Opinie

Duurzaamheid en ontwikkeling niet van elkaar te scheiden

De TU heeft een nieuw Instellingsplan, voor de periode 1996-1999. De Werkgroep Internationaal van de VSSD las het door en werd een beetje droevig. ‘Duurzame ontwikkeling’ en ‘internationalisering’ worden in dit beleidsstuk als losstaande zaken beschouwd.

br />
Het gescheiden hanteren van deze twee sleutelbegrippen blijkt uit het feit dat de TU het opnemen van ‘duurzame ontwikkeling’ in de nieuwe (vijfjarige) curricula, met het daarbij horende onderzoek, in de eerste helft van de planperiode voorziet, en ‘internationalisering’ pas daarna. Bovendien ontbreekt het begrip ‘ontwikkelingssamenwerking’ in het geheel.

Duurzame ontwikkeling is als begrip nog in ontwikkeling, en de rol die de techniek daar precies in speelt zal nog duidelijk moeten worden. Het verband staat weliswaar in de definitie van duurzame ontwikkeling in het Brundtlandt-rapport, maar het lijkt wel alsof een het tweede deel van de definitie telkens weer vergeten wordt. Die definitie is echter toch heel duidelijk:

,,Sustainable development is development that meets the needs of the present without compromising the ability of future generations to meet their own needs. It contains within two key concepts:

– the concept of ‘needs’, in particular the essential needs of the world’s poor, to which overriding priority should be given; and

– the idea of limitations imposed by the state of technology and social organisation on the environment’s ability to meet present and future needs.”
Eigenbelang

Het mag verwacht worden dat met name de universiteiten daar zorgvuldig mee omgaan. Zo ook de TU Delft, want de technologie vervult binnen die duurzame ontwikkeling een belangrijke rol. Er zal een ‘nieuw technologisch denken’ ontwikkeld moeten worden, waarin ontwikkelingssamenwerking en een meer internationaal gericht beleid een eigen plaats vindt. Solidariteit met probleemgebieden is niet meer een gewetensuiting, maar een logische en zelfs uiterst rationele noodzaak. Solidariteit is nodig, uit eigenbelang.

Wat is eigenbelang? Technologie heeft de wereld als het ware steeds kleiner gemaakt. En mensen raken betrokken bij gebeurtenissen die mijlen ver plaatsvinden. Dit maakt het vraagstuk van maatschappelijk engagement een stuk moeilijker. De TU heeft naast haar maatschappelijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de Nederlandse samenleving ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid naar de mondiale samenleving. En vice versa. We hebben elkaar nodig, alleen lukt het niet, daar komt het eigenlijk op neer. Op de TU lijkt dit nog niet doorgedrongen te zijn, zoals blijkt uit het Instellingsplan.

Toch gloorde er enige hoop aan de horizon. Studentenpartij Aagheeft als reactie op het nieuwe Instellingsplan een rapportje gepubliceerd. ,,Daadwerkelijk engagement” heet het. De Aag is de progressieve studentenfractie in de universiteitsraad en pretendeert het beleid te beïnvloeden met meningsvorming die is gebaseerd op een lange-termijnvisie. Uit dit soort rapportjes is die visie wat eenvoudiger af te leiden dan uit datgene wat de Aag doet in de universiteitsraad. Tot mijn genoegen bleek die lange- termijn visie inderdaad wel enigszins te bestaan.
‘Anders’?

Toch besloop mij na het lezen, net als bij het Instellingsplan, weer dat meewarige, tikkie droevige, gevoel. Ook hier worden ‘duurzame ontwikkeling’ en ‘ontwikkelingssamenwerking’ los van elkaar gezien. Er wordt slechts gepleit voor méér van hetzelfde. Maar wat dachten de Aag van: ‘anders’?

Met ‘anders’ bedoel ik dat de technologieontwikkeling een ander gezicht moet krijgen. Zo zal men, indien de TU zich meer op de ontwikkelingslanden gaat richten, meer rekening moeten houden met bijvoorbeeld de enorme cultuurverschillen. Als je tenminste met behulp van de technologie een stapje dichter bij een duurzame mondiale samenleving wilt komen. Alleen op deze manier kan de TU verschil uitmaken.

(De auteur is secretaris van de VSSD en lid van de Werkgroep Internationaal van de VSSD)

De TU heeft een nieuw Instellingsplan, voor de periode 1996-1999. De Werkgroep Internationaal van de VSSD las het door en werd een beetje droevig. ‘Duurzame ontwikkeling’ en ‘internationalisering’ worden in dit beleidsstuk als losstaande zaken beschouwd.

Het gescheiden hanteren van deze twee sleutelbegrippen blijkt uit het feit dat de TU het opnemen van ‘duurzame ontwikkeling’ in de nieuwe (vijfjarige) curricula, met het daarbij horende onderzoek, in de eerste helft van de planperiode voorziet, en ‘internationalisering’ pas daarna. Bovendien ontbreekt het begrip ‘ontwikkelingssamenwerking’ in het geheel.

Duurzame ontwikkeling is als begrip nog in ontwikkeling, en de rol die de techniek daar precies in speelt zal nog duidelijk moeten worden. Het verband staat weliswaar in de definitie van duurzame ontwikkeling in het Brundtlandt-rapport, maar het lijkt wel alsof een het tweede deel van de definitie telkens weer vergeten wordt. Die definitie is echter toch heel duidelijk:

,,Sustainable development is development that meets the needs of the present without compromising the ability of future generations to meet their own needs. It contains within two key concepts:

– the concept of ‘needs’, in particular the essential needs of the world’s poor, to which overriding priority should be given; and

– the idea of limitations imposed by the state of technology and social organisation on the environment’s ability to meet present and future needs.”
Eigenbelang

Het mag verwacht worden dat met name de universiteiten daar zorgvuldig mee omgaan. Zo ook de TU Delft, want de technologie vervult binnen die duurzame ontwikkeling een belangrijke rol. Er zal een ‘nieuw technologisch denken’ ontwikkeld moeten worden, waarin ontwikkelingssamenwerking en een meer internationaal gericht beleid een eigen plaats vindt. Solidariteit met probleemgebieden is niet meer een gewetensuiting, maar een logische en zelfs uiterst rationele noodzaak. Solidariteit is nodig, uit eigenbelang.

Wat is eigenbelang? Technologie heeft de wereld als het ware steeds kleiner gemaakt. En mensen raken betrokken bij gebeurtenissen die mijlen ver plaatsvinden. Dit maakt het vraagstuk van maatschappelijk engagement een stuk moeilijker. De TU heeft naast haar maatschappelijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de Nederlandse samenleving ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid naar de mondiale samenleving. En vice versa. We hebben elkaar nodig, alleen lukt het niet, daar komt het eigenlijk op neer. Op de TU lijkt dit nog niet doorgedrongen te zijn, zoals blijkt uit het Instellingsplan.

Toch gloorde er enige hoop aan de horizon. Studentenpartij Aagheeft als reactie op het nieuwe Instellingsplan een rapportje gepubliceerd. ,,Daadwerkelijk engagement” heet het. De Aag is de progressieve studentenfractie in de universiteitsraad en pretendeert het beleid te beïnvloeden met meningsvorming die is gebaseerd op een lange-termijnvisie. Uit dit soort rapportjes is die visie wat eenvoudiger af te leiden dan uit datgene wat de Aag doet in de universiteitsraad. Tot mijn genoegen bleek die lange- termijn visie inderdaad wel enigszins te bestaan.
‘Anders’?

Toch besloop mij na het lezen, net als bij het Instellingsplan, weer dat meewarige, tikkie droevige, gevoel. Ook hier worden ‘duurzame ontwikkeling’ en ‘ontwikkelingssamenwerking’ los van elkaar gezien. Er wordt slechts gepleit voor méér van hetzelfde. Maar wat dachten de Aag van: ‘anders’?

Met ‘anders’ bedoel ik dat de technologieontwikkeling een ander gezicht moet krijgen. Zo zal men, indien de TU zich meer op de ontwikkelingslanden gaat richten, meer rekening moeten houden met bijvoorbeeld de enorme cultuurverschillen. Als je tenminste met behulp van de technologie een stapje dichter bij een duurzame mondiale samenleving wilt komen. Alleen op deze manier kan de TU verschil uitmaken.

(De auteur is secretaris van de VSSD en lid van de Werkgroep Internationaal van de VSSD)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.