Woningen in bibliotheek makkelijk te realiseren

Van Dongen deed uitgebreid bouwtechnisch onderzoek en concludeert dat vrijwel het enige nadeel aan het monumentale pand scheurvorming is.

Omdat het depot van de bibliotheek (1915) tegen een eventuele brand is uitgevoerd in een ‘uniek’ staalskelet met gewapend beton, staat dit deel van het complex op de monumentenlijst en mag daarom niet worden afgebroken. Gek genoeg geldt dit niet voor het andere deel: het aan de Schie gelegen gebouw van Weg- en Waterbouw (1923), dat niet alleen gezichtsbepalend is maar alleen al vanwege een indrukwekkende trappenpartij architectonische waarde heeft.

Vooral aan de voorkant van Weg- en Waterbouw heeft Van Dongen grote scheuren geconstateerd. Het gebouw is ‘losgescheurd’ van de vleugel en het depot, en helt wat voorover. Ook elders aan de voorgevel zijn grote scheuren ontdekt, merendeels ontstaan door onregelmatige zakking van de fundering. Dit komt volgens Van Dongen door een hoge gebouwbelasting en omdat men in 1923 nog niet op de hoogte was van ‘negatieve kleef’ (veroorzaakt door het inklinken van slappe lagen). De onregelmatige zakking is gelukkig gestabiliseerd en het gehele gebouw zakt nu met dezelfde snelheid, mits het gebouw bij de herbestemming niet extra wordt belast. Kleine wanden, liften en balkons brengen geen grote belasting met zich mee, maar extra vloeren om het gebouwoppervlak te vergroten, zouden risico’s opleveren.

Voor trappen kunnen volgens Van Dongen makkelijk sparingen in vloeren worden gemaakt, zonder de hoofdbalken te doorbreken. Wanden weghalen kan ook, maar vergt wat meer oplettendheid. Sparingen in het dak, voor terrassen bijvoorbeeld, zijn eenvoudig te maken zolang de houten spantconstructie niet wordt doorbroken.

Met een ‘minimale ingreep’, aldus Van Dongen, kan in de kelder van Weg- en Waterbouw (nu nog boekenopslag) een parkeergarage worden gebouwd. Wel kunnen door het doorbreken van de wanden in de gevel, voor de in- en uitrit, de krachten op de palen van de fundering veranderen. Oplossing: stalen frames. Een gemeentelijke bepaling wil dat per woning één parkeerplaats moet worden gecreëerd. Volgens Van Dongen tast het plaatsen van auto’s op het binnenterrein de uitstraling van het universitair erfgoed dusdanig aan dat de parkeeroplossing onder de grond moeten worden gezocht. Van Dongens garage biedt plaats aan 39 heilige koeien.

Ondanks scheurvorming kan de TU-bibliotheek prima dienst doen voor woningen. Zelfs een parkeergarage in de kelder behoort tot de mogelijkheden.
Erfgoed

Dit blijkt uit het afstudeerwerk van student civiele techniek Frank van Dongen die onlangs afstudeerde op de ‘constructieve herbestemmingsmogelijkheden’ van het oude bibliotheekcomplex. Van Dongen deed uitgebreid bouwtechnisch onderzoek en concludeert dat vrijwel het enige nadeel aan het monumentale pand scheurvorming is.

Omdat het depot van de bibliotheek (1915) tegen een eventuele brand is uitgevoerd in een ‘uniek’ staalskelet met gewapend beton, staat dit deel van het complex op de monumentenlijst en mag daarom niet worden afgebroken. Gek genoeg geldt dit niet voor het andere deel: het aan de Schie gelegen gebouw van Weg- en Waterbouw (1923), dat niet alleen gezichtsbepalend is maar alleen al vanwege een indrukwekkende trappenpartij architectonische waarde heeft.

Vooral aan de voorkant van Weg- en Waterbouw heeft Van Dongen grote scheuren geconstateerd. Het gebouw is ‘losgescheurd’ van de vleugel en het depot, en helt wat voorover. Ook elders aan de voorgevel zijn grote scheuren ontdekt, merendeels ontstaan door onregelmatige zakking van de fundering. Dit komt volgens Van Dongen door een hoge gebouwbelasting en omdat men in 1923 nog niet op de hoogte was van ‘negatieve kleef’ (veroorzaakt door het inklinken van slappe lagen). De onregelmatige zakking is gelukkig gestabiliseerd en het gehele gebouw zakt nu met dezelfde snelheid, mits het gebouw bij de herbestemming niet extra wordt belast. Kleine wanden, liften en balkons brengen geen grote belasting met zich mee, maar extra vloeren om het gebouwoppervlak te vergroten, zouden risico’s opleveren.

Voor trappen kunnen volgens Van Dongen makkelijk sparingen in vloeren worden gemaakt, zonder de hoofdbalken te doorbreken. Wanden weghalen kan ook, maar vergt wat meer oplettendheid. Sparingen in het dak, voor terrassen bijvoorbeeld, zijn eenvoudig te maken zolang de houten spantconstructie niet wordt doorbroken.

Met een ‘minimale ingreep’, aldus Van Dongen, kan in de kelder van Weg- en Waterbouw (nu nog boekenopslag) een parkeergarage worden gebouwd. Wel kunnen door het doorbreken van de wanden in de gevel, voor de in- en uitrit, de krachten op de palen van de fundering veranderen. Oplossing: stalen frames. Een gemeentelijke bepaling wil dat per woning één parkeerplaats moet worden gecreëerd. Volgens Van Dongen tast het plaatsen van auto’s op het binnenterrein de uitstraling van het universitair erfgoed dusdanig aan dat de parkeeroplossing onder de grond moeten worden gezocht. Van Dongens garage biedt plaats aan 39 heilige koeien.