Collegelid Paul Rullmann van de TU Delft, die de harde knip in 2009 onverkort invoert, denkt niet dat angst een rol speelt bij de aanhangers van de ‘zachte knip’.
br />
Rullmann reageerde op de stelling ‘Universiteiten die een ‘zachte knip’ tussen de bachelor- en masterfase hanteren, doen dat vooral uit angst om studenten kwijt te raken. Ze houden hun studenten doelbewust binnenboord door hen toe te staan ontbrekende bachelorvakken tijdens hun aansluitende masteropleiding te halen’.
Rullmann: “In Delft proberen wij in elk geval te stimuleren dat onze studenten de masteropleiding kiezen die bij hen past. Ook als ze die bij onze partners in Eindhoven of Twente gaan volgen. Met een bachelordiploma op zak heb je nu eenmaal meer mogelijkheden om te switchen. Omgekeerd denken wij meer studenten te trekken door heldere kwaliteitseisen te stellen en van iedereen hetzelfde toegangsdiploma te verlangen.”
Simon Kuipers, collegevoorzitter van de Rijksuniversiteit Groningen, vindt de stelling ‘onzinnig’. “Je moet je verstand bewaren. Meer dan negentig procent van de studenten kiest voor de doorstroommaster. Dan heeft het geen zin om een harde knip in te voeren ter bevordering van de mobiliteit. Als iemand hier in Groningen natuurkunde studeert en zijn masteropleiding in Amsterdam wil volgen: prima, dan weet hij aan welke eisen hij moet voldoen. Maar zulke weloverwogen keuzes hangen niet af van enige studievertraging. Als studenten voor de doorstroommaster kiezen, wil ik ze niet op achterstand jagen en dwingen drie maanden met hun duimen te draaien tot ze hun laatste bachelorvak kunnen gaan halen. Doorstromen of vertrekken heeft weinig te maken met een zachte of harde knip.”
De TU Eindhoven houdt voorlopig vast aan een zachte knip, al staat die . mede onder invloed van het Delftse standpunt . wel ter discussie. “Het argument dat we met een harde knip studenten zouden kunnen verliezen, speelt geen enkele rol”, verzekert bestuurswoordvoerder Peter van Dam. “Waar het ons bij de zachte knip primair om gaat is dat we niet willen dat onze studenten onnodig studievertraging oplopen. Wel zijn er ook hier mensen die vinden dat we aan hen dezelfde eisen moeten stellen als aan studenten van buiten. Ik verwacht dat de uitkomst van de discussie zal zijn dat masterstudenten minder bachelorpunten mogen meenemen dan nu. Een strengere zachte knip dus.”
“Ik voel me niet voor het karretje van bange opleidingen gespannen”, zegt Irene van den Broek, voorzitter van studentenbond LSVb. Ze ziet niets in de harde knip. “Die zorgt alleen maar voor vertraging. Soms moeten studenten bijna een jaar wachten voordat het vak weer wordt aangeboden dat ze nog moeten halen. Vooral als je dat vak niet nodig hebt voor je masteropleiding, is dat behoorlijk frustrerend.” (HOP)
Collegelid Paul Rullmann van de TU Delft, die de harde knip in 2009 onverkort invoert, denkt niet dat angst een rol speelt bij de aanhangers van de ‘zachte knip’.
Rullmann reageerde op de stelling ‘Universiteiten die een ‘zachte knip’ tussen de bachelor- en masterfase hanteren, doen dat vooral uit angst om studenten kwijt te raken. Ze houden hun studenten doelbewust binnenboord door hen toe te staan ontbrekende bachelorvakken tijdens hun aansluitende masteropleiding te halen’.
Rullmann: “In Delft proberen wij in elk geval te stimuleren dat onze studenten de masteropleiding kiezen die bij hen past. Ook als ze die bij onze partners in Eindhoven of Twente gaan volgen. Met een bachelordiploma op zak heb je nu eenmaal meer mogelijkheden om te switchen. Omgekeerd denken wij meer studenten te trekken door heldere kwaliteitseisen te stellen en van iedereen hetzelfde toegangsdiploma te verlangen.”
Simon Kuipers, collegevoorzitter van de Rijksuniversiteit Groningen, vindt de stelling ‘onzinnig’. “Je moet je verstand bewaren. Meer dan negentig procent van de studenten kiest voor de doorstroommaster. Dan heeft het geen zin om een harde knip in te voeren ter bevordering van de mobiliteit. Als iemand hier in Groningen natuurkunde studeert en zijn masteropleiding in Amsterdam wil volgen: prima, dan weet hij aan welke eisen hij moet voldoen. Maar zulke weloverwogen keuzes hangen niet af van enige studievertraging. Als studenten voor de doorstroommaster kiezen, wil ik ze niet op achterstand jagen en dwingen drie maanden met hun duimen te draaien tot ze hun laatste bachelorvak kunnen gaan halen. Doorstromen of vertrekken heeft weinig te maken met een zachte of harde knip.”
De TU Eindhoven houdt voorlopig vast aan een zachte knip, al staat die . mede onder invloed van het Delftse standpunt . wel ter discussie. “Het argument dat we met een harde knip studenten zouden kunnen verliezen, speelt geen enkele rol”, verzekert bestuurswoordvoerder Peter van Dam. “Waar het ons bij de zachte knip primair om gaat is dat we niet willen dat onze studenten onnodig studievertraging oplopen. Wel zijn er ook hier mensen die vinden dat we aan hen dezelfde eisen moeten stellen als aan studenten van buiten. Ik verwacht dat de uitkomst van de discussie zal zijn dat masterstudenten minder bachelorpunten mogen meenemen dan nu. Een strengere zachte knip dus.”
“Ik voel me niet voor het karretje van bange opleidingen gespannen”, zegt Irene van den Broek, voorzitter van studentenbond LSVb. Ze ziet niets in de harde knip. “Die zorgt alleen maar voor vertraging. Soms moeten studenten bijna een jaar wachten voordat het vak weer wordt aangeboden dat ze nog moeten halen. Vooral als je dat vak niet nodig hebt voor je masteropleiding, is dat behoorlijk frustrerend.” (HOP)
Comments are closed.