren heeft. De TU, die het nationale bureau onder haar hoede had, besloot in 1992 de administratie (het bijhouden van visa, vergunningen, stagevergoedingen) te privatiseren en in handen te geven van het bureau HTSP (Holland Training Service Project). Echter, ‘het niveau van de dienstverlening’ liet te wensen over, zodat Van der Kooi sinds vorig jaar het papierwerk weer op haar bureau heeft. Haar kerntaak, werving van stageplaatsen en contacten onderhouden met bedrijven, komt daardoor ernstig in het gedrang.
De cijfers over uitgewisselde stagiairs geven een weinig florissant beeld. Konden in 1991 nog 177 buitenlandse studenten in Nederland stage lopen, in 1994 kwamen er 102 studenten. Omdat Iaeste werkt op basis van wederkerigheid – voor elke buitenlander die naar Nederland komt, kan een Nederlandse stagiar naar een buitenland – heeft de afname direct gevolgen voor het aantal plaatsen voor TU-studenten in het buitenland. Slechts 75 uitwisselingsplaatsen kon Van der Kooi meenemen van de jaarlijkse conferentie (‘ruilbeurs’) van Iaeste, medio januari in Athene.
Zij wijt de ‘schrikbarende daling’ aan de economische recessie in 1992, waardoor veel bedrijven in de EU en Noord-Amerika personeel moesten ontslaan en dus geen stagairs aannamen. Een Nederlands bedrijf moet een stage lopende buitenlander altijd nog zo’n elfhonderd gulden betalen; een stagevergoeding voor een ‘binnenlandse’ student ligt rond de vierhonderd gulden. ,,En die heeft vaak een stuk minder begeleiding nodig”, stelt Van der Kooi.
Verder verloor Iaeste Nederland veel stage-gevers doordat grote bedrijven als Philips, DSM, en Shell tegenwoordig hun eigen stages regelen ,,niet in de laatste plaats door het gebrekkig functioneren van het Iaeste, cq. HTSP-kantoor”, schrijft Van der Kooi. Daarnaast is er de concurrentie van EU-programmas als Comett en Erasmus, en natuurlijk worden veel stages via informele contacten tussen hoogleraren geregeld.
Van der Kooi hoopt komende tijd, door op de thuismarkt meer plaatsen te werven voor buitenlanders, ‘automatisch’ meer TU-studenten over de grenzen te kunnen sturen. Om die kerntaak te kunnen doen, hoopt zij op administratieve steun. Of er aan de TU nog iets gaat gebeuren om het gemis van de centrale bijdrage van een ton voor de komst van buitenlanders goed te maken, is onduidelijk. (B.B.)
De dekanen maken bezwaar nu het college van bestuur in de begroting 1995 een ‘centraal’ bedrag van een ton voor Iaeste-stageplaatsen heeft geschrapt. Faculteiten worden geacht zelf stageplaatsen te subsidiëren. De dekaan van Scheikunde vindt de korting niet in overeenstemming met het beleid om meer internationale contacten aan te gaan. Stagebemiddelaar Iaeste bevindt zich ondertussen in een diep dal.
De TU had ooit een volwassen bureau voor de International Association for the Exchange of Students for Technical Experience (Iaeste) in huis. Aan een gevel aan de Rotterdamseweg prijkt nog steeds het naambordje, maar de enige plek waar een student een Iaeste-vertegenwoordiger kan aantreffen is bij het Studentenadviesbureau, aan de Julianalaan.
Terwijl in betere tijden 3,2 volledige arbeidsplaatsen voor de stagebemiddeling voor de drie TU’s waren ingeschakeld, doet sinds september drs. E. van der Kooi in een halve week al het werk als nationaal secretaris voor Iaeste Nederland. Incidenteel krijgt zij administratieve hulp.
Nederland was in 1948 een van de founding members van Iaeste, dat nu in 65 landen kantoren heeft. De TU, die het nationale bureau onder haar hoede had, besloot in 1992 de administratie (het bijhouden van visa, vergunningen, stagevergoedingen) te privatiseren en in handen te geven van het bureau HTSP (Holland Training Service Project). Echter, ‘het niveau van de dienstverlening’ liet te wensen over, zodat Van der Kooi sinds vorig jaar het papierwerk weer op haar bureau heeft. Haar kerntaak, werving van stageplaatsen en contacten onderhouden met bedrijven, komt daardoor ernstig in het gedrang.
De cijfers over uitgewisselde stagiairs geven een weinig florissant beeld. Konden in 1991 nog 177 buitenlandse studenten in Nederland stage lopen, in 1994 kwamen er 102 studenten. Omdat Iaeste werkt op basis van wederkerigheid – voor elke buitenlander die naar Nederland komt, kan een Nederlandse stagiar naar een buitenland – heeft de afname direct gevolgen voor het aantal plaatsen voor TU-studenten in het buitenland. Slechts 75 uitwisselingsplaatsen kon Van der Kooi meenemen van de jaarlijkse conferentie (‘ruilbeurs’) van Iaeste, medio januari in Athene.
Zij wijt de ‘schrikbarende daling’ aan de economische recessie in 1992, waardoor veel bedrijven in de EU en Noord-Amerika personeel moesten ontslaan en dus geen stagairs aannamen. Een Nederlands bedrijf moet een stage lopende buitenlander altijd nog zo’n elfhonderd gulden betalen; een stagevergoeding voor een ‘binnenlandse’ student ligt rond de vierhonderd gulden. ,,En die heeft vaak een stuk minder begeleiding nodig”, stelt Van der Kooi.
Verder verloor Iaeste Nederland veel stage-gevers doordat grote bedrijven als Philips, DSM, en Shell tegenwoordig hun eigen stages regelen ,,niet in de laatste plaats door het gebrekkig functioneren van het Iaeste, cq. HTSP-kantoor”, schrijft Van der Kooi. Daarnaast is er de concurrentie van EU-programmas als Comett en Erasmus, en natuurlijk worden veel stages via informele contacten tussen hoogleraren geregeld.
Van der Kooi hoopt komende tijd, door op de thuismarkt meer plaatsen te werven voor buitenlanders, ‘automatisch’ meer TU-studenten over de grenzen te kunnen sturen. Om die kerntaak te kunnen doen, hoopt zij op administratieve steun. Of er aan de TU nog iets gaat gebeuren om het gemis van de centrale bijdrage van een ton voor de komst van buitenlanders goed te maken, is onduidelijk. (B.B.)
Comments are closed.