wetenschappelijke gemeenschap gaat voortvarend om met de fraude van voormalig hoogleraar Diederik Stapel, vindt staatssecretaris Zijlstra. Dat schrijft hij vandaag aan de Tweede Kamer.
De PvdA wilde graag weten hoe Zijlstra over de kwestie rond de frauderende ex-hoogleraar Diederik Stapel dacht en stelde schriftelijke vragen: heeft de gedragscode van wetenschappers in zijn ogen gefaald?
Daar kan Zijlstra kort over zijn: nee, de gedragscode heeft niet gefaald. “Individuele overtredingen, hoe zwaar ook, duiden niet op een falen van de code. Dit geldt eveneens voor de onlangs aan de orde gekomen fraude van de heer Poldermans.”
Ook vindt hij de werkdruk van wetenschappers geen verklaring voor fraude. “De wil om te presteren en met anderen te concurreren is een heel normaal verschijnsel in de samenleving. Dit geldt niet alleen voor wetenschappers maar ook voor bijvoorbeeld artsen, kunstenaars en topsporters.”
In de wetenschap zorgt concurrentie ervoor dat onderzoeksmiddelen bij de beste wetenschappers terechtkomen, meent Zijlstra. Natuurlijk moeten wetenschappelijke instellingen voor de juiste ‘checks and balances’ zorgen. Maar vertrouwen kan uiteindelijk niet door bureaucratische maatregelen worden vervangen, stelt hij.
Wel onderschrijft hij de opmerking van de PvdA dat de toegang tot vertrouwenspersonen in de wetenschap laagdrempelig zou moeten zijn. In Tilburg moesten promovendi met hun twijfels over Stapel naar de rector magnificus van de universiteit stappen. Dat was geen gemakkelijke beslissing.
Zijlstra verwijst naar de Notitie Wetenschappelijke Integriteit, waarin staat dat vertrouwenspersonen geen lid van het college van bestuur kunnen zijn. Universiteitenvereniging VSNU zal nagaan “of bij alle instellingen aan de voorwaarde van laagdrempeligheid wordt voldaan”, aldus Zijlstra.
Een goede coverband worden en feest maken. Dat beoogden zanger Roy Koers en zijn drummende huisgenoot Eelke Kingma in 2004. Op Virgiel sloten bassist Sven Butteling en gitarist/toetsenist Michiel Schepers zich aan. Met het enige zelf geschreven nummer One Night Stand wonnen ze de Delftse voorronde van het AHC-studentensongfestival. Hun eerste optreden nota bene. Hoogstaand was de tekst niet, erkent Kingma, wel pakkend: ‘woohoo, ik wil niks anders meer, woohoo, we doen het nog een keer.’ “We komen nog steeds mensen tegen die zeggen: o, waren jullie dat?” Met de derde plaats in de landelijke finale was de naam Juicy Rocks gevestigd. De groep, later uitgebreid met zangeres Inge Müller, werd een veelgevraagde act.
Kingma: “Er zijn een boel leuke, rare dingen gebeurd. We speelden ooit op een feestje, met een privétap op het podium. Onze bassist moest halverwege een nummer zo nodig plassen dat hij stopte en naar de wc ging. We speelden gewoon door en maakten het nummer af toen hij terugkwam.”
Pop, rock en swing spelen ze. Counting Crows, Anouk, Robbie Williams, Bløf, Red Hot Chili Peppers, en als extra element dancehits. “Dat verwachten ze niet van een rockband. Zo kun je je eigen karakter aan een optreden geven. Soms ook gooien we een andere stijl tussendoor. Bij So Lonely van The Police spelen we bijvoorbeeld ineens een stukje reggae.”
Ze studeerden af, gingen werken en waaierden uit, maar de band bleef bestaan, tot hun eigen verbazing. Optreden doen ze nu gemiddeld één keer per maand. Als ze tijd hebben studeren ze nieuw materiaal in. “We willen niet steeds dezelfde nummers spelen. Behalve Liquido van Narcotic, die blijft erin. Dan gaat iedereen springen. We oefenen ‘m nooit, daar hebben we geen zin in. Op het podium blijft-ie leuk omdat iedereen zo ontzettend losgaat.”
www.juicyrocks.nl
Comments are closed.