Campus

‘Zeven stadsprovincies kan het bestuur niet verdragen’

Met de bestuurlijke indeling van Nederland dreigt het de verkeerde kant op te gaan. De geplande vorming van zeven stadsprovincies leidt eerder tot schaalverkleining van bestuur dan tot de beoogde schaalvergroting.

En dat is niet in de lijn van de maatschappelijke ontwikkelingen. Dat betoogde de nieuwe hoogleraar Salet van de faculteit Technische Bestuurskunde in zijn intreerede vorige week vrijdag. Hij ziet liever zes of zeven grote provincies en wil hooguit een uitzondering maken voor Rotterdam en Amsterdam.

Luchthaven Schiphol breidt fors uit. Er worden plannen gesmeed voor meer (Betuwelijn) en sneller (Hoge Snelheids Trein) treinverkeer. Er komen nieuwe autowegen, andere worden verbreed. Kortom de mobiliteit neemt alsmaar toe; ‘noodzakelijk voor de economische groei’. Tegelijkertijd moeten steeds meer mensen worden gehuisvest en moet er plaats zijn voor bedrijfsterreinen. Steden als Den Haag puilen uit en kunnen alleen nog bouwen buiten hun huidige grenzen. Ook bij het aanleggen van de benodigde aan- en afvoerwegen zijn steden afhankelijk van de buren.

Voor de niet meer te stoppen uitbreiding van stedelijke activiteiten is een versterking van samenwerking tussen stad en zijn direkte omgeving zeker noodzakelijk, zegt prof.drs. W. Salet, die vorige week zijn intreerede hield als hoogleraar bestuurskunde. ,,Daartoe zijn nu drie mogelijkheden. De grondigste aanpak is herindeling van gemeenten, wat neerkomt op fuseren. Een hele lichte vorm is de samenwerking intensiveren volgens de wet gemeenschappelijke regeling. Een tussenvorm is de agglomeratievorming.”

Het vorige kabinet ging echter nog een stapje verder en besloot zeven steden – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Arnhem/Nijmegen en Enschede/Hengelo – te laten uitgroeien tot stadsprovincies. Dat vindt Salet ‘overdone’. ,,Dat heeft verregaande consequenties voor het provinciale middenbestuur. Agglomeratievorming in bijvoorbeeld de regio Haaglanden, waartoe ook Delft behoort, levert alleen maar winst op. Het is goed voor woninglokatie, infrastructuur en ruimtelijke ordening. Door de samenwerking een provinciale status te geven, krijg je echter een schaalverkleining van algemeen bestuur. Want er komen te kleine provincies en de bestaande worden uitgekleed door hun kern, de stad, weg te halen.”
Holland

Salet geeft als voorbeeld de provincies Zuid- en Noord-Holland die vorige week lieten weten samen te willen als nieuwe provincie. Maar zonder de steden blijft er volgens de hoogleraar een niet samenhangend geheel over. ,,De gebieden hebben geen gemeenschappelijke verbanden en ze kunnen elkaar niet eens bereiken zonder over vreemd grondgebied te gaan.”

Een ander gevolg zou zijn dat er allerlei aparte functioneleorganisaties moeten komen, als de regering initiatieven wil stimuleren, die nu op provinciaal niveau kunnen worden afgewerkt. ,,Als Delft straks bij de provincie Haaglanden hoort en de regering wil meerwaarde halen uit samenwerking tussen het economische centrum Rotterdam en de kennisstad Delft, dan zal een nieuw orgaan nodig zijn om die samenwerking te stimuleren. De besturen hebben zich immers met de ruggen tegen elkaar genesteld en kijken de andere kant uit.”

,,Dat gaat dan al aardig lijken op de Britse situatie. De enige vorm van lokaal bestuur in Engeland is het district, vergelijkbaar met ons gewest. Alle vraagstukken die dat niveau te boven gaan, worden opgelost via functionele instellingen. Zo is er de regionale economische raad op ons provinciale niveau, met enkel bevoegdheden op economisch terrein. De Raad kan de problemen niet afwegen tegen gevolgen voor verkeer en vervoer of voor milieu. Voor die problematiek zijn weer andere instellingen.

,,Besluitvorming is in de Engelse situatie erg omslachtig, als het gaat om grote uitbreidingsplannen. Want daarbij is het juist van groot belang milieu, verkeer en vervoer en ruimtelijke ordening tegen elkaar af te wegen. En dat kan bij ons de huidige provincie. In verband met de toenemende mobiliteit is het wel verstandig de provincies nog wat uit te breiden, maar zeker niet om nieuwe, kleine provincies te vormen.

,,Bovendien hoort in elke provincie ook de stad, want de provincie is prima in staat de stadsbelangen en milieubelangen tegen elkaar af te wegen en de beste adviezen te geven. Het lijkt me beter dat de belangen van stad en natuur in één bestuurlijke hand worden afgewogen dan dat de belangen tegen elkaar worden afgezet door twee provincietjes.”

Salet geeft als positief voorbeeld de cruciale rol die de provincie Noord-Holland heeft gespeeld bij de uitbreidingsplannen van Schiphol. De provincie heeft daarbij vele plannen bekeken en allerlei opties – zoals de richting van de landingsbaan en de hoeveelheid nachtvluchten – uitgewerkt en doorgerekend, zodat de nadelige effecten van de uitbreiding geminimaliseerd kunnen worden.

In dit land is hooguit ruimte voor twee uitzonderingsposities, meent Salet. Het gaat daarbij om de grote steden Rotterdam en Amsterdam die toch al graag de provincie passeren en rechtstreeks willen onderhandelen met de overheid in Den Haag. ,,Dat kan het bestuur van het land nog wel verdragen. Maar ik zie absoluut niet in waarom nog vijf andere stedelijke gebieden een provinciale status zou moeten krijgen.” (L.v.K.)

Ludo van Klooster


Salet: ,,Er komen te kleine provincies en de bestaande worden uitgekleed door hun kern, de stad, weg te halen”

Met de bestuurlijke indeling van Nederland dreigt het de verkeerde kant op te gaan. De geplande vorming van zeven stadsprovincies leidt eerder tot schaalverkleining van bestuur dan tot de beoogde schaalvergroting. En dat is niet in de lijn van de maatschappelijke ontwikkelingen. Dat betoogde de nieuwe hoogleraar Salet van de faculteit Technische Bestuurskunde in zijn intreerede vorige week vrijdag. Hij ziet liever zes of zeven grote provincies en wil hooguit een uitzondering maken voor Rotterdam en Amsterdam.

Luchthaven Schiphol breidt fors uit. Er worden plannen gesmeed voor meer (Betuwelijn) en sneller (Hoge Snelheids Trein) treinverkeer. Er komen nieuwe autowegen, andere worden verbreed. Kortom de mobiliteit neemt alsmaar toe; ‘noodzakelijk voor de economische groei’. Tegelijkertijd moeten steeds meer mensen worden gehuisvest en moet er plaats zijn voor bedrijfsterreinen. Steden als Den Haag puilen uit en kunnen alleen nog bouwen buiten hun huidige grenzen. Ook bij het aanleggen van de benodigde aan- en afvoerwegen zijn steden afhankelijk van de buren.

Voor de niet meer te stoppen uitbreiding van stedelijke activiteiten is een versterking van samenwerking tussen stad en zijn direkte omgeving zeker noodzakelijk, zegt prof.drs. W. Salet, die vorige week zijn intreerede hield als hoogleraar bestuurskunde. ,,Daartoe zijn nu drie mogelijkheden. De grondigste aanpak is herindeling van gemeenten, wat neerkomt op fuseren. Een hele lichte vorm is de samenwerking intensiveren volgens de wet gemeenschappelijke regeling. Een tussenvorm is de agglomeratievorming.”

Het vorige kabinet ging echter nog een stapje verder en besloot zeven steden – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Arnhem/Nijmegen en Enschede/Hengelo – te laten uitgroeien tot stadsprovincies. Dat vindt Salet ‘overdone’. ,,Dat heeft verregaande consequenties voor het provinciale middenbestuur. Agglomeratievorming in bijvoorbeeld de regio Haaglanden, waartoe ook Delft behoort, levert alleen maar winst op. Het is goed voor woninglokatie, infrastructuur en ruimtelijke ordening. Door de samenwerking een provinciale status te geven, krijg je echter een schaalverkleining van algemeen bestuur. Want er komen te kleine provincies en de bestaande worden uitgekleed door hun kern, de stad, weg te halen.”
Holland

Salet geeft als voorbeeld de provincies Zuid- en Noord-Holland die vorige week lieten weten samen te willen als nieuwe provincie. Maar zonder de steden blijft er volgens de hoogleraar een niet samenhangend geheel over. ,,De gebieden hebben geen gemeenschappelijke verbanden en ze kunnen elkaar niet eens bereiken zonder over vreemd grondgebied te gaan.”

Een ander gevolg zou zijn dat er allerlei aparte functioneleorganisaties moeten komen, als de regering initiatieven wil stimuleren, die nu op provinciaal niveau kunnen worden afgewerkt. ,,Als Delft straks bij de provincie Haaglanden hoort en de regering wil meerwaarde halen uit samenwerking tussen het economische centrum Rotterdam en de kennisstad Delft, dan zal een nieuw orgaan nodig zijn om die samenwerking te stimuleren. De besturen hebben zich immers met de ruggen tegen elkaar genesteld en kijken de andere kant uit.”

,,Dat gaat dan al aardig lijken op de Britse situatie. De enige vorm van lokaal bestuur in Engeland is het district, vergelijkbaar met ons gewest. Alle vraagstukken die dat niveau te boven gaan, worden opgelost via functionele instellingen. Zo is er de regionale economische raad op ons provinciale niveau, met enkel bevoegdheden op economisch terrein. De Raad kan de problemen niet afwegen tegen gevolgen voor verkeer en vervoer of voor milieu. Voor die problematiek zijn weer andere instellingen.

,,Besluitvorming is in de Engelse situatie erg omslachtig, als het gaat om grote uitbreidingsplannen. Want daarbij is het juist van groot belang milieu, verkeer en vervoer en ruimtelijke ordening tegen elkaar af te wegen. En dat kan bij ons de huidige provincie. In verband met de toenemende mobiliteit is het wel verstandig de provincies nog wat uit te breiden, maar zeker niet om nieuwe, kleine provincies te vormen.

,,Bovendien hoort in elke provincie ook de stad, want de provincie is prima in staat de stadsbelangen en milieubelangen tegen elkaar af te wegen en de beste adviezen te geven. Het lijkt me beter dat de belangen van stad en natuur in één bestuurlijke hand worden afgewogen dan dat de belangen tegen elkaar worden afgezet door twee provincietjes.”

Salet geeft als positief voorbeeld de cruciale rol die de provincie Noord-Holland heeft gespeeld bij de uitbreidingsplannen van Schiphol. De provincie heeft daarbij vele plannen bekeken en allerlei opties – zoals de richting van de landingsbaan en de hoeveelheid nachtvluchten – uitgewerkt en doorgerekend, zodat de nadelige effecten van de uitbreiding geminimaliseerd kunnen worden.

In dit land is hooguit ruimte voor twee uitzonderingsposities, meent Salet. Het gaat daarbij om de grote steden Rotterdam en Amsterdam die toch al graag de provincie passeren en rechtstreeks willen onderhandelen met de overheid in Den Haag. ,,Dat kan het bestuur van het land nog wel verdragen. Maar ik zie absoluut niet in waarom nog vijf andere stedelijke gebieden een provinciale status zou moeten krijgen.” (L.v.K.)

Ludo van Klooster


Salet: ,,Er komen te kleine provincies en de bestaande worden uitgekleed door hun kern, de stad, weg te halen”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.