Wetenschap

Fokker Friendship

Met grote overmacht ging de Fokker F27 Friendship met de titel ‘beste Nederlandse design’ aan de haal. De concurrentie leek moordend. De stralende zonnebloemen op het bankbiljet van vijftig gulden, de overzichtelijke ANWB-paddestoel en de Rietveld-stoel.

De wedstrijd was opgezet door NRC Handelsblad en de Premsela-stichting. Allen dongen ze mee naar de prestigieuze titel van beste design. Maar uiteindelijk veegde de Fokker F27 de vloer aan met de concurrentie. Een vierde van de stemmen ging naar het vliegtuig. Een terechte overwinning?

“Ik denk van wel”, zegt oud-hoogleraar ir. Ed Obert desgevraagd. Hij werkte vanaf 1964 tot aan het faillissement in 1996 voor Fokker. En hij was deeltijdhoogleraar bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. “De Friendship is een heel mooi vliegtuig, met prachtige slanke vleugels. Maar het is vooral terecht omdat het vliegtuig vernieuwend was na de oorlog.”

Technisch is de Friendship een hoogstandje voor die tijd (1955), benadrukt Obert trots. “Het vliegtuig had een schroefturbine (straalmotor met propellers .red.), in plaats van de veel minder efficiënte zuigermotor, die daarvoor werd gebruikt. Daarnaast maakte Fokker gebruik van gelijmde verbindingen en werd niet geklonken. Het toestel ging daarom langer mee en werd veel aërodynamischer. Vandaag de dag vliegen nog Friendships uit 1958.”

Dat Fokker betrekkelijk snel na de oorlog met dit toestel kwam, verbaasde vriend en vijand. “Tijdens de oorlog draaide de Engelse, Amerikaanse en Duitse vliegtuigtechnologie op volle toeren”, zegt Obert. “De Fokkerfabriek moest onderdelen leveren aan Duitsland. Dat ondanks deze achterstand een relatief klein bedrijf in Nederland op deze manier een vliegtuig kon maken, was revolutionair.”

Waar een winnaar is, zijn ook veel verliezers. De buisstoel van Mart Stam eindigde in de middenmoot. Architectuur- en designhistoricus Dr. Otakar Ma’čel van Bouwkunde nam het in NRC Handelsblad op voor de buisstoel.

Dat de buisstoel uit 1927, zonder achterpoten, niet de eerste prijs zou pakken, had hij wel verwacht. “De stoel is zo vanzelfsprekend geworden, we zijn er zo aan gewend, dat niemand de stoel meer bijzonder vindt. Maar dat was hij in 1927 wel. Er is geen enkel ander ontwerp dat zo duidelijk de nieuwe geest uit die tijd weergeeft. Het is functionalistisch design met een hoofdletter F. Je zit in de lucht, met hout was het niet mogelijk om dat te maken, alleen met de nieuwe grijze buizen. Deze stoel belichaamt de nieuwe industriële mogelijkheden.”

Esthetisch is Ma’čel niet helemaal te spreken over de stoel. “Het is een onaanzienlijk ontwerp. Door de wijde verspreiding is de buisstoel ordinair geworden. En echt lekker zit de originele stoel uit 1927 ook niet. Stam maakte de leuning in een rechte hoek van negentig graden, maar niemand zit rechtop in een stoel. Toch had ik op de stoel willen stemmen, maar door alle drukte ben ik het volkomen vergeten.” (RV)

De concurrentie leek moordend. De stralende zonnebloemen op het bankbiljet van vijftig gulden, de overzichtelijke ANWB-paddestoel en de Rietveld-stoel. De wedstrijd was opgezet door NRC Handelsblad en de Premsela-stichting. Allen dongen ze mee naar de prestigieuze titel van beste design. Maar uiteindelijk veegde de Fokker F27 de vloer aan met de concurrentie. Een vierde van de stemmen ging naar het vliegtuig. Een terechte overwinning?

“Ik denk van wel”, zegt oud-hoogleraar ir. Ed Obert desgevraagd. Hij werkte vanaf 1964 tot aan het faillissement in 1996 voor Fokker. En hij was deeltijdhoogleraar bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. “De Friendship is een heel mooi vliegtuig, met prachtige slanke vleugels. Maar het is vooral terecht omdat het vliegtuig vernieuwend was na de oorlog.”

Technisch is de Friendship een hoogstandje voor die tijd (1955), benadrukt Obert trots. “Het vliegtuig had een schroefturbine (straalmotor met propellers .red.), in plaats van de veel minder efficiënte zuigermotor, die daarvoor werd gebruikt. Daarnaast maakte Fokker gebruik van gelijmde verbindingen en werd niet geklonken. Het toestel ging daarom langer mee en werd veel aërodynamischer. Vandaag de dag vliegen nog Friendships uit 1958.”

Dat Fokker betrekkelijk snel na de oorlog met dit toestel kwam, verbaasde vriend en vijand. “Tijdens de oorlog draaide de Engelse, Amerikaanse en Duitse vliegtuigtechnologie op volle toeren”, zegt Obert. “De Fokkerfabriek moest onderdelen leveren aan Duitsland. Dat ondanks deze achterstand een relatief klein bedrijf in Nederland op deze manier een vliegtuig kon maken, was revolutionair.”

Waar een winnaar is, zijn ook veel verliezers. De buisstoel van Mart Stam eindigde in de middenmoot. Architectuur- en designhistoricus Dr. Otakar Ma’čel van Bouwkunde nam het in NRC Handelsblad op voor de buisstoel.

Dat de buisstoel uit 1927, zonder achterpoten, niet de eerste prijs zou pakken, had hij wel verwacht. “De stoel is zo vanzelfsprekend geworden, we zijn er zo aan gewend, dat niemand de stoel meer bijzonder vindt. Maar dat was hij in 1927 wel. Er is geen enkel ander ontwerp dat zo duidelijk de nieuwe geest uit die tijd weergeeft. Het is functionalistisch design met een hoofdletter F. Je zit in de lucht, met hout was het niet mogelijk om dat te maken, alleen met de nieuwe grijze buizen. Deze stoel belichaamt de nieuwe industriële mogelijkheden.”

Esthetisch is Ma’čel niet helemaal te spreken over de stoel. “Het is een onaanzienlijk ontwerp. Door de wijde verspreiding is de buisstoel ordinair geworden. En echt lekker zit de originele stoel uit 1927 ook niet. Stam maakte de leuning in een rechte hoek van negentig graden, maar niemand zit rechtop in een stoel. Toch had ik op de stoel willen stemmen, maar door alle drukte ben ik het volkomen vergeten.” (RV)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.