Nadat Katrina over New Orleans raasde, riepen de Amerikanen de hulp in van twee Delftse zwaargewichten. Emeritus prof.dr.ir. Jurjen Battjes en ir. Jos Dijkman van WL/Delft Hydraulics bieden hulp bij het analyseren van de ramp.
Een half jaar na Katrina storten zij zich op het hoe en waarom van het onderlopen van ’the Big Easy’.
Vorige week was het precies 53 jaar geleden, dat het water over de Zeeuwse dijken sloeg. Dat moet bij u niet onopgemerkt voorbij zijn gegaan.
Battjes: “Naar aanleiding van Katrina kijk je uiteraard hoe het hier ging in 1953. Overeenkomsten tussen de grote fouten in Amerika en Zeeland vallen direct op. Waarschuwingen dat de dijken onveilig waren, zijn genegeerd. Of denk aan de slaperdijken in Zeeland, waar een opening in zat voor het verkeer. Om die openingen te dichten gebruikte men houten schotbalken, maar die waren opgestookt tijdens de oorlog en niet vervangen. Van die fouten word je niet bepaald trots. Wij hadden onze Katrina in 1953.”
Dijkman: “Organisatorisch zijn er ook grote fouten gemaakt. Op telexabonnementen was bezuinigd, en om middernacht ging de radio uit de lucht. De waarschuwingen van het KNMI, dat de ramp zag aankomen, bereikten in de nacht van 31 januari op 1 februari veel dijkmeesters niet. In New Orleans viel vrijwel direct het telefoonnetwerk uit. Daar moest ik meteen aan denken.”
U was beide onlangs in New Orleans. Battjes verrichtte op verzoek van Amerikaanse collega’s met een team veldwerk in de eerste week van oktober. Dijkman was vorige week in het rampgebied. Wat trof u aan?
Battjes: “Een heel trieste situatie. Ik was diep onder de indruk. Huizen, straten, verkeerslichten ga zo maar door – allemaal kapot. Hele wijken zijn weggevaagd.”
Dijkman: “Een deel van de ravage zou nu opgeruimd moeten zijn. Maar er is nog een lange weg te gaan, zag ik vorige week. De omvang van de schade die je op televisie en in kranten hebt gezien, verbleekt als je door dat gebied rijdt. Op de huizen staan lijnen hoe hoog het water heeft gestaan. Op de meeste huizen staat een nul, daar zijn geen slachtoffers gevallen. Maar soms staat er een één of een twee. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten.”
Veel Nederlanders kijken meewarig naar het ‘gestuntel’ in New Orleans en roepen ‘I told you so’ naar de Amerikanen. Terecht?
Dijkman: “Dat is volledig onterecht. Er werden aanhoudende windsnelheden van 240 kilometer per uur gemeten, in Nederland is nog nooit 120 km per uur gemeten. Dat is een groot verschil.”
Battjes: “In 1953 had Zeeland te maken met een waterstandverhoging van drie meter, voor de kust van Alabama was dat acht meter. Dat kunnen wij ons niet voorstellen en daarom moeten we ons bescheiden opstellen.”
Dijkman: “In Nederland is het beleid gericht op het voorkomen van rampen. In Amerika is het gericht op het omgaan met moeilijke gevolgen. Vergeet niet dat uit het overstroombare gebied ruim een half miljoen mensen zijn geëvacueerd, en uit de regio miljoenen mensen.”
Battjes: “We willen het Amerikaanse beleid niet verdedigen, maar het is knap dat ze zoveel mensen de stad uit hebben gekregen, ook al zijn er teveel achtergebleven. Wij zouden dat in Nederland niet beter kunnen. Het verhaal van het kalf en de put gaat ook hier op. Dat is een menselijke reactie. Pas na 1953 veranderde in Nederland van alles. Voor diezelfde dilemma’s, bijvoorbeeld hoe vaak een overstroming mag plaatsvinden, staan de Amerikanen nu.”
Na de ramp werden in de Amerikaanse kranten al snel parallellen getrokken met onze watersnoodramp. De Nederlandse expertise wordt geroemd. Welke rol speelt de ‘cry to bring in the Dutch’ bij uw aanstellingen?
Dijkman: “De Amerikanen vinden de Nederlandse ervaring belangrijk bij de evaluatie van de ramp. Daarom hebben ze cv’s van Nederlandse waterbouwkundigen verzameld en mij gekozen.”
Battjes: “Door mijn onderzoek en actieve deelname op congressen kenden ze mij en ben ik gevraagd mee te doen aan dat eerste veldwerk in New Orleans. Daarom hebben ze me waarschijnlijk in het panel gevraagd.”
Dijkman (onderbreekt Battjes): “Dat is veel te bescheiden. Dan zeg ik wel dat u bent aangenomen door uw enorme staat van dienst op uw vakgebied.” (Battjes haalt schuchter zijn schouders op.)
U zit in een panel en een commissie. Battjes is lid van het External Review Panel (ERP), dat de kwaliteit en onafhankelijkheid bewaakt van het onderzoek van de taskforce naar het functioneren van de waterkeringen in New Orleans en omgeving. Dijkman zit in een onafhankelijke commissie, die de hoogwaterbeschermingssystemen van New Orleans zal evalueren. Wat is het verschil?
Battjes: “Het doel van de taskforce, ingesteld door het US Army Corps of Engineers, is kijken naar het functioneren van de waterkering. Het ERP, waar ik in zit, evalueert de aanpak en conclusies van die taskforce.”
Dijkman: “De commissie waarvan ik deel uitmaak, is ingesteld door de Amerikaanse Academie van Wetenschappen. Wij buigen ons over de vraag of de waterkering voldoet aan het huidige federaal afgesproken beschermingsniveau. Daar geven we een oordeel over en we doen aanbevelingen voor verbeteringen.”
Hoe is het als Nederlander tussen alleen maar Amerikanen?
Dijkman en Battjes (tegelijk): “Heel leuk.”
Dijkman: “Ik beschouw het als compliment voor Nederland. Een grote eer. Ik zie het zeker als mijn taak om de Nederlandse ervaring over te brengen.”
Tijdens een voordracht voor studenten en staf van civiele techniek zei Battjes over de waterkeringen in New Orleans: “Dit is wat je krijgt, wanneer je je lessen veronachtzaamt.” Die kritiek is niet mals.
Battjes: “Ik spreek studenten er altijd op aan, dat ze moeten oppassen dat geen ‘achterloopsheid’ optreedt. Dat gebeurt als grond uitspoelt tussen een harde constructie en een aansluitende aarden dam of dijk. Dat is op grote schaal fout gegaan in New Orleans. En dat is niet de enige fout. Er waren wegen en spoorlijnen die recht door een dijk gingen, in plaats van eroverheen. De mogelijkheid dat er water over een kering stroomt, is altijd aanwezig. Maar in New Orleans waren er geen voorzieningen tegen erosie, om te beletten dat de constructie zou bezwijken. Daarom liep het zo uit de hand. Een stadswijk (de ‘9th Ward’) werd beschermd door een dijk dat wij een klein duintje zouden noemen, vol met zanderig spul zonder extra versteviging.”
Dijkman: “Sinds de Wet op de Waterkering (1996) toetsen wij in Nederland of de dijken nog voldoen aan onze eisen. Die evaluatie gaat naar de Tweede Kamer, zodat zij ook op de hoogte zijn. Dat gebeurt in Amerika niet. Als daar iets gebouwd is, ontbreekt de formele procedure om regelmatig te controleren of het nog voldoende werkt.”
U analyseert en adviseert over wat er mis is gegaan, maar jeuken uw handen niet om een nieuw systeem te ontwikkelen om het water buiten de deur te houden?
Battjes: “Onze handen jeuken zeker, maar voorlopig hebben we onze handen vol aan het huidige onderzoek. Op 1 juni moet New Orleans weer de bescherming hebben die er was voor Katrina. Maar dat zal natuurlijk niet voldoende zijn. Ik vind het heel goed dat ze in New Orleans discussiëren over de mate waarin de stad moet worden herbewoond. Ik denk bijvoorbeeld dat je voorlopig de oostelijke buitenwijken prijs moet geven. Die zijn zo diep getroffen, dat opbouwen heel moeilijk wordt.”
Dat is een heet hangijzer in Amerika. Burgemeester Nagin zegt dat het niemand wordt verboden terug te keren naar zijn oude huis.
Battjes: “De mensen die terugkeren naar die wijken zitten alleen in een woestijn van ellende. Is dat humaan, zonder elektriciteit of verharde wegen? De bevolking van New Orleans is nu verspreid over Amerika. Kinderen gaan daar naar school, nieuwe vriendschappen ontstaan. Mensen raken al geworteld in hun nieuwe omgeving. Men verwacht dat de helft van de oorspronkelijke bevolking terugkeert. Tegelijkertijd weten we dat de footprint van de stad kleiner moet worden, omdat het financiële draagvlak ontbreekt voor volledige herbouw.”
Vaak worden na een ramp tal van commissies ingesteld, die rapporten schrijven met vruchtbare adviezen, die vervolgens onverbiddelijk in de bureaulade verdwijnen. Bent u daar bang voor?
Dijkman: “Het gevaar bestaat altijd dat de aandacht zal verslappen na een ramp. Denk aan december 1993, de overstroming van de Maas. Er werd direct een bouwstop afgekondigd langs de Maas. Maar zodra de dreiging voorbij was, werd er opnieuw gebouwd. Katrina is een van de grootste natuurrampen in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Ik ben niet bang dat mensen na deze ramp zomaar over gaan tot de orde van de dag.”
WIE ZIJN JURJEN BATTJES EN JOS DIJKMAN?
Jurjen Battjes (1939) is emeritushoogleraar vloeistofmechanica van de TU Delft, faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Eind jaren zestig begon hij met doceren in Delft. Daarvoor was hij verbonden aan het ‘Laboratory of Coastal Engineering’ van de universiteit van Florida in Gainesville. Zijn imposante staat van dienst is opgeluisterd door vele prijzen, waaronder de Leermeesterprijs van het Universiteitsfonds van de TU (1998), de American Society of Civil Engineers international coastal engineering award en de society for underwater technology oceanography award. In oktober schakelden de Amerikanen zijn hulp in, om als een van de eersten veldwerk te verrichten nadat Katrina in New Orleans had huisgehouden. Een paar maanden later werd hij gevraagd voor het External Review Panel (ERP). De ERP bewaakt de kwaliteit en onafhankelijkheid van het onderzoek naar het functioneren van de waterkeringen in New Orleans en omgeving.
“Met zo’n achternaam moet hij jullie wel goed kunnen helpen.” Zo werd Jos Dijkman door zijn collega’s voorgesteld aan de Amerikaanse pers, die in het kielzog van een delegatie uit Louisiana in Delft was neergestreken. Dijkman studeerde af aan de TU Delft en ging daarna aan de slag bij WL/Delft Hydraulics. Hij is gespecialiseerd in het beheer van hoogwater. In 1997 onderzocht Dijkman de overstromingen van de bovenloop van de Mississippi. Hij was betrokken bij projecten rond rivieren en delta’s in Azië (Indonesië, Vietnam), Europa (Rijn, Maas en Loire) en Noord-Amerika (Mississippi, Illinois en Misouri). Dijkman is lid van de onafhankelijke commissie die aanbevelingen doet over verbetering van de hoogwaterbeschermingssystemen van New Orleans.
Vorige week was het precies 53 jaar geleden, dat het water over de Zeeuwse dijken sloeg. Dat moet bij u niet onopgemerkt voorbij zijn gegaan.
Battjes: “Naar aanleiding van Katrina kijk je uiteraard hoe het hier ging in 1953. Overeenkomsten tussen de grote fouten in Amerika en Zeeland vallen direct op. Waarschuwingen dat de dijken onveilig waren, zijn genegeerd. Of denk aan de slaperdijken in Zeeland, waar een opening in zat voor het verkeer. Om die openingen te dichten gebruikte men houten schotbalken, maar die waren opgestookt tijdens de oorlog en niet vervangen. Van die fouten word je niet bepaald trots. Wij hadden onze Katrina in 1953.”
Dijkman: “Organisatorisch zijn er ook grote fouten gemaakt. Op telexabonnementen was bezuinigd, en om middernacht ging de radio uit de lucht. De waarschuwingen van het KNMI, dat de ramp zag aankomen, bereikten in de nacht van 31 januari op 1 februari veel dijkmeesters niet. In New Orleans viel vrijwel direct het telefoonnetwerk uit. Daar moest ik meteen aan denken.”
U was beide onlangs in New Orleans. Battjes verrichtte op verzoek van Amerikaanse collega’s met een team veldwerk in de eerste week van oktober. Dijkman was vorige week in het rampgebied. Wat trof u aan?
Battjes: “Een heel trieste situatie. Ik was diep onder de indruk. Huizen, straten, verkeerslichten ga zo maar door – allemaal kapot. Hele wijken zijn weggevaagd.”
Dijkman: “Een deel van de ravage zou nu opgeruimd moeten zijn. Maar er is nog een lange weg te gaan, zag ik vorige week. De omvang van de schade die je op televisie en in kranten hebt gezien, verbleekt als je door dat gebied rijdt. Op de huizen staan lijnen hoe hoog het water heeft gestaan. Op de meeste huizen staat een nul, daar zijn geen slachtoffers gevallen. Maar soms staat er een één of een twee. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten.”
Veel Nederlanders kijken meewarig naar het ‘gestuntel’ in New Orleans en roepen ‘I told you so’ naar de Amerikanen. Terecht?
Dijkman: “Dat is volledig onterecht. Er werden aanhoudende windsnelheden van 240 kilometer per uur gemeten, in Nederland is nog nooit 120 km per uur gemeten. Dat is een groot verschil.”
Battjes: “In 1953 had Zeeland te maken met een waterstandverhoging van drie meter, voor de kust van Alabama was dat acht meter. Dat kunnen wij ons niet voorstellen en daarom moeten we ons bescheiden opstellen.”
Dijkman: “In Nederland is het beleid gericht op het voorkomen van rampen. In Amerika is het gericht op het omgaan met moeilijke gevolgen. Vergeet niet dat uit het overstroombare gebied ruim een half miljoen mensen zijn geëvacueerd, en uit de regio miljoenen mensen.”
Battjes: “We willen het Amerikaanse beleid niet verdedigen, maar het is knap dat ze zoveel mensen de stad uit hebben gekregen, ook al zijn er teveel achtergebleven. Wij zouden dat in Nederland niet beter kunnen. Het verhaal van het kalf en de put gaat ook hier op. Dat is een menselijke reactie. Pas na 1953 veranderde in Nederland van alles. Voor diezelfde dilemma’s, bijvoorbeeld hoe vaak een overstroming mag plaatsvinden, staan de Amerikanen nu.”
Na de ramp werden in de Amerikaanse kranten al snel parallellen getrokken met onze watersnoodramp. De Nederlandse expertise wordt geroemd. Welke rol speelt de ‘cry to bring in the Dutch’ bij uw aanstellingen?
Dijkman: “De Amerikanen vinden de Nederlandse ervaring belangrijk bij de evaluatie van de ramp. Daarom hebben ze cv’s van Nederlandse waterbouwkundigen verzameld en mij gekozen.”
Battjes: “Door mijn onderzoek en actieve deelname op congressen kenden ze mij en ben ik gevraagd mee te doen aan dat eerste veldwerk in New Orleans. Daarom hebben ze me waarschijnlijk in het panel gevraagd.”
Dijkman (onderbreekt Battjes): “Dat is veel te bescheiden. Dan zeg ik wel dat u bent aangenomen door uw enorme staat van dienst op uw vakgebied.” (Battjes haalt schuchter zijn schouders op.)
U zit in een panel en een commissie. Battjes is lid van het External Review Panel (ERP), dat de kwaliteit en onafhankelijkheid bewaakt van het onderzoek van de taskforce naar het functioneren van de waterkeringen in New Orleans en omgeving. Dijkman zit in een onafhankelijke commissie, die de hoogwaterbeschermingssystemen van New Orleans zal evalueren. Wat is het verschil?
Battjes: “Het doel van de taskforce, ingesteld door het US Army Corps of Engineers, is kijken naar het functioneren van de waterkering. Het ERP, waar ik in zit, evalueert de aanpak en conclusies van die taskforce.”
Dijkman: “De commissie waarvan ik deel uitmaak, is ingesteld door de Amerikaanse Academie van Wetenschappen. Wij buigen ons over de vraag of de waterkering voldoet aan het huidige federaal afgesproken beschermingsniveau. Daar geven we een oordeel over en we doen aanbevelingen voor verbeteringen.”
Hoe is het als Nederlander tussen alleen maar Amerikanen?
Dijkman en Battjes (tegelijk): “Heel leuk.”
Dijkman: “Ik beschouw het als compliment voor Nederland. Een grote eer. Ik zie het zeker als mijn taak om de Nederlandse ervaring over te brengen.”
Tijdens een voordracht voor studenten en staf van civiele techniek zei Battjes over de waterkeringen in New Orleans: “Dit is wat je krijgt, wanneer je je lessen veronachtzaamt.” Die kritiek is niet mals.
Battjes: “Ik spreek studenten er altijd op aan, dat ze moeten oppassen dat geen ‘achterloopsheid’ optreedt. Dat gebeurt als grond uitspoelt tussen een harde constructie en een aansluitende aarden dam of dijk. Dat is op grote schaal fout gegaan in New Orleans. En dat is niet de enige fout. Er waren wegen en spoorlijnen die recht door een dijk gingen, in plaats van eroverheen. De mogelijkheid dat er water over een kering stroomt, is altijd aanwezig. Maar in New Orleans waren er geen voorzieningen tegen erosie, om te beletten dat de constructie zou bezwijken. Daarom liep het zo uit de hand. Een stadswijk (de ‘9th Ward’) werd beschermd door een dijk dat wij een klein duintje zouden noemen, vol met zanderig spul zonder extra versteviging.”
Dijkman: “Sinds de Wet op de Waterkering (1996) toetsen wij in Nederland of de dijken nog voldoen aan onze eisen. Die evaluatie gaat naar de Tweede Kamer, zodat zij ook op de hoogte zijn. Dat gebeurt in Amerika niet. Als daar iets gebouwd is, ontbreekt de formele procedure om regelmatig te controleren of het nog voldoende werkt.”
U analyseert en adviseert over wat er mis is gegaan, maar jeuken uw handen niet om een nieuw systeem te ontwikkelen om het water buiten de deur te houden?
Battjes: “Onze handen jeuken zeker, maar voorlopig hebben we onze handen vol aan het huidige onderzoek. Op 1 juni moet New Orleans weer de bescherming hebben die er was voor Katrina. Maar dat zal natuurlijk niet voldoende zijn. Ik vind het heel goed dat ze in New Orleans discussiëren over de mate waarin de stad moet worden herbewoond. Ik denk bijvoorbeeld dat je voorlopig de oostelijke buitenwijken prijs moet geven. Die zijn zo diep getroffen, dat opbouwen heel moeilijk wordt.”
Dat is een heet hangijzer in Amerika. Burgemeester Nagin zegt dat het niemand wordt verboden terug te keren naar zijn oude huis.
Battjes: “De mensen die terugkeren naar die wijken zitten alleen in een woestijn van ellende. Is dat humaan, zonder elektriciteit of verharde wegen? De bevolking van New Orleans is nu verspreid over Amerika. Kinderen gaan daar naar school, nieuwe vriendschappen ontstaan. Mensen raken al geworteld in hun nieuwe omgeving. Men verwacht dat de helft van de oorspronkelijke bevolking terugkeert. Tegelijkertijd weten we dat de footprint van de stad kleiner moet worden, omdat het financiële draagvlak ontbreekt voor volledige herbouw.”
Vaak worden na een ramp tal van commissies ingesteld, die rapporten schrijven met vruchtbare adviezen, die vervolgens onverbiddelijk in de bureaulade verdwijnen. Bent u daar bang voor?
Dijkman: “Het gevaar bestaat altijd dat de aandacht zal verslappen na een ramp. Denk aan december 1993, de overstroming van de Maas. Er werd direct een bouwstop afgekondigd langs de Maas. Maar zodra de dreiging voorbij was, werd er opnieuw gebouwd. Katrina is een van de grootste natuurrampen in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Ik ben niet bang dat mensen na deze ramp zomaar over gaan tot de orde van de dag.”
WIE ZIJN JURJEN BATTJES EN JOS DIJKMAN?
Jurjen Battjes (1939) is emeritushoogleraar vloeistofmechanica van de TU Delft, faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Eind jaren zestig begon hij met doceren in Delft. Daarvoor was hij verbonden aan het ‘Laboratory of Coastal Engineering’ van de universiteit van Florida in Gainesville. Zijn imposante staat van dienst is opgeluisterd door vele prijzen, waaronder de Leermeesterprijs van het Universiteitsfonds van de TU (1998), de American Society of Civil Engineers international coastal engineering award en de society for underwater technology oceanography award. In oktober schakelden de Amerikanen zijn hulp in, om als een van de eersten veldwerk te verrichten nadat Katrina in New Orleans had huisgehouden. Een paar maanden later werd hij gevraagd voor het External Review Panel (ERP). De ERP bewaakt de kwaliteit en onafhankelijkheid van het onderzoek naar het functioneren van de waterkeringen in New Orleans en omgeving.
“Met zo’n achternaam moet hij jullie wel goed kunnen helpen.” Zo werd Jos Dijkman door zijn collega’s voorgesteld aan de Amerikaanse pers, die in het kielzog van een delegatie uit Louisiana in Delft was neergestreken. Dijkman studeerde af aan de TU Delft en ging daarna aan de slag bij WL/Delft Hydraulics. Hij is gespecialiseerd in het beheer van hoogwater. In 1997 onderzocht Dijkman de overstromingen van de bovenloop van de Mississippi. Hij was betrokken bij projecten rond rivieren en delta’s in Azië (Indonesië, Vietnam), Europa (Rijn, Maas en Loire) en Noord-Amerika (Mississippi, Illinois en Misouri). Dijkman is lid van de onafhankelijke commissie die aanbevelingen doet over verbetering van de hoogwaterbeschermingssystemen van New Orleans.
Comments are closed.