Buiten de campus
Interview: Volkert van der Wijk

Universitair docent verruilde academische aanstelling voor bestaan als fulltime kunstenaar

Het is een baan waar sommigen een moord voor zouden doen: universitair docent aan de TU Delft. Toch verruilde Volkert van der Wijk die felbegeerde functie voor het kunstenaarschap. Spijt van zijn keuze heeft hij niet. “Ik heb nu meer tijd voor kunst én wetenschap.”

Kunstenaar Volkert van der Wijk heeft een atelier in Delft, op steenworp afstand van de campus. (Foto: Sam Rentmeester)

 Volkert van der Wijk – wiens werken de komende twee weken te zien zijn op kunsttentoonstelling Kunstschouw in Zeeland – maakt vernuftige kinetische sculpturen. Mensachtige figuren bijvoorbeeld die de zeggingskracht van wanhoop, intimiteit en andere menselijke emoties in hun beweging herbergen. En kunstwerken geïnspireerd op balans. Dat is geen toeval. Want naar dit laatste onderwerp – of om preciezer te zijn: dynamische balans van snel bewegende robotica – deed hij jarenlang onderzoek. “Kunst en wetenschap gaan bij mij hand in hand”, vertelt hij.

Sterker nog, dankzij zijn studententijd aan de TU Delft, waar hij werktuigbouwkunde studeerde, leerde hij iemand kennen die cruciaal werd voor zijn loopbaan als kunstenaar: journalist en schrijver Henk Hofland. De inmiddels overleden Hofland werd mentor, inspiratiebron én vriend voor Van der Wijk. “Toen ik aan de TU Delft studeerde, was Hofland gastschrijver aan de universiteit en in dat kader ging hij masterclasses geven geïnspireerd op de Zwitserse schilder en beeldbouwer Jean Tiguely. Daar móest ik bij zijn, want op dat moment maakte ik net als Tiguely kunst van gevonden voorwerpen.” Hofland ging samen met de Delftse studenten werken aan een kunstwerk in de stijl van Tiguely en geïnspireerd op de mythologie van Sisyphus, die tot het einde der tijden een rotsblok tegen een berg moest duwen. “Als studenten kregen we de opdracht een machine te ontwerpen die tot in het einde der tijden een steen kon optillen en weer in het water laten plonzen. Hofland noemde het een Sisyphus-machine.”

Van der Wijk met één van zijn creaties. (Foto: Sam Rentmeester)

Wereld ging open

Tijdens de masterclasses voelden Van der Wijk en Hofland ondanks hun flinke leeftijdsverschil al gauw dat ze een klik hadden. “Ik kan het niet precies omschrijven maar de manier waarop we dachten, hoe we naar de wereld kijken en hoe we in het leven stonden was hetzelfde. Hij belde mij zo nu en dan om te sparren voor columns. Ik vroeg hem weer om mee te denken over kunstwerken waar ik mee bezig was.” Hofland bleek ook een springplank voor Van der Wijks carrière als kunstenaar. “Hij trok me mee zijn netwerk in. Vroeger dacht ik: ‘ik maak kunstwerken en dat doe ik voor mezelf.’ Dankzij Hofland leerde ik dat er een publiek is dat daadwerkelijk geïnteresseerd was in wat ik maakte. En dat ik op die manier zelfs mijn brood kon verdienen. Hij heeft mijn wereld geopend als het ware.”

Deze bewegende sculptuur, Anemone Magnifica, is tot 1 september te zien in Burgh. (Foto: Volkert van der Wijk)

Het overlijden van Henk Hofland in 2016 luidde voor Van der Wijk een moeilijke periode in, zowel als kunstenaar als persoon. “Het voelde opeens alsof er een belangrijk familielid was weggevallen. Hij was een soort opafiguur voor me. En dan was er nog diezelfde manier van denken die we deelden. Je komt in je leven niet zoveel mensen tegen met wie je dat hebt. Wanneer ik in de periode na zijn dood behoefte had om te sparren over mijn ideeën, wilde ik hem bellen. Om vervolgens te bedenken dat dat niet meer kon. Als kunstenaar voelde ik daardoor een enorme leegte. Opeens moet je het zelf doen.”

Kleine en grote versie

De Sisyphus-machine, waar de twee vrienden nog steeds aan werkten, kwam pas af na de dood van Hofland. “Heel jammer dat hij dat niet meer heeft kunnen zien.” Eén van de grootste uitdagingen bij het maken van de machine, die inmiddels Taaie Tiller was gaan heten, was de aandrijving: hoe konden ze een machine lange tijd laten bewegen zonder motorische aandrijving te gebruiken? Tijdens zijn masterstudie aan de TU Delft bedacht Van der Wijk een manier om dit voor elkaar te krijgen. Hij combineerde het Wattmechanisme – een vierstangenmechanisme van James Watt die de Industriële Revolutie inluidde –  als hef- en grijpmechaniek met bakken met water als variabele massa’s om zo de dode punten van diens constructie te ontwijken. De Taaie Tiller kreeg een kleine versie read-more-closed in de vijver van de TU Twente en Van der Wijk schreef er meerdere wetenschappelijke publicaties over. “Wanneer ik mijn blik als kunstenaar combineer met die als wetenschapper ga ik anders naar dingen kijken en kom ik steeds opnieuw op nieuwe principes.”

Op zijn promoveren volgde een postdoc in Londen waarna hij in 2016 universitair docent aan de TU Delft werd. Hij had het jaar daarvoor een Veni-beurs toegekend gekregen. “Het voelde alsof ik mijn wetenschappelijke carrière in mijn schoot geworpen kreeg. Opeens had ik iets waar anderen een moord voor doen.” Toch ging het wringen. “Als promovendus en postdoc deed ik fulltime onderzoek, maar kon ik mijn agenda helemaal zelf invullen. Als universitair docent stopte die vrijheid. Ik kreeg te maken met bureaucratie en massaonderwijs. Dat slokte al mijn tijd op, terwijl ik al zestig uur per week werkte. Toen ik er met collega’s over sprak kwamen we al snel tot de ontdekking dat we wetenschap alleen in onze onbetaalde vrije tijd bedreven.”

Aan het werk in zijn atelier. (Foto: Sam Rentmeester)

Top van vakgebied

Voor zijn gevoel was Van der Wijk alleen nog maar ‘lijstjes aan het afwerken van bureaucratische taken’. Aan wetenschap kwam hij niet meer voldoende toe, laat staan aan zijn kunst. Steeds vaker diende de vraag zich aan: wat als ik níet aan de TU zou werken? Toen zijn eerste kind in aantocht was, besloot hij te stoppen als universitair docent. Een makkelijke keuze was het niet, maar hij staat er nog steeds achter. “Ik ben nu nog aan de universiteit verbonden als gastonderzoeker waardoor ik nog steeds uit naam van de TU Delft wetenschap mag bedrijven. En doordat alle bureaucratie- en onderwijstaken zijn weggevallen, heb ik opeens meer tijd voor zowel kunst als wetenschap. Toen ik net aan mijn universitair docentschap begon, zat ik in de wetenschappelijke top van mijn vakgebied, maar daarna gleed ik voor mijn gevoel af. En nu is mijn wetenschappelijke niveau weer omhoog.” Van der Wijk heeft veel contact met wetenschappelijke collega’s en wanneer hij voor zijn bewegende kunstwerken nieuwe mechanieken bedenkt, schrijft hij erover in wetenschappelijke tijdschriften.

Het kunstwerk ‘Knuffel’. (Foto: Sam Rentmeester)

Door te stoppen als universitair docent, gaf hij ook zijn vaste inkomen op. Zijn inkomsten moet hij nu volledig uit zijn kunst halen. “Voor een deel komt dat op hetzelfde neer als toen ik nog wetenschapper was. Ik schrijf fondsen aan in de hoop dat ze mij een beurs toekennen. Maar ik moet ook andere manieren verzinnen om rond te komen.” Voor Van der Wijk vormt dat ‘een leuke uitdaging’. Hij moet ‘opeens op een heel andere manier nadenken’. Zo verzint hij – naast het verkopen van zijn metershoge sculpturen – manieren om zijn kunstwerken op kleine schaal en seriematig uit te geven. En hij hoopt geld te verdienen met het geven van lezingen, ‘bijvoorbeeld over kunst en ethiek’.

Reactie van publiek

Het mooiste vindt Van der Wijk wanneer zijn kinetische kunst precies díe beweging creëert die interactie tussen kijker en sculptuur oproept. Neem zijn bronzen sculptuur ‘Knuffel’ waarbij twee piramidevormen in de ene stand aantrekkingskracht uitbeelden en in de andere stand de intimiteit van een omhelzing. “Op een Leidse tentoonstelling kreeg ik te horen hoe indrukwekkend het was dat zulk koud en zwaar materiaal als brons zoveel kwetsbaarheid en warmte uitstraalt. Daar doe ik het voor”, vertelt hij.

De komende weken krijgen de kunstwerken van Van der Wijk volop de kans om reacties te ontlokken bij kijkers. Zijn sculpturen zijn namelijk te zien op de Kunstschouw, een tiendaagse tentoonstelling waarbij op tientallen plekken op het Zeelandse eiland Schouwen-Duiveland allerlei kunstwerken te zien zijn. Van der Wijk: “Ik ben nu al benieuwd naar de reacties van het publiek.”

    • De sculpturen van Van der Wijk zijn de komende twee weken te zien op de Kunstschouw, in Schouwen-Duiveland. Zijn Anemone Magnifica – die eerder was te zien op het Highlight Festival in Delft – staat bij het kerkje in Burgh. Zijn andere werken staan op landgoed Prinsenhoeve in Renesse. De Kunstschouw duurt van zaterdag 15 juni tot zondag 23 juni. Anemone Magnifica blijft ook na de tentoonstelling in Burgh staan en is daar te zien tot 1 september.

TU Delft-alumnus Volkert van der Wijk rondde in 2008 zijn master werktuigbouwkunde cum laude af. Na zijn master promoveerde hij aan de TU Twente op dynamische balans van snel bewegende robotica en met een Vedi-beurs op zak, keerde hij weer terug naar Delft. Zijn kunst was de afgelopen jaren te zien op tentoonstellingen als de Kunstroute in Leiden en het Delft Highlight Festival. Naast een Delftse bachelor, rondde hij een bachelor kunstgeschiedenis af aan de Universiteit Leiden. Zo nu en dan duikt Van der Wijk op in de vlogs van YouTuber Mastermilo.

Nieuwsredacteur Annebelle de Bruijn

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

a.m.debruijn@tudelft.nl

Comments are closed.