Onderwijs

Wild mens

Daan Lenstra is sinds november 2006 decaan van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Zijn missie: driehonderd eerstejaars in 2011. Wilde plannen zijn toegestaan.

Maar honderdvijftig eerstejaars studenten kozen het afgelopen jaar voor een studie aan uw faculteit. U stelde een commissie van onder andere hoogleraren en marketingmensen samen om uit te zoeken waarom zo weinig studenten voor elektrotechniek, wiskunde of informatica kiezen. Waar zit volgens u het probleem?

“Ik moet de commissie niet voeden. Ze moet los staan van belangen om wilde gedachten te ontwikkelen, zonder zich zorgen te maken over de kosten. Maar belangrijk is dat de maatschappelijke betekenis van de faculteit gezien wordt. Internet is bijvoorbeeld een revolutie geweest, die niet mogelijk was geweest zonder de hardware van elektrotechniek en de software van informatica.”

De link tussen de drie poten van uw faculteit is niet altijd zo gemakkelijk gelegd.

“Ik ben eigenlijk decaan van drie faculteiten. Daar is in principe niets op tegen, maar een deel van het antwoord is volgens mij het beter combineren van de disciplines. Dat past in de trend van het verbreden van opleidingen. Als mensen van school komen, willen ze belangrijke keuzes graag nog even uitstellen. Er zou een nieuw soort opleiding te maken moeten zijn, met aandacht voor hardware, software en wiskundige onderbouwing. Zo’n bachelor levert mensen met een gedegen, brede kennis op. Die daarna een verdiepende masteropleiding doen.”

U bent nieuw als decaan en wilt verandering. U zult onherroepelijk stuiten op mensen die daar niet op zitten te wachten.

“Ik ben daar niet bang voor. Er moet een mentaliteitsverandering plaatsvinden op de faculteit. Daar wil ik mensen enthousiast voor krijgen, door te overtuigen en mijn boodschap te blijven herhalen.”

Hoe luidt de boodschap?

“De rol van onderwijs moet veel sterker zichtbaar worden dan nu. Niet meer: een wetenschapper moet excellent zijn in onderzoek en het onderwijs doet hij erbij. Onderwijs moet weer helemaal op de agenda.”

Moeten docenten meer inspirerend lesgeven?

“Inspirerend zegt zo weinig. Iedereen onderwijst op zijn eigen manier. Alleen, ik vind niet dat het onderwijs nu een beeld van vernieuwing uitstraalt. Kijk naar de laptop, of andere soorten personal devices. We moeten er alert op zijn, dat die een nieuwe manier van kennisoverdracht kunnen inhouden. Dat mis ik nu. Overigens is dat niet vreemd. EWI is de afgelopen jaren erg bezig geweest met overleven. Maar nu zijn er geen acute financiële problemen meer.”

Wetenschappers worden afgerekend op publicaties, niet op nieuwe onderwijsmethoden.

“Dat vind ik raar. De kwaliteit van onderwijs moet net zoals die van onderzoek worden gemeten. Qua onderzoek willen we tot de top tien in de wereld behoren. Maar op het gebied van onderwijs bestaat dat soort lijstjes niet. Docenten krijgen geen cijfer zoals onderzoekers. Maar als de studenten wegblijven, moeten we wel de poorten sluiten. Terwijl onderzoek net zo goed aan onderzoeksinstituten kan plaatsvinden.”

Weg met het onderzoek?

“Zeker niet. Ik zeg altijd: het belang van onderwijs is 51 procent, dat van onderzoek is 49 procent. Wetenschappers moeten zien: ‘ik kom niet in de problemen als ik het onderzoek even laat liggen ten gunste van het onderwijs’.

Dat klinkt aardig, maar levert het meer studenten op?

“Op den duur wel. Als je opleiding internationaal goed bekend staat, kun je selecteren. Kijk maar naar Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Die faculteit is zo succesvol, dat dat capaciteitsproblemen kan opleveren. In zulke problemen zou ik graag komen. In 2011 wil ik driehonderd eerstejaars hebben.”

Mogen die allemaal uit China komen?

“Wij zijn heel blij met onze buitenlandse studenten, maar we worden wel kwetsbaar als al onze eerstejaars straks uit China komen. Stel, er breekt een diplomatieke rel uit tussen Nederland en China. Dan hebben we tachtig studenten minder. Daarom willen we onze studenten overal vandaan halen. Zeker ook uit Nederland. Alleen, een studie als elektrotechniek is voor hen niet meer interessant. Zij denken bij elektrotechniek aan solderen en servicemonteurs, niet aan internet of ipods.”

Hoe verander je dat?

“Door voorlichting. En we zoeken iemand die op onconventionele wijze van zich laat spreken en laat zien: ‘zo kun je ook met het vak bezig zijn’. Zo iemand hebben we nu niet. Ook dat heeft met mentaliteit te maken. Ik als decaan moet uitstralen dat mensen zich mogen laten horen, dat ze hun nek mogen uitsteken.”

Zoals uw studievriend Wubbo Ockels.

“Ik ken Wubbo nog uit Groningen, waar we tijdens onze studie even bij elkaar in een band hebben gespeeld. Hij op gitaar, ik op basgitaar. Toen al joeg hij mensen tegen zich in het harnas door zijn nek uit te steken. Hij krijgt vaak negatieve reacties, terwijl zijn jeugdige enthousiasme juist fantastisch is. Dat heeft een enorm effect op studenten. Want zo straalt de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek uit: ‘hier kun je je jeugddroom verwezenlijken’.”

Wat heeft u zelf voor wilde plannen?

“We willen de Ewicon neerzetten, een nieuw soort windmolen die aan deze faculteit is uitgevonden en ontwikkeld. Dat ding is tien meter hoog, met bovenop een constructie van vier bij vier meter. Het testen kan mooi op de campus gebeuren. Ik vind dat dat soort dingen veel vaker moet gebeuren. Wubbo wil de wind bijvoorbeeld op zo’n manier geleiden, dat je op het fietspad altijd wind mee hebt, beide kanten op. Wij hebben als universiteit een voorbeeldfunctie. Daarom wil ik dat het EWI-gebouw voldoet aan de Kyoto-doelstelling, bijvoorbeeld door iets te doen met de grote hoeveelheden zon, wind en water die het gebouw vangt. De liften kosten handenvol energie. Als ik kan aantonen dat die ook op onze eigen windenergie kunnen werken, zou dat leuk zijn.”

U houdt van wild. Hoe komt een wild mens uit bij de natuurkunde?

“Dat was ook kantje boord. Met de band waarin ik in Groningen speelde, Act of God, waren we behoorlijk serieus bezig. We hadden zelfs ons eigen briefpapier. Mijn studie verwaarloosde ik. Op een gegeven moment moest ik kiezen: doorgaan met muziek of iets van de studie maken. Ik koos voor dat laatste, want het wereldje om de muziek heen vond ik niks. Ik ben toen keihard voor het afstuderen gegaan. Daarna was ik niet van plan verder te gaan met het onderzoek. Als student was ik volledig geïsoleerd geweest van de maatschappij. Nu wilde ik werk doen waarvoor ik waardering zou krijgen. Maar tijdens mijn diensttijd heb ik besloten toch maar te gaan promoveren. Ik koos voor Delft. Ik zat in ditzelfde gebouw op de zeventiende verdieping.”

Nu zit u als decaan op de derde. Hoort de baas niet bovenin?

“Het echte werk wordt in de groepen gedaan. Ik faciliteer hen alleen maar.”
WIE IS DAAN LENSTRA?

Voordat prof.dr. Daan Lenstra (1947) decaan werd aan de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, had hij een dubbele baan. Aan de TU Eindhoven was hij hoogleraar ultrasnelle fotonica en opto-electronic devices, aan de Vrije Universiteit was hij hoogleraar theoretische natuurkunde en hoofd van de onderzoeksgroep quantumelektronicatheorie. Zijn onderzoeksthema’s waren niet-lineaire en ultrasnelle dynamica van optische halfgeleiders en diodelasers, quantumoptica in kleine halfgeleiderstructuren en nabije veldoptica. Lenstra is (co-)auteur van meer dan driehonderd publicaties in internationale wetenschappelijke tijdschriften en is (co-)redacteur van negen boeken. Lenstra promoveerde in 1979 aan de TU Delft op polarisatie-effecten in gaslasers.

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Maar honderdvijftig eerstejaars studenten kozen het afgelopen jaar voor een studie aan uw faculteit. U stelde een commissie van onder andere hoogleraren en marketingmensen samen om uit te zoeken waarom zo weinig studenten voor elektrotechniek, wiskunde of informatica kiezen. Waar zit volgens u het probleem?

“Ik moet de commissie niet voeden. Ze moet los staan van belangen om wilde gedachten te ontwikkelen, zonder zich zorgen te maken over de kosten. Maar belangrijk is dat de maatschappelijke betekenis van de faculteit gezien wordt. Internet is bijvoorbeeld een revolutie geweest, die niet mogelijk was geweest zonder de hardware van elektrotechniek en de software van informatica.”

De link tussen de drie poten van uw faculteit is niet altijd zo gemakkelijk gelegd.

“Ik ben eigenlijk decaan van drie faculteiten. Daar is in principe niets op tegen, maar een deel van het antwoord is volgens mij het beter combineren van de disciplines. Dat past in de trend van het verbreden van opleidingen. Als mensen van school komen, willen ze belangrijke keuzes graag nog even uitstellen. Er zou een nieuw soort opleiding te maken moeten zijn, met aandacht voor hardware, software en wiskundige onderbouwing. Zo’n bachelor levert mensen met een gedegen, brede kennis op. Die daarna een verdiepende masteropleiding doen.”

U bent nieuw als decaan en wilt verandering. U zult onherroepelijk stuiten op mensen die daar niet op zitten te wachten.

“Ik ben daar niet bang voor. Er moet een mentaliteitsverandering plaatsvinden op de faculteit. Daar wil ik mensen enthousiast voor krijgen, door te overtuigen en mijn boodschap te blijven herhalen.”

Hoe luidt de boodschap?

“De rol van onderwijs moet veel sterker zichtbaar worden dan nu. Niet meer: een wetenschapper moet excellent zijn in onderzoek en het onderwijs doet hij erbij. Onderwijs moet weer helemaal op de agenda.”

Moeten docenten meer inspirerend lesgeven?

“Inspirerend zegt zo weinig. Iedereen onderwijst op zijn eigen manier. Alleen, ik vind niet dat het onderwijs nu een beeld van vernieuwing uitstraalt. Kijk naar de laptop, of andere soorten personal devices. We moeten er alert op zijn, dat die een nieuwe manier van kennisoverdracht kunnen inhouden. Dat mis ik nu. Overigens is dat niet vreemd. EWI is de afgelopen jaren erg bezig geweest met overleven. Maar nu zijn er geen acute financiële problemen meer.”

Wetenschappers worden afgerekend op publicaties, niet op nieuwe onderwijsmethoden.

“Dat vind ik raar. De kwaliteit van onderwijs moet net zoals die van onderzoek worden gemeten. Qua onderzoek willen we tot de top tien in de wereld behoren. Maar op het gebied van onderwijs bestaat dat soort lijstjes niet. Docenten krijgen geen cijfer zoals onderzoekers. Maar als de studenten wegblijven, moeten we wel de poorten sluiten. Terwijl onderzoek net zo goed aan onderzoeksinstituten kan plaatsvinden.”

Weg met het onderzoek?

“Zeker niet. Ik zeg altijd: het belang van onderwijs is 51 procent, dat van onderzoek is 49 procent. Wetenschappers moeten zien: ‘ik kom niet in de problemen als ik het onderzoek even laat liggen ten gunste van het onderwijs’.

Dat klinkt aardig, maar levert het meer studenten op?

“Op den duur wel. Als je opleiding internationaal goed bekend staat, kun je selecteren. Kijk maar naar Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Die faculteit is zo succesvol, dat dat capaciteitsproblemen kan opleveren. In zulke problemen zou ik graag komen. In 2011 wil ik driehonderd eerstejaars hebben.”

Mogen die allemaal uit China komen?

“Wij zijn heel blij met onze buitenlandse studenten, maar we worden wel kwetsbaar als al onze eerstejaars straks uit China komen. Stel, er breekt een diplomatieke rel uit tussen Nederland en China. Dan hebben we tachtig studenten minder. Daarom willen we onze studenten overal vandaan halen. Zeker ook uit Nederland. Alleen, een studie als elektrotechniek is voor hen niet meer interessant. Zij denken bij elektrotechniek aan solderen en servicemonteurs, niet aan internet of ipods.”

Hoe verander je dat?

“Door voorlichting. En we zoeken iemand die op onconventionele wijze van zich laat spreken en laat zien: ‘zo kun je ook met het vak bezig zijn’. Zo iemand hebben we nu niet. Ook dat heeft met mentaliteit te maken. Ik als decaan moet uitstralen dat mensen zich mogen laten horen, dat ze hun nek mogen uitsteken.”

Zoals uw studievriend Wubbo Ockels.

“Ik ken Wubbo nog uit Groningen, waar we tijdens onze studie even bij elkaar in een band hebben gespeeld. Hij op gitaar, ik op basgitaar. Toen al joeg hij mensen tegen zich in het harnas door zijn nek uit te steken. Hij krijgt vaak negatieve reacties, terwijl zijn jeugdige enthousiasme juist fantastisch is. Dat heeft een enorm effect op studenten. Want zo straalt de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek uit: ‘hier kun je je jeugddroom verwezenlijken’.”

Wat heeft u zelf voor wilde plannen?

“We willen de Ewicon neerzetten, een nieuw soort windmolen die aan deze faculteit is uitgevonden en ontwikkeld. Dat ding is tien meter hoog, met bovenop een constructie van vier bij vier meter. Het testen kan mooi op de campus gebeuren. Ik vind dat dat soort dingen veel vaker moet gebeuren. Wubbo wil de wind bijvoorbeeld op zo’n manier geleiden, dat je op het fietspad altijd wind mee hebt, beide kanten op. Wij hebben als universiteit een voorbeeldfunctie. Daarom wil ik dat het EWI-gebouw voldoet aan de Kyoto-doelstelling, bijvoorbeeld door iets te doen met de grote hoeveelheden zon, wind en water die het gebouw vangt. De liften kosten handenvol energie. Als ik kan aantonen dat die ook op onze eigen windenergie kunnen werken, zou dat leuk zijn.”

U houdt van wild. Hoe komt een wild mens uit bij de natuurkunde?

“Dat was ook kantje boord. Met de band waarin ik in Groningen speelde, Act of God, waren we behoorlijk serieus bezig. We hadden zelfs ons eigen briefpapier. Mijn studie verwaarloosde ik. Op een gegeven moment moest ik kiezen: doorgaan met muziek of iets van de studie maken. Ik koos voor dat laatste, want het wereldje om de muziek heen vond ik niks. Ik ben toen keihard voor het afstuderen gegaan. Daarna was ik niet van plan verder te gaan met het onderzoek. Als student was ik volledig geïsoleerd geweest van de maatschappij. Nu wilde ik werk doen waarvoor ik waardering zou krijgen. Maar tijdens mijn diensttijd heb ik besloten toch maar te gaan promoveren. Ik koos voor Delft. Ik zat in ditzelfde gebouw op de zeventiende verdieping.”

Nu zit u als decaan op de derde. Hoort de baas niet bovenin?

“Het echte werk wordt in de groepen gedaan. Ik faciliteer hen alleen maar.”
WIE IS DAAN LENSTRA?

Voordat prof.dr. Daan Lenstra (1947) decaan werd aan de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, had hij een dubbele baan. Aan de TU Eindhoven was hij hoogleraar ultrasnelle fotonica en opto-electronic devices, aan de Vrije Universiteit was hij hoogleraar theoretische natuurkunde en hoofd van de onderzoeksgroep quantumelektronicatheorie. Zijn onderzoeksthema’s waren niet-lineaire en ultrasnelle dynamica van optische halfgeleiders en diodelasers, quantumoptica in kleine halfgeleiderstructuren en nabije veldoptica. Lenstra is (co-)auteur van meer dan driehonderd publicaties in internationale wetenschappelijke tijdschriften en is (co-)redacteur van negen boeken. Lenstra promoveerde in 1979 aan de TU Delft op polarisatie-effecten in gaslasers.

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.