Onderwijs

Zijlstra kaatst deeltijdbal terug

Deeltijdopleidingen worden niet te hard getroffen door de langstudeermaatregel, herhaalt staatssecretaris Zijlstra. Hij kaatst de bal terug naar de universiteiten: die moeten hun onderwijs aanpassen.


Zullen deeltijdstudies in gevaar komen door de langstudeerboete, wilde de PvdA van de staatssecretaris weten. Zijlstra vindt die conclusie “voorbarig”. Deeltijdopleidingen duren meestal niet veel langer dan voltijdopleidingen, merkt hij op. Alleen in het wetenschappelijk onderwijs ligt dat anders.



Maar daar kunnen de universiteiten zelf verandering in brengen, suggereert hij. De wet maakt weliswaar een onderscheid tussen voltijd- en deeltijdopleidingen, maar schrijft niet voor hoe de opleidingen eruit moeten zien: “Onderwijsinstellingen hebben verschillende keuzes gemaakt bij de vormgeving van de deeltijdopleidingen.”



Of hij de mening deelt dat deeltijdopleiding disproportioneel geraakt worden door de langstudeerboete? Natuurlijk niet. “Geen enkel kabinet en geen enkele bewindspersoon zal verdedigen dat beleid en wetgeving disproportionele gevolgen met zich zouden mogen meebrengen. Dat is wat iedereen altijd tracht te voorkomen.”



Hij wijst erop dat hij heeft beloofd de positie van deeltijdstudenten (en de definitie van deeltijdstudenten in de wet) te bestuderen. Mocht hij dan alsnog vinden dat zij te hard getroffen worden, zal hij daarop terugkomen.



In zijn wet op het verhoogde collegegeld voor langstudeerders wil Zijlstra geen uitzondering maken voor deeltijdstudenten, omdat er dan een sluiproute zou ontstaan: reguliere studenten zouden zich als deeltijder kunnen inschrijven om de boete te ontduiken. Bovendien is er in het hbo nauwelijks een verschil in studieduur tussen deeltijd en voltijd.

Miriam Blaauboer leeft voor de TU en voor haar kinderen. “Na een dag werken gaat ze om vijf uur naar haar kinderen, en als die om acht uur op bed liggen werkt ze zo nodig weer verder achter haar laptop”, zegt Mischa van der Haar, commissaris onderwijs van de Vereniging voor Technische Physica (VvTP).
Eén keer nam Blaauboer haar dochtertje van (toen nog) zes jaar mee naar college, maar die vond het na afloop ‘hartstikke stom’. Studenten waarderen Blaauboers openheid over het combineren van haar werk en privéleven.

Tijdens een lezing voor vrouwelijke VvTP’ers verhaalde ze over haar ervaringen als vrouw in de mannenwereld die de fysica is. Door haar ervaringen te delen, is ze een voorbeeld en inspirator voor veel (vrouwelijke) studenten.
Blaauboer doceerde het afgelopen collegejaar klassieke mechanica. Volgens haar studenten op een toegankelijke en begrijpelijke manier: gestructureerd en zeer goed voorbereid. Haar aantekeningen zet ze vóór haar hoorcolleges op blackboard. “Dat geeft je de kans om honderd procent op te letten: Miriam schrijft in no time een bord vol”, weet Van der Haar.
Hoewel aantekeningen dus op blackboard staan, hebben studenten niet de neiging hoorcolleges over te slaan. “Het is juist leuk om naar college te gaan”, zegt Vidar van der Meijden, secretaris bij de VvTP. “Zonder colleges is het vak pittig. Concepten moet je op het bord gezien hebben of er moet eens over gesproken zijn.”

Daar komt bij dat Blaauboer heel enthousiast vertelt over haar vak. “Dat maakt het vak echt leuk”, zegt Van der Haar. “Ze staat echt heel erg haar best te doen om het jou te laten snappen.” En als ze een vraag stelt, zo weet Van der Meijden, kijkt ze je bemoedigend aan in plaats van afwachtend.
Blaauboer weet, kortom, de juiste snaar te raken bij haar studenten. “Als je bij haar zit, wil je opletten”, zegt Van der Haar. “Je moet als student gemotiveerd worden om naar colleges te gaan en om huiswerk te maken.” Blaauboer kan dat.

Na een uur hoorcollege krijgen studenten een uur werkcollege. Wie alle werkcolleges volgt, doorloopt alle 26 oefeningen uit Blaauboers dictaat en heeft daarmee de gehele stof voor een tentamen voorbij zien komen.
Op blackboard heeft Blaauboer een tentamenbundel gezet én de uitwerkingen van de twee laatst gemaakte tentamens. Als extra hulp heeft ze er een quiz aan toegevoegd. “Als je de vragen kunt beantwoorden, kun je je tentamen maken”, zegt Van der Haar.

Wie daarna toch nog vragen heeft, kan gerust bij Blaauboer aankloppen. “Het afgelopen jaar kon je in de week vóór het tentamen elke dag tussen twaalf en één langskomen voor vragen”, zegt Van der Haar. En dat stelt studenten gerust: zo kunnen ze op hun eigen tempo tentamens voorbereiden. 

Wie is Miriam Blaauboer?
39, onderzoeker en docent, theoretische natuurkunde (nanofysica), combinatie ambitie + gezin (getrouwd en 4 kinderen), doel hoogleraar.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.