Campus

Zweverige prof met futuristische plannen

Elk volk heeft iemand nodig die weet hoe de toekomst er uit ziet. Een visionair die door de alledaagse chaos heen een betere wereld ziet en onvermoeibaar zijn ideeën blijft verkondigen.

Sinds prof.dr. Wubbo Ockels in 1985 terugkeerde op Aarde is er één vraag die hem bezighoudt: “Waarom kan het eigenlijk niet beter?”

Wanden zijn behangen met oorkondes en diploma’s. Kasten staan vol met modelletjes van raketten en ruimtestations. Een Nuna-pak hangt gebroederlijk naast een ruimtepak. Ockels glimlacht. “Ik ga koffie halen, jullie ook wat?”

Van jongs af aan is Ockels al een nieuwsgierig baasje. Zijn carriÈre als multidisciplinair liep via een opstapje in de kernfysica naar de ESA-astronautenopleiding. Hier liep hij anderhalf jaar lang allerhande ziekenhuizen en laboratoria plat om 76 verschillende experimenten in een week ruimtetijd te kunnen uitvoeren. “Trainen, noemen ze dat in de ruimtevaart.”

Ockels kwam terug met de kracht van de getuige. “De omtrek van de aarde is 40 duizend kilometer. Dat wist ik al, maar als je daar in anderhalf uur omheen vliegt is dat toch anders.” Na zijn terugkomst zette Ockels verschillende projecten op om jonge mensen te fascineren en mobiliseren. Na vijftien jaar ruimtevaart in de Noordwijkse duinen zag Ockels nieuwe uitdagingen. “Geef me morgen een maanprogramma, anders ga ik iets anders doen.”

Hij besloot in te gaan op een aanbod van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Onder de naam aerospace sustainable engineering and technology, flitsend afgekort tot Asset, begon hij aan zijn nieuwe taak. Het gaat om gevoel voor efficiëntie en conceptueel denken. “Ik wil specifieke dingen ontwikkelen, echte projecten. Niet vergaderen, maar doen.” Het traditionele ingenieursmotto van optimalisatie veegt hij van tafel. “Vergeet het verleden, weet wel wat nu technisch mogelijk is.”

Voor de gewone down-to-earth-techneut zijn Ockels’ projecten nogal futuristisch. Zo werkt Ockels met zijn groep aan laddermolens om energie op te wekken, afstandbestuurbare vliegers om schepen voort te trekken en een superbus. “De superbus is een bus voor twintig tot veertig personen die super is. Elektrisch, aërodynamisch, snel en lichtgewicht.” Het ding, dat dankzij sensoren met driehonderd kilometer per uur over de gewone weg kan rijden, houdt qua design voorlopig het midden tussen een spaceshuttle en een opblaasbaar speelgoedvliegtuigje. Als het aan Ockels ligt, rijdt er binnenkort niemand meer met de trein. Hij wil zo snel mogelijk beginnen met de uitvoering. “Dat is sprankelend, dat is leuk, daar heb je gewoon zin in.”

Dat alles minder sciencefictionachtig is dan het lijkt, blijkt uit het succesvolle Nuna-project. Toen Ockels gevraagd werd het project te trekken was zijn reactie simpel. “Alleen als we winnen.” Ondertussen heeft Ockels vanuit het Nasa-achtige controlecentrum in de volgauto twee overwinningen meegemaakt. “Werelds”, sprak de astronaut.

Stan en Sander

Wubbo Ockels (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Elk volk heeft iemand nodig die weet hoe de toekomst er uit ziet. Een visionair die door de alledaagse chaos heen een betere wereld ziet en onvermoeibaar zijn ideeën blijft verkondigen. Sinds prof.dr. Wubbo Ockels in 1985 terugkeerde op Aarde is er één vraag die hem bezighoudt: “Waarom kan het eigenlijk niet beter?”

Wanden zijn behangen met oorkondes en diploma’s. Kasten staan vol met modelletjes van raketten en ruimtestations. Een Nuna-pak hangt gebroederlijk naast een ruimtepak. Ockels glimlacht. “Ik ga koffie halen, jullie ook wat?”

Van jongs af aan is Ockels al een nieuwsgierig baasje. Zijn carriÈre als multidisciplinair liep via een opstapje in de kernfysica naar de ESA-astronautenopleiding. Hier liep hij anderhalf jaar lang allerhande ziekenhuizen en laboratoria plat om 76 verschillende experimenten in een week ruimtetijd te kunnen uitvoeren. “Trainen, noemen ze dat in de ruimtevaart.”

Ockels kwam terug met de kracht van de getuige. “De omtrek van de aarde is 40 duizend kilometer. Dat wist ik al, maar als je daar in anderhalf uur omheen vliegt is dat toch anders.” Na zijn terugkomst zette Ockels verschillende projecten op om jonge mensen te fascineren en mobiliseren. Na vijftien jaar ruimtevaart in de Noordwijkse duinen zag Ockels nieuwe uitdagingen. “Geef me morgen een maanprogramma, anders ga ik iets anders doen.”

Hij besloot in te gaan op een aanbod van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Onder de naam aerospace sustainable engineering and technology, flitsend afgekort tot Asset, begon hij aan zijn nieuwe taak. Het gaat om gevoel voor efficiëntie en conceptueel denken. “Ik wil specifieke dingen ontwikkelen, echte projecten. Niet vergaderen, maar doen.” Het traditionele ingenieursmotto van optimalisatie veegt hij van tafel. “Vergeet het verleden, weet wel wat nu technisch mogelijk is.”

Voor de gewone down-to-earth-techneut zijn Ockels’ projecten nogal futuristisch. Zo werkt Ockels met zijn groep aan laddermolens om energie op te wekken, afstandbestuurbare vliegers om schepen voort te trekken en een superbus. “De superbus is een bus voor twintig tot veertig personen die super is. Elektrisch, aërodynamisch, snel en lichtgewicht.” Het ding, dat dankzij sensoren met driehonderd kilometer per uur over de gewone weg kan rijden, houdt qua design voorlopig het midden tussen een spaceshuttle en een opblaasbaar speelgoedvliegtuigje. Als het aan Ockels ligt, rijdt er binnenkort niemand meer met de trein. Hij wil zo snel mogelijk beginnen met de uitvoering. “Dat is sprankelend, dat is leuk, daar heb je gewoon zin in.”

Dat alles minder sciencefictionachtig is dan het lijkt, blijkt uit het succesvolle Nuna-project. Toen Ockels gevraagd werd het project te trekken was zijn reactie simpel. “Alleen als we winnen.” Ondertussen heeft Ockels vanuit het Nasa-achtige controlecentrum in de volgauto twee overwinningen meegemaakt. “Werelds”, sprak de astronaut.

Stan en Sander

Wubbo Ockels (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.